Direct naar artikelinhoud
ReportageKim Wilde in Lelystad

De dag dat Kim Wilde naar Lelystad kwam en niemand het geloofde

Zangeres Kim Wilde treedt op in de Kubus in Lelystad.Beeld Jan Dirk van der Burg

Na Parijs en Stockholm trad Kim Wilde op in Lelystad. Joris van Casteren, daar opgegroeid, en auteur van het boek Lelystad, bezocht zijn jeugdheldin in het Centrum voor Kunstzinnige Vorming. 

Kim Wilde komt naar Lelystad, zei een vriendin in september. Ik geloofde haar niet. Al helemaal niet toen ze beweerde dat het concert zou plaatsvinden in het Centrum voor Kunstzinnige Vorming (CKV), ook wel De Kubus genoemd.

In dat voor Lelystadse begrippen creatief vormgegeven gebouwtje van grijze baksteen, aan de rand van het intussen halfgesloopte stadscentrum, kreeg ik jarenlang, en met steeds meer tegenzin, pianoles van Stans, een spichtige juf die naar mondwater rook.

Ik wilde niet per se piano spelen maar had van mijn ouders, die ondanks de scheiding goed met elkaar omgingen, een instrument moeten kiezen, omdat ik als zoveel jongens die er opgroeiden, dreigde te ontsporen in de rauwe jaren tachtig.

Zoals wel vaker in Lelystad, pakte deze goede bedoeling anders uit dan verwacht: terwijl ik als toetsenist maar matig vorderde, bleef mijn carrière als vandaal een stijgende lijn vertonen.

Elke donderdagmiddag fietste ik met de pianoboeken die ik thuis vrijwel nooit inkeek naar De Kubus, waar ik steevast te vroeg arriveerde. Verveeld slenterde ik langs de lokalen, waar ook allerlei niet-muzikale activiteiten zoals raffiavlechten en pottenbakken plaatsvonden.

Hoewel ik geen talent was, bleef juf Stans in mij geloven, met als gevolg dat ik verschillende keren werd aangemeld voor een van de zogeheten koffieconcerten die, soms in aanwezigheid van een wethouder, in de grote zaal werden georganiseerd.

Die concerten verliepen dusdanig desastreus dat ik er liever over zwijg. Het is tevens de reden dat De Kubus nooit deel is gaan uitmaken van het parcours van de rondleidingen die ik na publicatie van mijn boek Lelystad (2008) in mijn ville natale ben gaan geven.

De dag dat Kim Wilde naar Lelystad kwam en niemand het geloofde
Beeld Jan Dirk van der Burg

Kim Wilde was een grootheid in die rauwe jaren tachtig, nog net geen Madonna, al scheelde het wat mij betreft niet veel. Ze stond in Hitkrant en Popfoto, nummers als Kids in America, You Came, You Keep me Hangin’ On en Never Trust a Stranger hoorde je overal in Lelystad: van de C1000 waar ik vakkenvulde tot  schooldisco’s aan toe.

Met een oudere buurjongen – die in de vliegtuigmaaltijdenfabriek van Martinair werkte en dus over geld beschikte – ging ik regelmatig naar de Kwartetshop in het Lelycentre. Behalve porno- en actiefilms kon je daar ook cd’s met top-40-muziek huren. Bij hem thuis zetten we die over op cassettebandjes; zelf had ik nog geen cd-speler.

Zodoende was ik in 1988 als 12-jarige in bezit gekomen van een illegale kopie van Close, het album van Kim Wilde dat volgens kenners de ultieme eighties sound vertolkt. Op mijn wrakkige walkman heb ik het ontelbaar vaak afgespeeld, vermoedelijk ook als ik onderweg was naar pianoles.

Ik knipte Kim Wilde uit een van die Hitkrant’s of Popfoto’s en plakte haar in mijn middenschoolagenda. In mijn beleving was ze onvoorstelbaar knap: zulke meisjes zag je in Lelystad niet gauw.

Toen de vriendin in september bleef volhouden dat het echt waar was belde ik met Bart Drost, van het plaatselijk poppodium Corneel, dat het concert organiseerde. Eigenlijk was het hen min of meer bij toeval gelukt, vertelde hij.

Ze hadden op een keer De Dijk geboekt, maar toen bleek hun eigen zaal te klein. Drost had De Kubus benaderd: in de grote zaal was iets meer ruimte, met een beetje proppen past daar zevenhonderd man in.

De Dijk had het wel een vreemde locatie gevonden, maar het concert was uitverkocht en goed verlopen. ‘Als De Dijk toen niet z’n nek had uitgestoken, zou Kim Wilde nooit naar Lelystad zijn gekomen’, zei Drost.

De dag dat Kim Wilde naar Lelystad kwam en niemand het geloofde
Beeld Jan Dirk van der Burg

Hij werkte eerder voor andere podia en kende de Nederlandse promotor van Kim Wilde. Afgelopen voorjaar bracht ze na een jarenlange stilte een nieuw album uit, tijdens de tournee zou ze met haar band ook Nederland willen aandoen.

Voorzichtig bracht Drost de Kubus in Lelystad ter sprake, waar hij in de tussentijd onder meer nog een coverband van Rammstein had laten optreden. Daar was vuurwerk aan te pas gekomen, de verouderde zaal was dus al grondig op brandveiligheid onderzocht.

De Nederlandse promoter durfde het er toen wel op te wagen. Na onder meer Parijs, Marseille en Stockholm zou Kim Wilde op dinsdag 20 november 2018 in De Kubus komen te staan.

Ik besloot een interview aan te vragen, dat werd gehonoreerd, tot mijn verwondering, en ook wel tot mijn schrik. Voorafgaand aan het concert kon ik een uur met Kim Wilde praten, liet haar Britse manager weten.

In Lelystad is één hotel, een grijsbruin gedrocht dat door een DDR-architect lijkt te zijn ontworpen. Ik vermoedde dat ze er een verdieping zou afhuren en dat ik daar dan naartoe moest komen.

Dat was niet zo: Kim Wilde kwam met een speciale tourbus vanuit Bergen op Zoom, ze zou dus ook niet in Lelystad blijven slapen. Ik kon ‘backstage in The Cube’ met haar praten, vernam ik van de manager.

In De Kubus is helemaal geen backstage maar poppodium Corneel, dat van het management al een waslijst aan eisen doorgestuurd had gekregen, zou een deel van het gebouwtje zo goed en zo kwaad als het ging tot iets dergelijks transformeren.

De dag dat Kim Wilde naar Lelystad kwam en niemand het geloofde
Beeld Jan Dirk van der Burg

Op 20 november liep ik De Kubus binnen. Veel te vroeg, net als destijds. Ik voelde me weer 12, onzeker en bang om ergens op betrapt te worden.

Een medewerker van Corneel vertelde dat de tourbus nog niet was gearriveerd, hij zou aan de achterkant op het fietspad parkeren, zodat Kim Wilde ‘incognito’ naar binnen kon.

De medewerker zei dat ze al vanaf 11 uur ’s ochtends bezig waren met de voorbereidingen. ‘Normaal is het allemaal niet zo extreem’, zei ze op korzelige toon.

Ze liet mij een lijst zien waar op stond wat er voor Kim Wilde allemaal wel niet klaar moest staan: verschillende spiegels, twee kaptafels, een strijkplank, allerlei koelkasten, een bank en zelfs een wasmachine met droger.

Op de lijst stond ook wat Kim Wilde wilde eten: mosterdsoep. Die werd even later binnengebracht door een medewerker van De Caterspecialist, in een grote pan met brandend rechaud eronder.

Intussen waren in verschillende lokalen nog cursussen en lessen gaande. Tegenover de provisorische kassa was een groep senioren onverstoorbaar aan een lange houten tafel met klei en keramiek in de weer, om de hoek werd balletles gegeven, kinderen met muziekinstrumenten liepen in en uit.

Iemand van Corneel vertelde dat De Kubus de cursussen en lessen niet had willen annuleren, mensen hadden daar immers voor betaald. Wel was de gang rond de grote zaal min of meer afgezet, de peperdure instrumenten van Wilde’s band stonden ook al op het podium.

Om 7 uur haalde de Britse manager mij op uit de foyer. ‘We zijn nu backstage’, zei hij, toen we een rijtje kapstokken passeerden. We liepen de trap op naar de eerste verdieping en passeerden 1.05, mijn vroegere pianolokaal. Bij 1.16 klopte hij aan en verdween.

Kim Wilde deed open, ze leek niet op het plaatje uit mijn agenda, eerder op een aardige vriendin van mijn moeder. Ik mocht aan een van de kaptafels gaan zitten, zij nam plaats op de bank.

De dag dat Kim Wilde naar Lelystad kwam en niemand het geloofde
Beeld Jan Dirk van der Burg

Ik zei tegen Kim Wilde dat het voor Lelystad een zeer grote eer was dat een legende als zij hier kwam optreden. Ze vertelde dat ze geen idee had waar ze terecht was gekomen. De Kubus was volgens haar ‘een nogal ongebruikelijke locatie’ maar ze had wel vaker in zalen gestaan die kenmerken van ‘een buurthuis en een sportschool’ vertoonden.

Omdat ze meer wilde weten van Lelystad vertelde ik haar het hele verhaal: dat het de architectonische bekroning van het Zuiderzee-project had moeten worden, een hommage aan de visionaire ingenieur Cornelis Lely.

Ik vertelde dat stedenbouwkundige Van Eesteren de stad ook als dusdanig had ontworpen, maar dat een rijksplanologische dienst zijn plan had uitgekleed en een fantasieloos concept had neergekwakt, waarna Amsterdam en andere steden overtollige asocialen deze kant uit begonnen te sturen.

Toen ik zei dat zij de sombere nieuwbouwjeugd van Lelystad met haar muziek van ‘little sparkles’ had voorzien, vroeg Kim Wilde hoe het dan kon dat het concert, dat om 10 uur zou beginnen, niet was uitverkocht.

Ik vond het schokkend om te horen, toen ik het later navroeg bleek het te kloppen: lang niet alle zevenhonderd kaarten waren verkocht. ‘Je zet zo’n stad op de kaart en dan laten de mensen het afweten’, aldus Bart Drost.

Namens Lelystad begon ik mij te excuseren, maar dat hoefde helemaal niet, zei Kim Wilde lachend. ‘Een optreden is een optreden.’ Voor haar maakte het niet uit, of ze nou voor vijftien of vijftigduizend mensen zong. ‘Elk publiek krijgt het beste optreden, wat dat betreft discrimineren we niet.’

Kim Wilde wilde graag nog wat over haar nieuwe album zeggen, dat Here come the Aliens heet. In een interview met haar in The Guardian had ik al gelezen dat ze in 2009 in de lucht boven haar gigantische tuin in het graafschap Hertfordshire vreemde verschijnselen heeft waargenomen.

Sindsdien is ze ervan overtuigd dat de aarde door buitenaardse wezens in de gaten wordt gehouden. Uitgebreid kreeg ik het hele verhaal nog eens te horen. ‘Ze zijn goedaardig en houden van onze planeet’, merkte ze op over de aliens.

De aliens zijn bezorgd over wat de mensen met de aarde doen. ‘Ze willen contact met ons leggen maar weten niet goed hoe.’ Ik zei dat deze boodschap mensen in Lelystad zou moeten aanspreken: het stikte hier destijds van occulte clubjes die de ene ufo-waarneming na de andere deden.

We spraken zo geanimeerd, over buitenaards leven maar ook over mijn pianolessen, dat Kim Wilde de tijd vergat. Haar manager klopte aan, ze moest zich nog omkleden en allerlei make-up op doen. Voor het concert begon mocht ik terugkomen, voor een foto van ons twee.

Ik liep naar De Lantaarn, een café voor echte Lelystedelingen. De vaste gasten zeiden dat ze Kim Wilde erg goed vonden. Ze hadden van het concert gehoord maar gingen er niet naartoe: omdat ze niet geloofden dat het de echte Kim Wilde was. ‘De echte Kim Wilde komt heus niet naar Lelystad’, zei een van hen, een zekere Henk.

De dag dat Kim Wilde naar Lelystad kwam en niemand het geloofde
Beeld Jan Dirk van der Burg

Tevergeefs probeerde ik Henk en de anderen uit te leggen dat het wel degelijk om de echte Kim Wilde ging. Het kwam niet geloofwaardig op hen over toen ik zei dat ik haar zojuist had gesproken, over aliens nog wel.

‘Het is een coverband, dat kan gewoon niet anders’, besloten ze. Volgens barjuf Roosje waren veel mensen in Lelystad die mening toegedaan. ‘Het is fake-nieuws.’

Kim Wilde kon haar oren niet geloven. ‘Dat is belachelijk’, zei ze, terwijl de fotograaf foto’s van ons maakte. Kim Wilde zag er heel anders uit dan eerder. Ze liep op hoge hakken en droeg een zeer strak pak, dat haar vormen nogal accentueerde. Ja, ze leek weer enigszins op dat plaatje uit mijn agenda.

Het concert, in de zaal waar mijn pianoconcerten zo jammerlijk mislukten, verliep spectaculair. Na You Came maande ze het inderdaad niet al te omvangrijke publiek tot stilte. Ze zei te hebben vernomen dat in Lelystad wordt gedacht dat ze niet de echte Kim Wilde is. ‘Bollocks!’, riep ze uit. Ze was ‘zo echt als maar kan’.

Zangeres Kim Wilde en schrijver Joris van Casteren.Beeld Jan Dirk van der Burg

Kim Wilde

Kim Wilde (1960) werd in 1981 wereldberoemd met de new wave-hit Kids in America, een nummer dat werd geschreven door haar vader, rock-’n-roll-zanger Marty Wilde, die eigenlijk Reginald Smith heet. Zowel zijn dochter als haar jongere broer Ricky, gitarist in de band van zijn zus, namen de artiestennaam van hun vader over.

In de jaren tachtig scoorde Kim Wilde de ene hit na de andere (Cambodia, Four Letter Word, If I can’t Have You) en tourde onder meer met Michael Jackson en David Bowie. In de loop van de jaren negentig viel ze stil. Ze trouwde, kreeg kinderen en stortte zich op het tuinieren; ze presenteerde het BBC-programma Garden Invaders en publiceerde een boek: Gardening with Children.

Na een toevallige ontmoeting met de Duitse zangeres Nena, die resulteerde in het nummer Anyplace, Anywhere, Anytime, begon ze aan het begin van de 21ste eeuw voorzichtig weer met optreden, waarbij voornamelijk oude hits ten gehore werden gebracht. Dit voorjaar verscheen een nieuw album: Here Come The Aliens, geïnspireerd op een bovennatuurlijke verschijnsel dat ze zou hebben waargenomen in haar tuin.