Direct naar artikelinhoud
InterviewJilt Jorritsma

Jilt Jorritsma, winnaar van de Joost Zwagerman Essayprijs, wil graag dat u verward raakt

Historicus Jilt Jorritsma (27) won zondag de eerste Joost Zwagerman Essayprijs met Onthoofd: ‘Je geeft de lezer wat informatie en daar moet hij zelf dingen mee doen.’

Uitreiking van de Joost Zwagerman prijs aan winnaar Jilt Jorritsma.Beeld Simon Lenskens

Download het winnende essay en vijf genomineerde hier als e-book

Het essay van Jilt Jorritsma dat bekroond is met de Joost Zwagerman Essayprijs 2018 en vijf van de genomineerde essays zijn ook te lezen als speciaal vormgegeven e-book. Dat is hier te downloaden . Uitleg over hoe dat e-book op uw e-reaer te zetten is hierhier of hier te vinden.

Wie liever de pdf leest, kan die hier downloaden.

Wat is een essay?

‘Een essay is geen verhaal en ook geen opiniestuk; het is volgens mij niet echt een definitief iets. Vaak wordt van essays gezegd dat ze associatief moeten zijn. Je haalt wat mensen bij elkaar en legt wat verbanden en dan heb je een goed essay. Althans, zo is het idee.

‘Wat mij betreft moet een essay juist meer dissociatief zijn en de wereld vaag houden. Ik denk dat een goed ­essay dingen naast elkaar zet die ­eigenlijk niet met elkaar in verband te brengen zijn.’

En zo de lezer in totale verwarring achterlaat?

‘Ja. Dat je als lezer aan het einde zegt: what the fuck heb ik nou eigenlijk ­gelezen?’

Jilt Jorritsma (27) is de winnaar van de eerste Joost Zwagerman Essayprijs (7.500 euro en plaatsing op een ­literair platform of in een tijdschrift), die hem zondag in Alkmaar werd ­toe­gekend. Hij is historicus en werkt ­momenteel aan zijn eerste roman.

In Onthoofd, het essay waarmee ­Jorritsma zijn prijs won, schaatst hij ­soepel van de aanslagen op het World Trade Center op 11 september 2001 via de beeld­houwer ­Auguste Rodin naar Johannes de ­Doper en de kwantum­mechanica en weer terug. Daarbij zijn lezers inderdaad enigszins verward achterlatend.

En zo moet het dus ook, vindt hij: ‘Als schrijver leg je de verbanden niet zelf: je geeft de lezer wat informatie en daar moet hij zelf dingen mee doen. Daarmee neem je de lezer ­serieuzer dan wanneer je hem alles aanreikt. Je wekt een gevoel op: wat hier staat heeft wel enigszins met ­elkaar te maken, maar ik heb geen idee hoe.’

Maar je wilde met deze tekst vast meer teweegbrengen dan verwarring.

‘Ja. Uiteindelijk wil ik mensen op een andere manier naar de wereld en zijn geschiedenis laten kijken.’

Dat is best breed, de wereld en zijn geschiedenis.

‘Mensen gaan er vaak vanuit dat de geschiedenis lineair is, een soort verhaal, en dat alles wat niet in dat verhaal past, vreemd is en dus terzijde kan worden geschoven. Zo zien ze ­terroristen die het WTC binnen­vliegen of andere mensen onthoofden als een overblijfsel van een ­andere tijd. In werkelijkheid zijn die terroristen heel erg hedendaags; wat ze doen, heeft nú plaats.’

Jorritsma kwam op het idee voor zijn stuk toen hij ontdekte dat in het puin van het WTC ook beelden van Rodin lagen. ‘Ik houd van beeldhouwers en ben me erin aan het verdiepen voor mijn roman.’

Wat is het thema van je roman?

‘Was. Dat slaat op de verleden tijd van zijn, maar ook op wassen beelden die nog niet in brons gegoten zijn, die dus nog beweeglijk zijn. En wassen betekent ook groeien, volwassen ­worden.’

Vond je Joost Zwagerman een groot essayist?

‘Eh... groot niet, nee. Hij was heel goed in dat associëren. Hij wist wel ongelooflijk veel, denk ik, dat heb je ­natuurlijk ook nodig om die verbanden te kunnen leggen. Dat geeft de ­lezer dan een fijn gevoel: o, dat heeft met dit te maken en dit slaat dan dáár op. Maar dat is dus niet wat ik wil.

‘Mijn inspiratiebronnen bij het schrijven zijn niet zozeer essayisten maar romanschrijvers: Luisa Valen­zuela, Julio Cortázar, Juan Rulfo, Jorge Luis Borges; allemaal Zuid-Amerikanen. Wat ik interessant vind aan die schrijvers is dat zij een andere opvatting hebben over leven en dood dan wij hier in Nederland. In hun boeken is de dood vaak heel erg in het leven aanwezig.’

Waarom spreekt je dat aan?

‘Omdat onder historici vaak wordt ­gedacht dat het verleden voorbij is. Ook zij zien de geschiedenis lineair: wat toen is gebeurd, is er nu niet meer; het is verleden tijd en dus zijn we ervan af. Maar zo werkt het vaak niet, dat blijkt nu ook uit de discussies over ons postkoloniale verleden. En gelukkig maar. Voor mij is het ­verleden pas interessant als het nog leeft.’

LEES HIER DE ESSAYS

Winnaar Joost Zwagerman Essayprijs 2018: ‘Onthoofd’, van Jilt Jorritsma

Genomineerden:

‘Ik had eens twee meisjes’ van Nicole Kaandorp

‘De terugkeer van de kitsch’ van Sjoerd van Hoorn

‘Het kermen van de bomen’ van Hannah de Vries

 ‘Het einde van de brief’ van Ianthe Mosselman

‘Serendipiteit van bananenbrood en sterrenstof’ van Yousra Benfquih