Zonder olympiërs is het NK allround voor schaatser Marcel Bosker een eitje

IJstempel Thialf was het afgelopen weekeinde het decor van een dubbel nationaal kampioenschap, maar het belang kwam nauwelijks boven dat van één titeltoernooi uit. Zowel de sprinters als de allrounders reden hun NK, maar in de aanloop naar de Winterspelen hadden bijna alle olympiërs zich afgemeld. Bij de mannen startte zelfs niemand die volgende maand in Pyeongchang in actie komt.

Het bleek voor jonge en onbekende schaatsers de ideale mogelijkheid om op te vallen in het goed gevulde Thialf. Zo zag het publiek geen Sven Kramer, Koen Verweij of Jan Blokhuijsen, maar een jonge Marcel Bosker, die heel eenvoudig generatiegenoten Lex Dijkstra (22) en Thomas Geerdinck (22) voorbleef. Het gebrek aan tegenstand deed geen afbreuk aan zijn overwinning, vond de kampioen. 'Dit is een grote titel. Er zijn maar twee allroundtitels groter in de wereld: de EK en de WK.'

Bosker trad in de voetsporen van zijn moeder Henriët van der Meer. Zij werd in 1989 Nederlands kampioen allround in Den Haag, toen ook in een uitgedund deelnemersveld waar onder meer Yvonne van Gennip ontbrak. Vanuit de mannelijke lijn heeft hij ook schaatsgenen meegekregen. Vader Ronald Bosker was een verdienstelijke stayer met NK-deelnames op de 5 en 10 kilometer.

In de jaren negentig verhuisden de ouders van Bosker naar Zwitserland, waar zijn vader werk als fysiotherapeut kon krijgen. Ze streken neer in Schöftland, een dorpje tussen Bazel, Bern en Zürich in. Daar werd Marcel in 1997 geboren.

Het langebaanschaatsen stelt in het alpenland weinig voor, maar toch werd dat zijn sport. Hij werd gestimuleerd door zijn ouders, die tussen 2004 en 2006 onder Zwitserse vlag een tweede schaatsloopbaan beleefden. De kleine Marcel reisde bij internationale wedstrijden mee. Hij herinnerde zich de eerste wereldbekerwedstrijd waar hij met zijn ouders was. In Erfurt krabbelde hij als 5-jarige op de ijshockeybaan op het middenterrein terwijl zijn vader en moeder hun races reden.

IJshockeybanen

Thuis in Zwitserland was hij lid van een schaatsclub in Zürich. Met een vijftiental andere kinderen bekwaamde hij zich in het langebaanschaatsen over rondjes van 250 meter, uitgezet op drie aan elkaar geschakelde ijshockeybanen. Af en toe ondernam hij de reis naar de inmiddels gesloten 400-meterbaan in Davos. Dat was als jongetje leuk genoeg, maar als puber wilde hij het schaatsen serieuzer aanpakken. En dus verhuisde Bosker op 14-jarige leeftijd naar Nederland.

Zijn ouders bleven in Zwitserland. Marcel vond onderdak bij een gastgezin in Ten Boer, Groningen. Die keuze betaalde zich uit, want in Nederland behoorde hij snel tot de beste junioren. Hij werd tweemaal derde op de WK allround voor junioren en werd twee jaar geleden opgepikt door de ploeg van Ireen Wüst en Jan Blokhuijsen. Hij vond vrij soepel aansluiting met de nationale top, met brons op de NK allround van vorig jaar. Begin januari volgde zijn eerste internationale succes: de derde plaats op de 5 kilometer bij de EK afstanden. Vorige week kwam daar brons op de 1.500 meter bij de wereldbekerwedstrijden in Erfurt bij.

Met de goede vorm van de afgelopen weken en bij afwezigheid van de sterkste allrounders stond de deur naar zijn eerste nationale seniorentitel wagenwijd open. Belangrijker nog vond hij dat hij zich als Nederlands kampioen voor de wereldkampioenschappen allround plaatste. De WK worden half maart in het Olympisch Stadion in Amsterdam verreden. 'Dat was mijn hoofddoel van het seizoen. Plaatsing voor de Spelen leek me te hoog gegrepen.'

Aanvankelijk leek het erop dat Bosker voor dat WK-ticket had moeten vechten met zijn ploeggenoot Blokhuijsen, maar de allroundkampioen van vorig seizoen moest zich met zware griep afmelden. Sven Kramer en Patrick Roest hadden zich tijdens het olympisch kwalificatietoernooi al van twee startbewijzen voor de WK verzekerd.

Komende week keert Bosker terug naar zijn geboorteland. Daar staat in de mondaine wintersportplaats Sankt Moritz het open Zwitserse allroundkampioenschap op het programma. Die wedstrijd op natuurijs en op ruim 1.800 meter boven zeeniveau, is volgens Bosker is de ideale voorbereiding op het openluchtkampioenschap in Amsterdam.