Direct naar artikelinhoud
analyse

De salarissen gaan er netto op vooruit… maar het leven wordt duurder

Consumptie wordt duurder, het inkomen wordt minder belast.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

In de donkere dagen voor Kerst begon het kabinet woensdag de goednieuwsshow die vorig jaar al in het regeerakkoord was voorbereid: in de maanden vóór de cruciale provinciale-statenverkiezingen gaat iedereen er netto op vooruit. En iedereen zal dat al in januari op het loonstrookje gaan zien. De middeninkomens in de eerste plaats. Dat is de boodschap die vanaf nu wordt uitgedragen.

Het is het gevolg van een reeks maatregelen rond de inkomstenbelasting: de tarieven in de tweede en de derde belastingschijf dalen, diverse heffingskortingen gaan omhoog. Bij een gelijkblijvend bruto salaris moet in januari een hoger netto salaris uitkomen onder de streep. Wie loonsverhoging krijgt, is helemaal spekkoper, want die is door het kabinet buiten beschouwing gelaten in de berekeningen. De maatregel wordt zo ingezet dat bijna iedereen profiteert. Alleen aan de bijna 300 duizend huishoudens die geen inkomen of uitkering hebben – maar bijvoorbeeld rentenieren – gaat het belastingfeestje voorbij.

Of het voor de rest van Nederland inderdaad een feestje wordt, valt ook nog te bezien. Want er staan elders juist prijsverhogingen tegenover. Over de hele linie hanteert het kabinet het principe van ‘vergroening’ van het belastingstelsel: de gebruiker betaalt. Consumptie wordt duurder, het inkomen wordt minder belast.

Lastenverzwaring gaat voor loonsverhoging uit

Het kabinet staat daar op een psychologische achterstand, want die lastenverzwaring gaat een paar weken op het eerste loonstrookje vooruit. Per 1 januari gaat het lage btw-tarief met de helft omhoog, van 6 procent naar 9 procent. Dat lage tarief geldt voor levensmiddelen en diensten. De meeste mensen zullen het vooral merken bij de dagelijkse boodschappen. De kans bestaat dat de prijzen nog harder stijgen omdat winkeliers niet alleen de prijzen naar boven afronden maar ook de hogere huur van hun winkel en loonsverhoging van hun personeel doorberekenen.

Het kabinet denkt (of hoopt) dat het wel mee zal vallen met die duurdere boodschappen. Een karretje vol boodschappen dat nu nog 100 euro kost, wordt in 2019 2,83 euro duurder. Wie elke week zo’n karretje vult, is in het jaar 147,16 euro extra kwijt. Maar ook water, boeken, bloemen, de kapper, de fietsenmaker en de schoenlapper, het museum en attractieparken worden door de btw-verhoging duurder. Voor degenen die op de kleintjes moeten letten, is dat een dobber. Zeker als dat moet worden betaald met het de oude lonen en uitkeringen die eind december worden overgemaakt. Los van de btw-verhoging worden op 1 januari ook de accijnzen verhoogd op benzine, diesel en roken. Zelfs postzegels worden duurder.

De hogere belasting op energieverbruik gaat ook met de jaarwisseling in. Omdat ook de tarieven voor gas en elektra met zo’n 17 procent stijgen, valt de gemiddelde jaarrekening volgend jaar ruim 300 euro duurder uit. Lagere inkomensgroepen, die gemiddeld slechter geïsoleerde woningen huren, hebben hier meer last van dan hogere inkomens, erkent het kabinet.

Compensatie door belastingverlaging

De duurdere boodschappen en energie tellen in belangrijke mate mee bij de berekening van het inflatiecijfer, net zoals de huren. Per saldo rekent het kabinet volgend jaar op 2,4 procent. De verlaging van de inkomstenbelasting is bedoeld om daarvoor te compenseren. Ruimschoots zelf. Aan het eind van het jaar is echt bijna iedereen erop vooruitgegaan, is de toezegging die aan de Tweede Kamer is gedaan. Gemiddeld gaat iedereen er 1,6 procent op vooruit, voorspelde het Centraal Planbureau donderdag nog.

Door persoonlijke omstandigheden kan de koopkracht nog beter uitpakken, benadrukt het kabinet. Gezinnen met jonge kinderen profiteren van de hogere kinderbijslag die vanaf april wordt uitbetaald. De kinderopvangtoeslag gaat eind deze maand al omhoog. Wie veel zorg van de gemeente krijgt, profiteert van het nieuwe, lagere wmo-tarief, 17,50 euro per maand. De bijdrage die vermogende bewoners van verpleeghuizen, GGZ- en gehandicapteninstellingen betalen, wordt fors verlaagd.

Bij dit alles geldt de disclaimer dat de cijfers alleen opgaan indien niets in de persoonlijke omstandigheden verandert. Een echtscheiding, het krijgen van kinderen, de studiestart van kinderen, promotie, een baanwisseling of het verlies van werk of partner hebben een veel grotere invloed op het inkomen dan welke overheidsmaatregel dan ook. Maar dergelijke levensgebeurtenissen zijn niet in koopkrachtplaatjes te vatten.

Wat betekent dit voor een gezin? De mee- en tegenvallers op een rij

Meevallers

Loon- en inkomstenbelasting

De loon- en inkomstenbelasting kent vier schijven. Over de eerste 20 duizend euro wordt in 2019 iets meer belasting betaald, 9 procent in plaats van 8,9 procent. Wie meer verdient, betaalt in 2019 minder belasting. Veel minder zelfs. Over het inkomen tussen 20 duizend euro en 34 duizend euro wordt 10,45 procent belasting betaald, terwijl dat in 2018 nog 13,2 procent was. Over het inkomen tussen 34 duizend en 68 duizend euro gaat het belastingtarief van 40,85 naar 38,10 procent. Wie meer dan 68 duizend euro bruto per jaar krijgt, betaalt daarover volgend jaar 51,75 procent belasting, 0,2 procentpunt minder dan nu.

De belastingkortingen

Er zijn kortingen – vrijstellingen van belastingheffing – die door het kabinet worden ingezet om de koopkracht bij te stellen: de algemene heffingskorting, de arbeidskorting en de ouderenkorting.

Voor de inkomens tot 20 duizend euro gaat de algemene heffingskorting volgend jaar met 212 euro omhoog naar 2.477 euro. Dit compenseert het iets hogere belastingtarief voor de lagere inkomens en voor uitkeringsgerechtigden. Naarmate het inkomen stijgt, daalt de heffingskorting – uiteindelijk naar 0 voor inkomens van 68 duizend euro. Daardoor profiteren ook de middeninkomens van de hogere heffingskorting, maar minder naarmate het inkomen hoger wordt. Gepensioneerden profiteren niet van de heffingskorting maar zij krijgen in 2020 – bij de afrekening over 2019 – een bedrag van 178 euro terug via de ouderenkorting.

Verhoging van de arbeidskorting bevoordeelt werkenden. De korting gaat 150 euro omhoog naar 3.399 euro per jaar. Dat bevoordeelt inkomens tot zo’n 41 duizend euro.

Kinderen

De aanwezigheid van twee zelfbenoemde gezinspartijen in de regeringscoalitie is merkbaar: de kinderbijslag gaat een paar tientjes omhoog om gezinnen te ondersteunen. Daarnaast gaat de kinderopvangtoeslag fors omhoog. Het bedrag is afhankelijk van het inkomen. Om een idee te geven, berekende de Consumentenbond eerder dat ouders met 20 duizend euro jaarinkomen dit jaar 13.212 euro toeslag krijgen als een kind drie dagen per week steeds 11 uur op de opvang is. Die toeslag gaat 1.195 euro omhoog. Verdienen de ouders 40 duizend euro, dan kregen ze dit jaar 11.946 euro toeslag en volgend jaar 1.284 euro extra. Bij 80 duizend euro jaarinkomen gaat de toeslag van 8.684 euro met 1.857 euro omhoog. Het kabinet heeft 248 miljoen euro uitgetrokken voor de hogere toeslag. Die wordt al in december van dit jaar uitbetaald. De hogere toeslag moet de stijgende maximumuurprijs voor de dagopvang en voor gastouderopvang compenseren. De prijzen gaan omhoog omdat hogere eisen worden gesteld aan de opvang.

Meevallers
Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Tegenvallers

De energierekening

De energiebedrijven hebben de blijde tijding al verstuurd: het maandbedrag gaat omhoog, want de belasting stijgt. Aardgas wordt fors duurder voor huishoudens. De belasting per kubieke meter wordt met 3 cent verhoogd naar 0,29313. Maar de belasting op elektriciteitsverbruik gaat omlaag met 0,72 cent per kilowattuur naar 0,09863. Per saldo gaan huishoudens meer energiebelasting betalen. De verwachting is dat lagere inkomens die een sociale woning huren hier meer last van hebben dan hogere inkomens. Sociale huurwoningen zijn doorgaans minder goed geïsoleerd dan koophuizen. De Consumentenbond berekende al dat in 2019 43 procent van een gemiddelde energierekening van een gezin met 3 personen (3.000 kilowattuur, 1.500 m³ gas) naar de overheid gaat.

Ook bedrijven die afval storten of verbranden, moeten meer gaan betalen. Het tarief gaat van 13,21 euro per 1.000 kilo naar 32,12 euro. Dit moet het recyclen bevorderen. Het is de verwachting dat bedrijven die het afval ophalen, de prijsverhoging gaan doorberekenen.

De btw-verhoging

Boodschappen worden op 1 januari duurder. Dan gaat het ‘lage btw-tarief’ omhoog van 6 naar 9 procent. De boodschappen lopen het meest in het oog bij deze belastingverhoging. Maar die geldt ook voor kranten, boeken, tijdschriften, de fietsenmaker, medicijnen, uitvoerende kunstenaars en de schoenmaker. ‘Dit betekent in de praktijk’, zo laat het kabinet weten, ‘dat boodschappen van 100 euro in 2019 2,83 euro duurder worden.’ Het hoge btw-tarief van 21 procent dat voor alle andere handel geldt, gaat niet omhoog.

Omdat iedereen levensmiddelen nodig heeft, raakt deze btw-verhoging alle inkomensgroepen. Weliswaar besteden lagere inkomens een groter aandeel van hun inkomen aan eten en drinken. Toch worden hogere inkomens naar verwachting net zo ‘hard’ geraakt omdat zij vaker uit eten gaan, theater en concerten bezoeken. Levensmiddelen wegen, net zoals energie en huren in de sociale sector, mee bij het vaststellen van de inflatie. Die schiet volgend jaar dan ook omhoog. Dit jaar is de geldontwaarding nog 1,6 procent, in 2019 2,4 procent.

Accijnzen

Roken en autorijden wordt duurder. De accijnzen gaan op 1 januari omhoog. Zo wordt een pakje van 20 sigaretten 6 cent duurder en een pakje shag van 40 gram 11 cent. De accijns op een liter loodvrije benzine gaat omhoog van 0,77839 euro naar 0,78773 euro. Dat is exclusief btw en ‘voorraadheffing’. Voor diesel- en lpg-rijders geldt een vergelijkbare verhoging.