Direct naar artikelinhoud
Opinie

Mondialisering is een grotere uitdaging dan terrorisme

Vijftien jaar na 9/11 moet de voorlopige slotsom zijn dat niet het apocalyptisch terrorisme maar de mondialisering de centrale uitdaging van deze tijd is.

Vijftien jaar na 9/11
Beeld EPA

Vijftien jaar geleden boorden passagiersvliegtuigen zich in het World Trade Center van New York. Grote woorden volgden, gevolgd door grote daden. Ver van onze bedden werden grote oorlogen gevoerd. De lijken stapelden zich op, daar en (in veel mindere mate) ook hier. Leven met de kans op terreurdaden werd gaandeweg de nieuwe realiteit. Eerst viel de oude orde in het Midden-Oosten ineen, nu lijkt de hele oude wereldorde die we kenden te wankelen.

De schok van 9/11 kwam na een decennium waarin het Westen in een collectieve overwinningsroes leek te verkeren. Intellectueel, met Francis Fukuyama's populaire theorie over het 'einde van de geschiedenis'. Politiek, met de implosie van de Sovjet-Unie en het Warschaupact en de uitbreiding van de Europese Unie en de NAVO. Economisch, met de zegetocht van het liberale kapitalisme en het heilige geloof in een Nieuwe Economie van door technologie en de vruchten van mondialisering gedreven eeuwig durende groei.

De schok van 9/11

Tonight we're gonna party like it's 1999, de dancehit van Prince, sloeg de spijker op zijn kop. Dat de party echt kon eindigen, en de wijze waarop dat gebeurde, was een ongelofelijke schok.

Na 9/11 was het feest over. Op 13 september 2001 schreef ik in een analyse voor deze krant: 'Wie dacht dat voor het Westen na het einde van de Koude Oorlog de eeuwige vrede in het verschiet lag, is hardhandig uit die droom geholpen. Wacht de westerse wereld opnieuw een groot conflict?'

Op alle fronten, zo leek. Wat volgde was een groot vertoon van Amerikaanse militaire macht. In Afghanistan en later Irak. Maar het diplomatieke front bezweek bijna meteen. Zo richtte zich een Europese coalitie tegen de oorlog in Irak die dwars door de NAVO heen liep (de as Poetin-Schröder-Chirac). De oorlogen stootten slechte leiders van hun voetstuk, maar verkeerden tamelijk snel in een wreed ogende parodie van de westerse 'superioriteit' die na 1991 zo uitbundig gevierd was.

Arnout Brouwers is redacteur van de VolkskrantBeeld Menno Pelser

Na het wapengekletter van George W. Bush volgde de 'terugtrekking' onder president Barack Obama. Die liet de slagvelden in het Midden-Oosten voor wat ze waren, zette de verwende Europeanen op hun plaats door ze te negeren en 'draaide' naar Azië. Veel mooie woorden werden gesproken, toespraken die het gehoor ontroerden, maar nu verlaat Obama het wereldtoneel als leider die wellicht over het juiste morele kompas beschikt, maar vooral vragen achterlaat over Amerika's plaats in de wereld.

De 'oorlog tegen terrorisme' bevindt zich vijftien jaar na zijn afkondiging in een soort patstelling waarbij alle partijen beroofd zijn van hun illusies. De Fransen, met hun scherpe kritiek op de Amerikaanse 'overreactie' na 9/11, leven inmiddels zelf onder een semi-permanente noodtoestand en worstelen met de vraag hoe ze zich de islamisten van het lijf moeten houden met behoud van iets dat op een grondwet lijkt.

De vijand blijkt een zevenkoppige draak: iedere keer dat je er een vangt, steekt hij elders weer de kop op. Dat wil niet zeggen dat bestrijden geen zin heeft, maar wel dat het een strijd van de lange adem is, die waarschijnlijk niet helemaal 'gewonnen' kan worden zolang een van 's werelds grootste religies door velen gebruikt wordt als dekmantel of excuus voor bruut geweld tegen willekeurige burgers (niet zelden moslims).

Obama zette de verwende Europeanen op hun plaats

Oude breuklijnen

Op 13 september 2001 schreef ik ook dat de terroristische aanval op Amerika niet los gezien kon worden van 'een oude breuklijn tussen de Eerste en Derde wereld, de haves en have nots; een breuklijn die 'dwars door landen kan heen lopen, maar wordt gevoed door de enorme verschillen in welvaart en macht tussen Noord en Zuid'.

Inmiddels is wel duidelijk dat de meeste terroristen die in westerse landen opereren (net zo min als de daders van 9/11) niet arm zijn, of gebrekkig, maar wel de kinderen van twee werelden - de traditionele wereld die ze achterlieten, en de moderne westerse wereld waarin ze wonen. Als die fusie misgaat, biedt de islam helaas veel aanknopingspunten en gevaarlijke leermeesters om de 'zuivere weg' van het geweld te kiezen.

Toch denk ik nog altijd dat modern terrorisme niet los kan worden gezien van de mondialisering en de kloof tussen haves en have nots en dat, zoals ik toen schreef, 'terrorisme, migratie van arme naar rijke landen en westerse zelfgenoegzaamheid' onderdeel zijn van hetzelfde mondiale vraagstuk. Al ga je bijna terugverlangen naar die westerse zelfgenoegzaamheid uit de jaren negentig, als je de wanhopige zelftwijfel van nu beschouwt.

De meeste terroristen zijn kinderen van twee werelden

Mondialisering brengt mensen dichter bij elkaar op tal van manieren: is het gek dat dat schuurt?

De islamitische zelfmoordterrorist - en hoeveel westerse boeken zijn er al niet geschreven om zijn ziel te doorgronden? - is de ergste horzel die de golf van mondialisering ons bracht. Maar de toekomst zal moeten uitwijzen of zijn of haar steken verstorender zullen blijken dan een ander gevolg van de mondialisering: de begrijpelijke trek van mensen uit arme of disfunctionerende landen naar de rijke wereld.

Het is deze vraag waar vooral de Europeanen zich de komende tientallen jaren over moeten buigen, met hun breekbare postmoderne verzorgingsstaten direct grenzend aan het meest instabiele gebied ter wereld én aan het enige continent (Afrika) waar nog een bevolkingsexplosie verwacht wordt.

Een ander perspectief

Vijftien jaar na 9/11 gaat het Westen allerminst ten onder aan terrorisme - de grootste vrees, de koppeling van de motivatie van terroristen aan de technologie van massavernietigingswapens, kwam nog niet uit. De rechtsstaat bestaat ook nog. En het WTC is herbouwd.

Toch wordt het openbare leven in westerse landen beheerst door een gevoel van economische malheur en politieke crisis. De gelukkige vooruitzichten over mondialisering en economische groei waarmee we ons voedden in de jaren negentig hebben plaatsgemaakt voor onzekerheid, daadwerkelijke crisis en angst over wat komen gaat. Amerika lijkt niet alleen de regie te verliezen over de internationale politieke ordening, maar ook over de economische. Concurrerende machten zoals China en Rusland willen zelf regels schrijven en terwijl onze welvaart rust op meer dan een halve eeuw vrijhandel, zien bijziende westerse critici juist dát als legitiem onderwerp voor bittere politieke strijd.

De vrijhandelsgeest maakt plaats voor economische concurrentie en mercantilisme - een economische oorlog van allen tegen allen, waarin China het meest bedreven lijkt.

Vijftien jaar na 9/11 gaat het Westen allerminst ten onder aan terrorisme

Minder regels, minder controle

Want dat is het belangrijkste kenmerk van de ordening die zich aandient na Amerika's 'unipolaire moment': minder ordening, meer competitie. En minder op regels gebaseerde politiek betekent meer naakte machtspolitiek.

De 'opstand van de kiezers' in westerse landen tegen de gevestigde politiek is deels ook een uitdrukking van dit gevoel dat hun leiders de regie op tal van punten uit handen glipt. En dat het kapitalisme-cum-mondialiseringmodel dat nu onze welvaart bepaalt door niemand echt wordt gecontroleerd. Het verlies van controle, bijvoorbeeld over migratiestromen, de toename van verschillen tussen rijk en arm, zelfs binnen verzorgingsstaten: het zijn geen abstracte fenomenen meer die zich lenen voor academische discussies, het zijn ontwikkelingen op wereldschaal waarvan veel mensen in hun directe leefomgeving de gevolgen herkennen.

Wie vijftien jaar na 9/11 een tussenbalans probeert op te maken, ontkomt er moeilijk aan niet apocalyptisch terrorisme (zoals ik toen dacht) maar mondialisering als centrale uitdaging van deze tijd te beschouwen. We zien steeds scherper wat de wereld niet meer is (namelijk: unipolair) maar we zien nog niet goed wat de wereld dan wel aan het worden is. Het islamitische terrorisme is een bepalende factor geworden in een wereldorde waarin staten niet langer de enige spelers zijn - wat het oude spel van diplomatie en 'orde door regelgeving' deels buitenspel zet.

Beeld afp

Maar nog belangrijker voor de zich aftekenende internationale ordening is een vraag die we nog niet kunnen beantwoorden: hoe pakt de gelijktijdige ontwikkeling van een mondialiserende economie en een voortwoekerende technologische revolutie uit? Wat komt er terug voor de banen die nu verdwijnen? Zijn landen de komenden decennia nog in staat te bepalen wie er binnen hun grenzen wonen? En blijven massavernietigingswapens ook in de toekomst uit handen van terroristen?

Landen met de meest gecompliceerde, hoog ontwikkelde economieën hebben waarschijnlijke de betere kaarten in handen om met die veranderingen om te gaan. Maar ook daar kunnen de omwentelingen groot zijn. De wereld, en ook de buurt, worden nooit meer zo simpel als ze waren.

De wereld, en ook de buurt, worden nooit meer zo simpel als ze waren

Troostrijke gedachte

Maar dat wil niet zeggen dat de zon niet meer zal schijnen. In relatief korte tijd is de economische orthodoxie van het moderne kapitalisme al een paar keer dramatisch gewijzigd. Nadat ons eerst eeuwige groei beloofd was, heersen nu angst en onzekerheid. Maar wie zegt dat de veranderingen die nu op stapel staan niet opnieuw een onvoorzien - gunstig of ongunstig - effect zullen hebben? En we zouden bijna vergeten dat mondialisering al talloze miljoenen uit de bitterste armoede heeft getild.

Dus behalve de 'woedende' burger heeft ook de zwijgende meerderheid van 'genietende burgers' een punt: al die mensen in landen als Nederland, die het beste voor hebben met de aardbol en de chloorkip, er het beste van hopen en ondertussen een beetje chillen op het strand. Verandering doet pijn, maar wat over de horizon ligt, is niet bekend. Een troostrijke gedachte.

Vijftien jaar geleden boorden de vliegtuigen zich in het WTC, een uiting van atavistische geldingsdrang en primaire moordlust, geholpen door een levensgevaarlijke en wijdverspreide interpretatie van de islam. Maar als je nu in een vliegtuig stapt kun je op het schermpje in de stoel voor je live de tenniswedstrijden van de US Open volgen. Vooruitgang! We leven tegelijkertijd in de donkere Middeleeuwen en in een wondere sciencefictionfilm.

Arnout Brouwers is redacteur van de Volkskrant.