Direct naar artikelinhoud
NieuwsZorgkosten

Wijkteams geen wondermiddel in de zorg: kosten stijgen juist met 14 procent

De invoering van wijkteams in de zorg heeft geleid tot hogere kosten. Het idee was juist dat de zorg goedkoper zou worden als zij dichter bij de burgers zou worden gegeven. Wijkteams blijken gemiddeld 14 procent vaker door te verwijzen naar professionele hulp binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) dan de consulenten in gemeenten zonder wijkteams. Dit concludeert het Centraal Planbureau (CPB) vrijdag in een onderzoek naar wijkteams.

Een jeugd- en gezinscoach op bezoek bij een gezin in Rotterdam.Beeld Robin Utrecht / Nederlandse Freelancers

In 2015 hevelde het Rijk veel zorgtaken over naar de gemeenten, waaronder de jeugdzorg en de maatschappelijke ondersteuning. Meer dan driekwart van de gemeenten organiseerde dit door middel van wijkteams. Daar kunnen bewoners aankloppen voor hulp, of ze worden daarheen verwezen, door bijvoorbeeld de huisarts. Een lid van het wijkteam voert vervolgens een ‘keukentafelgesprek’ om te kijken hoe het probleem, bijvoorbeeld met schulden, het huishouden of lichamelijke beperkingen, het best kan worden opgelost. 

De bedoeling was dat de burger en zijn netwerk meer zelf zouden gaan doen, en dat de wijkteams minder zouden doorverwijzen naar professionele hulp. Het tegendeel blijkt waar. Vooral in de gemeenten waarin zorgaanbieders deelnemen in de wijkteams blijken deze teams meer hulp vragende burgers professionele hulp te adviseren, zoals dagbesteding, begeleiding, ondersteuning thuis of vervoer. In de gemeenten waar alleen een WMO-loket is, waar burgers heen kunnen met hun vraag om hulp, werd 14 procent minder doorverwezen naar duurdere, professionele hulp dan in gemeenten met wijkteams. Het zijn vooral kleinere gemeenten die geen wijkteams hebben.

Laagdrempelig

De onderzoekers noemen een aantal redenen voor het stijgende aantal doorverwijzingen, door vooral de wijkteams waarin ook zorgprofessionals zitten. Omdat de wijkteams laagdrempelig zijn, kunnen mensen er makkelijk terecht, en ook komen de hulpverleners buurtbewoners in nood op het spoor die zelf op eigen gelegenheid niet zouden hebben aangeklopt voor hulp. Wijkteamleden met een zorgachtergrond kennen het zorgaanbod goed. Ze denken in de eerste plaats aan optimale zorg en niet aan de kosten. Daardoor zouden ze gemakkelijker doorverwijzen dan de ambtenaren achter de WMO-loketten.

Daarbij zou het kunnen dat sommige zorgprofessionals vaker doorverwijzen naar de instelling waarvoor de teamleden zelf werken. Dit kan echter worden ondervangen als gemeenten hun in dienst zouden nemen. Uit eerdere onderzoeken was al gebleken dat het netwerk van hulpbehoevenden minder zorg op zich kan nemen dan vooraf was gehoopt door de beleidsmakers.

Geen wondermiddel

De wijkteams zijn dus zeker niet het wondermiddel voor zuinigere zorg, zoals vooraf werd gehoopt. Terwijl het bij de overheveling van de zorg naar de gemeenten, met de beoogde verschuiving van zwaardere naar lichtere zorg, cruciaal is om de zorg voor de gemeenten betaalbaar te houden. Maar het doel van passende hulp tegen lagere kosten is met de wijkteams niet bereikt.

Het CPB-onderzoek betreft de gestegen doorverwijzingen naar de WMO door de wijkteams, eerder werd al duidelijk dat ook het aantal doorverwijzingen in de jeugdzorg naar professionele zorg sterk is toegenomen. De gemeenten lopen daarbij tegen een enorm tekort aan van honderden miljoenen euro’s. Ook bij de WMO vrezen gemeenten nu grote tekorten op hun begroting. En nu de eigen bijdragen voor deze zorg vanaf dit jaar sterk zijn verlaagd, verwachten ze dat nog meer burgers een beroep gaan doen op hulp van de gemeente.

Volgens voorzitter Erik Dannenberg van Divosa, de vereniging van gemeentelijke directeuren in het sociaal domein, is de conclusie van dit rapport niet dat de wijkteams niet functioneren. ‘Je zou zelfs kunnen stellen dat uit deze resultaten blijkt dat sommige wijkteams precies dat doen waarvoor ze in het leven zijn geroepen. Ze helpen nu ook mensen die eerder niet hebben aangeklopt voor hulp.’

Ook is met de zorghervorming in 2015 de drempel voor de verpleeghuizen verhoogd. Mensen blijven langer thuiswonen, ook als ze al lichamelijke problemen hebben of beginnen te dementeren, en de gemeente moet hen ondersteunen in zwaardere problematiek dan voorheen.