Direct naar artikelinhoud
ReconstructieDe ontmaskeraar versus de 'Florida genius'

Hoe een simpel blogje over een ‘mad professor’ leidde tot een slepende smaadzaak

Een Nederlandse blogger en stichting Skepsis kwamen in hun strijd tegen pseudowetenschap in een Amerikaans smaadproces terecht dat hen naar de financiële afgrond bracht.

Beeld Johan Kleinjan

Eindelijk, na anderhalf jaar procederen, zou Pepijn van Erp horen of er een kans bestond dat hij in Amerika veroordeeld zou worden voor smaad. Een zenuwslopend moment voor de 46-jarige wiskundige en blogger die van het ontmaskeren van fraudeurs, pseudowetenschappers en kwakzalvers zijn levenswerk heeft gemaakt. Eind april kreeg hij het rapport opgestuurd. Het was de eerste inhoudelijke juridische weging – al die tijd had geen enkele rechter er serieus naar gekeken.

Onderwijl bleven de kosten maar oplopen.

Van Erp dacht in 2016 nog dat de rechtszaak die de 83-jarige Italiaans-Amerikaanse uitvinder Ruggero Santilli tegen hem had aangespannen rap verworpen zou worden. Dat elke rechter zou inzien dat het nergens op sloeg een Nederlandse blogger in Florida aan te klagen voor smaad en laster. Dat de termen ‘mad professor’ (gekke professor), ‘fringe scientist’ (pseudowetenschapper) en ‘cunning scam artist’ (sluwe oplichter), die hij op zijn site had gebruikt om Santilli te omschrijven, binnen de vrijheid van meningsuiting vallen. En dat de aanklacht van Santilli, kortom, geen hout sneed.

Maar zo ging het niet. Na twee jaar waren Van Erp en stichting Skepsis, de organisatie die zich ten doel stelt buitengewone beweringen aan een kritisch onderzoek te onderwerpen en waar Van Erp bestuurslid van is, bijna 250 duizend euro verder, voornamelijk aan advocatenkosten. Vrijwel de hele oorlogskas was eraan opgegaan, die de stichting speciaal voor dit soort doeleinden had gespaard. Faillissement dreigde.

Ook astronoom Frank Israel was als voorzitter van Skepsis aangeklaagd door Santilli, terwijl hij er welbeschouwd niets mee te maken had – het gewraakte blog schreef Van Erp op zijn persoonlijke website pepijnvanerp.nl. Desondanks hing een veroordeling hun beiden nog steeds boven het hoofd. En dat alles vanwege een simpel blogje met de titel ‘The Continuing Stupidity of Ruggero Santilli’. Hoe had het zover kunnen komen?

Juridische stappen

In de nazomer van 2016 ging de telefoon bij Van Erp thuis in Nijmegen, waar hij zijn meeste uren doorbrengt als blogger en huisvader; zijn vrouw is arts. Een medewerker van de webhost van zijn website vertelde dat er op dat moment in het kantoor in Breda een politieagent stond met een brief voor Van Erp, een dagvaarding. De vraag was of het bedrijf zijn adres mocht geven. Geef maar, zei Van Erp.

De brief hoefde hij eigenlijk niet eens te lezen; hij wist meteen waar het over ging. Een paar maanden eerder had hij al een ‘cease and desist’-brief gekregen van advocaat Joseph Parrish, namens diens cliënt Ruggero Santilli, een naam die Van Erp maar al te goed kende. Als hij niet direct zijn blogposts met de titels ‘The Continuing Stupidity of Ruggero Santilli’ en ‘Finding JV Kadeisvili – or Mailing with Ruggero M Santilli’ zou verwijderen, zou Santilli juridische stappen ondernemen.

Van Erp was niet onder de indruk van het ultimatum en stuurde een brief terug naar de advocaat om uit te leggen waarom zijn blogposts geen smaad of laster waren, de kritiek goed onderbouwd was en Santilli dus geen zaak had. En toen hoorde hij niets meer. Tot die dagvaarding.

Van Erp ziet het als zijn taak om complottheorieën en opmerkelijke wetenschappelijke claims te toetsen en te ‘debunken’, ontkrachten. Zo mengde hij zich met overgave in kwesties als 9/11, homeopathie, ‘Iceman’ Wim Hof en de fraude van Diederik Stapel. ‘Ik ben vooral geïnteresseerd in zaken die waar zouden kunnen zijn. Klinkklare onzin, zoals graancirkels, ufo’s of astrologie, laat ik meestal links liggen.’

Hij merkte hoe er wereldwijd veel pseudowetenschappers zijn die elkaar opzoeken op internet. ‘Ze richten wetenschappelijke bladen op die niet peer-reviewed zijn, geven elkaar prijzen.’ De strijd tegen dat soort figuren kan hoog oplopen, weet Van Erp. Het is een strijd die normaal gesproken vooral op afstand wordt gevoerd in venijnige blogs en op sociale media. Maar dit keer werd het zomaar een slopende en dure juridische veldslag, een uitzonderlijke zaak over het vrije woord en de waarheid.

Van Erp kwam Ruggero Santilli op het spoor toen hij zich in 2011 verdiepte in claims over de toepassingen van watergas, omdat hij wist dat daar ‘veel onzin’ tussen zat. Het was nota bene Diederik Samsom, destijds als PvdA-Kamerlid verantwoordelijk voor het energiebeleid, die Van Erp wees op Santilli, met de ironische tweet: ‘OMG! Hij is een HHO-believer.’ Oftewel: iemand die gelooft in de toepassingen van watergas (mengsel van waterstofgas en zuurstof, beter bekend als knalgas), zoals lassen of autorijden.

Hoe meer Van Erp las over Santilli, hoe meer hij gefascineerd raakte door deze excentrieke figuur die bij officiële gelegenheden het Grootkruis van Sint-Agatha om zijn nek draagt, de ridderorde van San Marino. Eind jaren zestig verhuisd van Italië naar Amerika om als wiskundige onderzoek te doen aan de University of Miami en later aan Harvard, keerde Santilli de wetenschap de rug toe nadat hij naar eigen zeggen verketterd werd door zijn collega’s – een complot dat Santilli tot op de dag van vandaag dwars zou zitten.

Over dat complot schreef hij in 1984 het boek Il Grande Grido  (De Grote Schreeuw, red.), met de ondertitel Ethical Probe on Einstein’s Followers in the U. S. A.- An Insiders View. Wie het waagt om Einsteins theorieën tegen te spreken, betoogde Santilli, wordt verbannen uit de academische wereld. In het boek bundelde hij de vele afwijzingsbrieven die hij kreeg van universiteiten. ‘Snubbed by mainstream, scrappy scientist sues’, schreef de St. Petersburg Times, een regionale krant uit Florida, in 2007 over de vele rechtszaken die Santilli voerde tegen critici. Om geld lijkt Santilli zich geen zorgen te hoeven maken. Zijn grootvader had meerdere fabrieken in Italië en vermoedelijk erfde kleinzoon Ruggero een deel van het kapitaal.

Na zijn terugtreding uit de academische wereld richtte Santilli zijn eigen onderzoeksinstituut op in Florida, met de non-descripte naam Institute for Basic Research, gaf twee eigen wetenschappelijke bladen uit en begon een paar bedrijven. Een daarvan heet MagneGas, een op Nasdaq genoteerde onderneming die een nieuw soort waterstofgas verkoopt gewonnen uit vloeibaar afval (bijvoorbeeld rioolwater en oude motorolie). Een revolutionaire uitvinding, volgens Santilli zelf, omdat MagneGas behoort tot een nieuwe familie van moleculen, ‘magneculen’ genoemd. Hoe het precies werkt kan Santilli niet prijsgeven, omdat het proces is beschermd door patenten.

Illustraties bij het verhaal over Skepsis, Pepijn van Erp wordt aangeklaagd voor Santilli.Beeld Johan Kleinjan

In het blad International Journal of Hydrogen Energy vond Van Erp een reeks artikelen die de werking van dit nieuwe gas betwisten. Eerst een stuk van Santilli waarin hij zijn ontdekking presenteerde, vervolgens een vernietigende ontkrachting van professor Joseph Calo (‘De auteur presenteert geen enkel wetenschappelijk bewijs dat het bestaan van het nieuwe HHO-gas ondersteunt’). Daarop reageerde Jerdsey Kadeisvili, een Georgische wetenschapper werkzaam bij het instituut van Santilli. Hij betoogde dat Calo niet serieus genomen kon worden, omdat hij het onderzoek niet had gerepliceerd.

Een dubieus wetenschappelijk argument, vond Van Erp, immers: bij buitengewone beweringen horen buitengewone bewijzen. Hij vroeg zich af: wie is deze Kadeisvili eigenlijk? Op internet was er haast niets over hem te vinden. Van Erp mailde het Institute for Basic Research en de Santilli Foundation dat hij een stuk schreef over HHO-gas en graag wat meer achtergrondinformatie over Kadeisvili wilde.

‘Cheater’

Hij kreeg meerdere defensieve en geïrriteerde mailtjes van verschillende adressen terug, uiteindelijk ook van Kadeisvili, die zijn eigen naam verkeerd spelde en zei dat Van Erp niet de benodigde kennis had om zich in deze materie te verdiepen. Van Erp zag dat de mailtjes, hoewel ze door verschillende mensen verstuurd zouden zijn, van hetzelfde IP-adres afkomstig waren. Dat geregistreerd stond op de MacBook Pro van Santilli.

Na wat mailtjes heen en weer had Van Erp nog altijd geen cv van Kadeisvili gekregen. Toen Van Erp de verdenking uitsprak dat Kadeisvili helemaal niet bestond, kreeg hij een mail van ene Richard Cox, lid van de International Committee on Scientific Ethics and Accountability, ook een organisatie van Santilli. ‘You are a dirty filthy puking man’, schreef Cox, waarna hij dreigde met een rechtszaak. Cox beweerde dat oud-CIA-agenten Van Erps computer al ‘gebugged’ hadden. Cox sloot af met: ‘U bent een bedreiging voor Amerika en de mensheid.’

Hier was iets mis – zoveel was Van Erp wel duidelijk. Hij schreef de hele zoektocht naar Kadeisvili op in de blogpost ‘Finding JV Kadeisvili – or Mailing with Ruggero M Santilli’, waarin hij onder meer noteerde dat MagneGas ‘lijkt op een piramidespel’, aangezien het bedrijf sinds de oprichting verlies maakte maar wel investeerders aantrok vanwege de beloftes van revolutionaire technologische vooruitgang. Van Erp deelde het blog in een forum van de Amerikaanse vereniging van sceptici, waar men enthousiast reageerde.

Verder gebeurde er niet veel. Er verschenen na verloop van tijd wat dubieuze blogs waarin Van Erp een ‘cheater’ werd genoemd en werd beweerd dat zijn website door Joden zou worden aangestuurd, stukjes geschreven door Santilli zelf, vermoedde Van Erp. Maar hij was niet geïntimideerd – wie er zijn werk van maakt om charlatans, kwakzalvers en fraudeurs te ontmaskeren, moet niet bang zijn om vijanden te maken.

Pas vier jaar later, in 2016, kwam Van Erp weer iets nieuws tegen van Santilli. Op YouTube zag hij een filmpje waarin Santilli een nieuwe ontdekking presenteerde: een telescoop met holle lenzen, in plaats van de gangbare bolle lenzen, die antimaterie zou kunnen waarnemen en zo onzichtbare deeltjes had vastgelegd. De video was al zo’n 200 duizend keer bekeken en ging vooral in paranormale kringen gretig rond. Een goede aanleiding voor een stukje, dacht Van Erp, vooral omdat de werking van de telescoop zo makkelijk te doorprikken was.

Het hele concept van antimaterielicht is ‘bullshit’, schreef Van Erp, want het antideeltje van een foton, waar licht uit bestaat, is dezelfde foton. Licht dat van antimaterie zou afkomen is dus identiek aan gewoon licht. Hij gaf de blogpost de titel ‘The Continuing Stupidity of Ruggero Santilli’. Is Santilli slechts een ‘mad professor’?, schreef Van Erp. Of is hij een ‘cunning scam artist’, een sluwe oplichter die zijn telescopen probeert te verkopen aan mensen die makkelijk in wetenschappelijk klinkende onzin trappen?

Al gauw kreeg Van Erp een mailtje van Carla Santilli. Hoe durfde hij haar man ‘stupid’ te noemen? Van Erp mailde terug dat hij niet haar man maar zijn ideeën dom noemde. Daarna begon mevrouw Santilli klachten te mailen naar stichting Skepsis. Die mails kwamen terecht bij de webmaster van skepsis.nl: Pepijn van Erp. Hij probeerde rustig uit te leggen dat hij de blog op zijn persoonlijke website had geschreven en dat de stichting er niets mee te maken.

Complot

Dat wilde Carla Santilli niet horen; ze vermoedde een groter complot waarin Van Erp slechts een pion was. Ze mailde ook naar de andere bestuursleden, maar omdat ze de adressen verkeerd had getypt, kreeg ze haar berichten terug. Weer een teken van een complot: ze verdacht Van Erp ervan dat hij de mails expres achterhield bij het bestuur. Niet lang daarna volgde de ‘cease and desist’-brief, die het wettelijk vereiste opstapje bleek voor de dagvaarding. Een rechtszaak was, hoe vreemd ook, onvermijdelijk geworden.

Beklaagden Van Erp en Skepsis-voorzitter Frank Israel vroegen advies aan hun vrienden van de Amerikaanse scepticivereniging: hoe moesten ze dit inschatten? Je kunt de zaak niet negeren, was het antwoord. Wie zich in Amerika niet verdedigt, kan bij verstek sneller veroordeeld worden. Ook kon Israel last krijgen van de zaak, omdat hij voor zijn werk als astronoom geregeld naar de Verenigde Staten reist. Dat was onacceptabel, besloten ze.

Van Erp en Israel namen een advocatenkantoor in Florida in de arm. De advocaten schatten dat de zaak hun zeker 10- à 20 duizend euro zou gaan kosten, met een tarief van 400 dollar per uur. Het probleem was wel dat het een civiele zaak betrof. In Nederland is smaad een kwestie van strafrecht, het Openbaar Ministerie besluit dan of een vervolging kans maakt en doet onderzoek. Civiele partijen kunnen eindeloos bekvechten. En wie veel betaalt aan onderzoek, heeft meer kans om te winnen.

Een tijd lang bleven Van Erp en Israel ervan uitgaan dat hun verzoek om de zaak niet ontvankelijk te verklaren snel gehonoreerd zou worden. Maar de rechter maakte geen aanstalten om inhoudelijk naar de zaak te kijken. Een jaar ging voorbij. Op aanraden van hun advocaten besloten Van Erp en Israel het een stapje hogerop te zoeken: als de zaak bij een federale rechtbank terechtkwam, was de rechter gebonden aan strikte deadlines.

De voorwaarde was wel dat Santilli meer dan 75 duizend euro schade had geleden door Van Erp. Om dat vast te stellen moesten de advocaten Santilli onder ede verhoren. Tijdens de latere verhoren, waarvan video’s op YouTube staan, droeg Santilli zijn ridderorde om zijn nek en trok hij fel van leer tegen het wetenschappelijk complot dat hem al jaren achtervolgt en waar Van Erp en Israel deel van zouden uitmaken. De belangrijkste reden om de rechtszaak aan te spannen, zei hij, was om Van Erp en Israel onder ede over dat complot te laten getuigen.

‘We zijn aangevallen door buitenlanders’, zei Santilli tijdens het verhoor. De meest vitale functie van Amerika lag onder vuur: ‘Onderzoek naar nieuwe wapens die Amerika nodig heeft om zich te verdedigen.’ In die aanval was Van Erp maar ‘a little puppet’, aangestuurd en gefinancierd door anderen. ‘Probeer mijn verklaring niet te manipuleren’, riep Santilli meermaals boos toen de advocaten doorvroegen. ‘Anders loop ik weg.’

In totaal had de reputatieschade hem 3 miljoen euro aan inkomstenderving gekost, betoogde Santilli. Een van zijn grootste grieven was het feit dat het blog van Van Erp boven aan de Google-resultaten stond als je op zijn naam zocht, direct onder de Wikipedia-pagina over hem. Dit zou wijzen op een samenzwering tegen hem van Google en Wikipedia, die pagina’s van zijn eigen sites die veel meer bezoekers trekken zouden wegmoffelen.

Dit hing volgens Santilli samen met het bredere complot. De Joodse wetenschappers die hem ooit wegstuurden bij Harvard vanwege zijn kritiek op Einsteins relativiteitstheorie, onder wie Nobelprijs-winnaar Steven Weinberg, zouden hem nog steeds tegenwerken. De link met Frank Israel was duidelijk, dacht Santilli: hij ging er onterecht van uit dat Israel Joods was vanwege zijn achternaam. Santilli ontkende overigens dat hij antisemitisch is door te zeggen dat zijn schoonzoon Joods is en hij vaak zaken heeft gedaan in Israël.

Uit het onderzoek van de advocaten was ook gebleken dat Santilli maar drie exemplaren van zijn telescoop had verkocht en dat het apparaat nooit echt in productie is genomen. De advertenties op Amazon en eBay waren slechts een marketingtest, volgens Santilli, om te kijken of er een publiek voor was. Santilli wilde geen telescoop ter beschikking stellen om te laten onderzoeken voor de rechtszaak.

Om sterker te staan schakelden Van Erp en Israel ook een expert in die de beweringen van Santilli over antimaterie tegen het licht kon houden. Antimaterie ‘gedraagt zich niet op de manier die Santilli beschrijft en zou niet waargenomen kunnen worden door de Santilli-telescoop’, schreef professor Maria Womack van de University of South Florida in haar rapport. ‘Het is legitiem om te twijfelen aan Santilli’s methodes (..) en om hem een ‘fringe scientist’ te noemen.’

Ook Auke-Pieter Colijn, natuurkundige en deeltjesfysicus van het Nikhef, het nationaal instituut voor subatomaire fysica, sluit zich aan bij de tegenwerpingen van Womack. ‘Technologie die wordt ontwikkeld op basis van een fundamenteel foute aanname over anti-licht is verdacht en gaat niet werken. Santilli valt in de categorie wetenschappers ‘Einstein-is-wrong’ en ‘De gevestigde orde werkt me tegen’.’

Intussen had Santilli ook een kort geding aangespannen om de blogposts van Van Erp vast te laten verwijderen, vooruitlopend op de winst die hij verwachtte. Voor het eerst – en voor het laatst, zou later blijken – ging een rechter de zaak inhoudelijk wegen. ‘Het vehikel dat Van Erp koos – een blogpost op zijn persoonlijke site – is populair voor deze vorm van debat’, schreef rechter Mark Pizzo op 20 april. ‘Een redelijk persoon zou daar controverse en gelijksoortige retoriek verwachten.’

De comments onder de blogpost beschreef Pizzo als ‘een nerdversie van een vuistgevecht’. Aangezien Van Erp de opmerkingen over ‘mad professor’ en ‘cunning scam artist’ als vraag had opgeschreven, vielen ze binnen de vrijheid van meningsuiting, ongeacht of de classificaties klopten. ‘Naar mijn mening hebben de aantijgingen van de eisers weinig kans van slagen.’

Een voorlopige overwinning die bescheiden gevierd werd door Van Erp en Israel. Maar de blijdschap was van korte duur toen ze realiseerden hoeveel kosten er al gemaakt waren: de getuigenverhoren, het expertrapport en het verdere onderzoek waren grote posten. Dan waren er nog de vele uren die de advocaten hadden gemaakt voor het indienen van allerlei moties, documenten en andere formulieren.

Bijna blut

De oorlogskas van 250 duizend euro van stichting Skepsis was bijna op. In de zomer werd een beroep gedaan op de 2.700 abonnees en donateurs en werd de publiciteit gezocht. ‘Skepsis bijna blut door rechtszaak’, kopte journalistenvakblad Villamedia. Binnen twee weken stroomde maar liefst 130 duizend euro binnen. Zevenhonderd mensen doneerden, sommigen een bedrag van een paar duizend euro. Hartverwarmend, vond Van Erp.

Dat geld zouden ze uiteindelijk niet nodig hebben. Op 17 augustus kwam er uitspraak over Frank Israel: de rechter oordeelde dat Israel buiten de jurisdictie van de rechtbank valt. Hij had, zoals Van Erp en Israel altijd al dachten, niets te maken met deze zaak. Daarna kwam er opeens beweging in de zaak.

De advocaten van Van Erp en Israel vernamen van de tegenpartij dat Santilli de zaak wel zou willen schikken. Een kans die Van Erp en Israel moesten grijpen, adviseerden hun advocaten. Natuurlijk waren ze nu aan de winnende hand, maar het was onduidelijk wanneer de rechter zou oordelen over Van Erp. En daarna kon Santilli nog in beroep. Als ze nu schikten, wisten ze zeker dat er niet meer kosten zouden komen.

Van Erp en Israel stelden een aantal strenge voorwaarden op voor de schikking, met de verwachting dat Santilli daartegenin zou gaan. Hij mocht niet meer in beroep gaan. Mocht Santilli in de toekomst opnieuw procederen tegen een publicatie, dan moest de verliezende partij alle kosten betalen. En ook zou er in dat geval sowieso geen jury oordelen over de zaak, want juryzaken over wetenschap zijn vaak onvoorspelbaar.

Het enige wat Van Erp en Israel moesten doen was de titel van de oorspronkelijke blogpost ‘The Continuing Stupidity of Ruggero Santilli’ veranderen. De secretaris van Skepsis stelde de – overduidelijk ironische – titel ‘Florida Genius Now Sees Invisible ‘Entities’’ voor. Tot hun verbazing stemde Santilli vrijwel direct in met alle eisen. Zijn enige aanvullende eis: dat de schikking binnen zeven dagen getekend zou zijn. En zo, met een onverwacht eindsprintje in september, was de wonderlijke zaak Santilli vs Van Erp zomaar voorbij.

Hoe kijkt Van Erp terug op de zaak? Is er een les uit te leren? ‘Het is natuurlijk erg wrang dat het zoveel geld heeft gekost, terwijl wij al die tijd gelijk hadden. De persvrijheid is voor zover ik kan zeggen niet serieus in het geding gekomen. Maar het Amerikaanse systeem is duidelijk in het voordeel van mensen met veel geld.’ Had hij de zaak kunnen voorkomen? ‘Ik heb na die eerste brief van zijn advocaat wel overwogen om wat felle woorden aan te passen, maar toen was het al te laat en werden we aangeklaagd.’

Het doorprikken en ontmaskeren blijft Van Erp in elk geval doen op zijn blog, met dezelfde polemische toon. ‘Ik hoop dat ik me niet onbewust laat censureren. Het is nog altijd hoognodig dat mensen de leugens of fouten van pseudowetenschap blootleggen, kijk naar kwakzalverij of de antivaccinatiebeweging. Ik zie het als mijn taak om tegengas te geven. En ik put ook gewoon veel plezier uit het puzzelen.’

Ruggero Santilli heeft niet gereageerd op een verzoek op commentaar.

Dodelijke ongevallen MagneGas

In juni is een 32-jarige medewerker van MagneGas, het bedrijf dat wordt gerund door de zoon van Ruggero Santilli, overleden toen een gascilinder ontplofte bij het verplaatsen ervan. Het was de derde keer dat een ontploffing bij MagneGas leidde tot een levensgevaarlijke situatie. In 2015 overleed een 29-jarige man bij een routineklus met een cilinder. In 2010 ontplofte een cilinder en viel door het door dak van een nabijgelegen kerk. Daarbij raakte niemand gewond. 

Twee bekende zaken waar stichting Skepsis invloed op had

Robbert van den Broeke

Eind 2005 schreef Rob Nanninga van stichting Skepsis een stuk over Robbert van den Broeke, een medium op RTL 4. In een aflevering van het programma Er is zo veel meer deed hij een reading voor een vrouw. Van den Broeke zei meer te weten over haar vorige leven en haar overleden man, waarbij hij zei dat haar echtgenoot een ‘genverbrander’ was geweest. Nanninga kwam erachter dat Van den Broeke deze informatie vooraf had opgezocht op een genealogische website. Het beroep ‘genverbrander’ was een typefout en had ‘geneverbrander’ (jeneverbrander) moeten zijn. Twee maanden later werd in februari 2006 bekendgemaakt dat vanwege de onthullingen van Skepsis er geen nieuwe afleveringen met Van den Broeke zouden worden gemaakt en herhalingen werden geschrapt.

Jomanda en Sylvia Millecam

In 2001 overleed de tv-presentatrice Sylvia Millecam aan borstkanker. Nadat ze was gediagnosticeerd, zocht de actrice second opinions, onder meer van het genezende medium Jomanda en twee alternatieve genezers. Ze zeiden dat Millecam geen kanker had, maar leed aan een zekere bacteriële infectie. Millecam ging snel achteruit waardoor de kanker niet meer behandeld kon worden. Het Openbaar Ministerie staakte de vervolging na geconcludeerd te hebben dat Millecam haar beslissing zelfstandig had genomen. Op dat moment namen stichting Skepsis en de Vereniging tegen de Kwakzalverij juridische stappen om het OM te dwingen de zaak voort te zetten. In 2009 liep de zaak af met een veroordeling van de twee alternatieve genezers, maar vrijspraak voor Jomanda.