Direct naar artikelinhoud
reportagekleinschalige woonzorg

Ouderen wonen heerlijk in een zorghuis,maar de huisarts is er maar druk mee

In villa’s en boerderijen opent het ene na het andere woonzorghuis voor ouderen de deuren – ‘vaak met een interieur uit een woontijdschrift’. Maar de zorg is er niet altijd op orde en daarom trekken huisartsen nu een streep.

Meneer Menkveld tekent op zijn kamer in Huize Hebe.Beeld Marcel van den Bergh

Gerrit Menkveld (92) kan niet meer zo goed lopen. Steunend op de rolstoel van een 86-jarige huisgenote komt hij toch nog best vooruit. Ze maken op deze mooie herfstmiddag hun dagelijkse ommetje. Plaats van vertrek: Huize Hebe, een zogenoemde kleinschalige woonzorginstelling midden in een woonwijk in Zeist. ­Gevestigd in een monumentale boerderij uit de jaren dertig, met een rieten dak.

Dit soort woonzorgvoorzieningen schiet als paddestoelen uit de grond. Als alternatief voor de grote verpleeghuizen, die veel ouderen of hun familie niet zien zitten. Te massaal, te onpersoonlijk.

In Huize Hebe krijgen zeven ouderen, de meesten dementerende 80-plussers, 24 uur per dag zorg. In dit relatief kleine woonzorghuis is plek voor elf bewoners. In oktober waren er drie sterfgevallen.

Menkveld mag dan hartklachten hebben, hij is helemaal bij de pinken – druk nu met het schrijven van zijn levensverhaal. In Huize Hebe voelt hij zich prettiger dan in de veel grotere zorginstelling waar hij tot een jaar geleden woonde. ‘De lange gangen deden me denken aan mijn militaire dienst. Dit huis herinnert me aan het huis waarin ik met mijn vrouw woonde, ook met een rieten dak. Hier zie ik bovendien telkens dezelfde gezichten. En ik kan hier blijven wonen tot mijn dood.’

Dat klinkt goed, en toch staat niet iedereen te juichen bij deze nieuwe zorghuizen. ‘Overal in Nederland worden ze nu uit de grond gestampt’, zegt huisarts ­Cornelie van der Burg uit Leersum. ‘Vaak in een mooi gebouw met een interieur uit een woontijdschrift. Ze serveren een mango in plaats van een kroket.’ Maar de zorg blijkt niet in alle huizen op orde te zijn en de huisarts is hoofdverantwoordelijk. ‘Dan is er geen specialist ouderen­geneeskunde beschikbaar of ze vergeten te overleggen met de huisarts.’

‘Onverantwoord’

Het kan volgens Van der Burg gevaarlijke situaties opleveren. ‘Dan komt er op vrijdagmiddag een nieuwe bewoner die zeldzame medicatie nodig heeft, en dan is er geen specialist. Dit is niet de expertise van de huisarts! Onverantwoord.’ Van der Burg heeft eerder dit jaar de inspectie ingelicht over een woonzorgvoorziening die in haar ogen geen goede zorg verleende.

Ook huisarts Henk Herberts uit Dieren heeft al eens de inspectie gebeld. Oude villa’s in de dorpen in zijn omgeving zijn omgebouwd tot zorghuizen. Lang niet allemaal hebben ze daar een specialist ouderengeneeskunde beschikbaar – zeker niet in de avonduren en in het weekend.

‘Dan bellen ze de huisartsenpost. Als ­iemand diabeet is en buikpijn heeft, dan is dat onze zorg’, zegt Herberts. ‘Maar van een verwarde, schreeuwende man die we midden in de nacht moeten zien, kennen wij de gebruiksaanwijzing niet.’

Daarom heeft Herberts een streep getrokken. ‘Wij behouden ons het recht voor om bewoners van zulke woonvormen met ernstige gedragsstoornissen niet in te schrijven als ­patiënt, als die een specialist ouderengeneeskunde ontberen.’

Er zijn inderdaad woonzorghuizen die zich niet aan de regels houden, erkent Teo Ruisendaal, directeur van de brancheorganisatie van kleine woonzorgvoorzieningen zoals Huize Hebe. Maar zulke huizen, die zo veel mogelijk beknibbelen op de zorg, laat Ruisendaal niet toe tot zijn club.

Ruisendaal ziet de vraag groeien. Familie vindt een regulier verpleeghuis niet goed genoeg en is bereid flink in de buidel te tasten. Hij begrijpt dat de huisartsen niet blij zijn als ze niet vooraf worden ingelicht als zo’n woonvoorziening in hun omgeving haar deuren opent. Hij kent ook huisartsen met een minder drukke praktijk die het als een verrijking zien.

Dat herkent Zion Jongstra, directeur van Dagelijks Leven, dat binnenkort zijn 34ste kleinschalige woonzorginstelling opent, in Sleeuwijk. Dagelijks Leven informeert huisartsen in de omgeving bij voorkeur negen maanden voor de opening van een nieuwe locatie om over samenwerking te praten. Elk huis herbergt twintig bewoners. Een plek kost 770 euro per maand – een prikkie in deze branche.

‘Er zijn huisartsen die het leuk vinden om met ons samen te werken’, zegt Jongstra. ‘Maar we hebben ook weleens discussie. Met een huisarts met een overvolle praktijk, die niet zit te wachten op onze bewoners.’

Het probleem is volgens Jongstra dat de financiering van behandelingen in zulke woonzorgvoorzieningen ‘niet ­logisch’ is geregeld. ‘De overheid wil dat je verpleeghuiszorg ook thuis kunt krijgen. Zo ziet ze onze bewoners: alsof ze thuis wonen. Zo worden wij bekostigd voor verpleegzorg aan huis. We zijn geen klassiek verpleeghuis, we proberen voor de bewoners een thuis te zijn. Waarbij we tegelijkertijd wel aan de kwaliteitseisen van een verpleeg­huis moeten voldoen.’

Ouderen in Huize Hebe krijgen Chinese bewegingsoefeningen Qi Gong.Beeld Marcel van den Bergh

Nuttige taken

Jongstra is deze ochtend in zijn zorghuis in Nunspeet, gevestigd in de voormalige burgemeesterswoning. In de woonkamer schilt Hennie Roelofsen (80) aardappelen van achter haar rollator. Haar medebewoners zitten aan tafel te kleuren. ‘Ik heb heel wat aardappels geschild in mijn leven’, zegt Roelofsen terwijl ze zich concentreert op de piepers. ‘Voor mijn gezin, maar ook in het hotel waar ik werkte.’

‘Wij proberen bewoners hier zo veel mogelijk zelf te laten doen’, zegt specialist ouderengeneeskunde Simone Grol, die in dienst is van Dagelijks ­Leven. ‘Mensen die moeilijk gedrag vertonen, voelen zich vaak beter als ze een nuttige taak hebben. Koffie zetten. Koek rondbrengen. Helpen met de maaltijd.’

Met collega’s beoordeelt Grol de bewoners minimaal twee keer per jaar. Hoe staat het met hun vaardigheid? Zitten ze lekker in hun vel? Zijn er aanpassingen nodig in hoe ze worden bejegend?

‘Bij dementerende bewoners met ­gedragsproblemen zou het beter zijn als ik de hoofdbehandelaar was’, vindt Grol. ‘Nu geef ik adviezen aan de huisarts, die het weer overneemt als hoofdbehandelaar. Dat is dubbel werk. Wij schuiven niet gemakzuchtig werk door naar de huisarts, dit is gewoon hoe het nu volgens de regels moet.’

In de huiskamer boven, waar muziek van Tom ‘Doris’ Manders klinkt, zit mevrouw Frieda tevreden te praten met haar pop, die ze zo nu en dan een kusje op de wang geeft. Haar buurman koestert zijn pluche hond. ‘We proberen uit te zoeken wat hun geluk en rust geeft’, zegt Grol. ‘Deze generatie heeft veel ­gezorgd, en dan kun je zo’n pop echt als je kind gaan beschouwen. Dat moet je ­weten als verzorger – dat je zo’n pop nooit zonder liefde moet oppakken.’

In de woonkamer van Huize Hebe in Zeist leggen een bewoonster en een vrijwilliger ondertussen een puzzel voor het raam. Verpleegkundige Heleen Gerrits (50) en haar man hebben deze kleinschalige woonvoorziening voor ouderen ­opgericht. ‘Dit is een plek voor eigenwijze ouderen.’

In Huize Hebe niet de driegangendiners, klassieke muziek en ‘loungesfeer’ die je in andere particuliere zorghuizen volgens Gerrits krijgt voorgeschoteld. Wel: ‘Een knus gevoel van thuis wonen. Een boerderij voelt veel meer als thuis dan een betonnen zorgcomplex, en de deur is hier niet op slot.’

De zorg is op orde, verzekert Gerrits – met twee verpleegkundigen en vijf verzorgenden. Huize Hebe heeft een overeenkomst met een specialist ouderen­geneeskunde die 24 uur per dag, zeven dagen per week oproepbaar is. ‘Goed dat de huisartsen een streep trekken. Wij weten dat er een spanningsveld is. Gelukkig kunnen wij met onze huisarts goed overweg. Maar zij weet dan ook: als huize Hebe belt, is het niet voor niets.’

Eigen bijdrage tot wel 4.000 euro per maand

Er zijn ongeveer zeshonderd woonzorginstellingen met tussen de tien en dertig (oudere) bewoners. Als deze bewoners verpleeghuiszorg nodig hebben (zorgzwaarte 5), dan krijgen zij een zogeheten volledig pakket thuis, een vergoeding van 201 euro per dag via de Wet langdurige zorg (Wlz), dat is 73 duizend euro per jaar. Voor een bewoner in een regulier verpleeghuis betaalt de overheid, eveneens uit de Wlz, 241 euro per dag, afgerond 88 duizend euro per jaar. Het verschil is dat in de woonzorginstellingen bewoners daarbij zelf nog een woonbijdrage betalen. Die kan variëren van ruim 700 euro in huizen van Dagelijks Leven, 1.950 euro per maand in Huize Hebe, tot boven de 4.000 euro per maand, in een uitzonderlijk luxe zorghuizen zelfs nog meer. Dergelijke particuliere huizen zijn alleen betaalbaar voor kapitaalkrachtigen.