Direct naar artikelinhoud
Interviewmet de Amerikaanse psycholoog Jesse Bering

‘Ik wil benadrukken dat je niet vreemd, gek of ziek bent als je suïcidale gedachten hebt’

Zie suïcidale gedachten liever als onderdeel van het mens-zijn dan als indicatie van een ernstige psychiatrische stoornis. Dat zegt de Amerikaanse psycholoog Jesse Bering, die zich erin verdiepte om zijn eigen doodsverlangen te bezweren.

‘Ik wil benadrukken dat je niet vreemd, gek of ziek bent als je suïcidale gedachten hebt’
Beeld Krista van der Niet

Vlak achter het huis waar hij als tiener woonde, stond een machtige eik. Uit de kroon stak een tak als een gigantische arm met een gekromde elleboog. ‘Het was de perfecte plek, vond ik, om mijzelf op te hangen’, schrijft de Amerikaanse psycholoog Jesse Bering in zijn boek Een zelfgekozen einde. Hij deed het niet. Om te voorkomen dat hij zich in de toekomst alsnog van het leven berooft, begon hij een zoektocht naar wetenschappelijke kennis over suïcide. En misschien helpt het de lezer ook, zegt hij in een Skype-gesprek. Een gewapend mens telt voor twee.

 U stelt in uw boek dat iedereen suïcidaal kan worden.

‘Ja. Ik wil benadrukken dat je niet vreemd, gek of ziek bent als je suïcidale gedachten hebt. Het is vrij gewoon om soms aan jezelf of het leven te willen ontsnappen. Dat is een universeel menselijk fenomeen. Het ook dóén is gelukkig vrij zeldzaam. Maar we zitten op de verkeerde weg door suïcide te medicaliseren. Daarmee leggen we het risico op zelfdoding buiten onszelf, want wie overweegt uit het leven te stappen moet wel een ernstige psychiatrische stoornis hebben. Dat klopt volgens mij niet. Iedereen kan door een bepaalde gebeurtenis meegezogen worden, in een negatieve spiraal raken. Levensmoeheid is een fundamenteel onderdeel van het mens-zijn en daar moeten we mee om leren gaan.’

Iemand die suïcide pleegt is negen van de tien keer iemand met een mentale ziekte als depressie of een bipolaire stoornis. Dus het is wel degelijk een medisch probleem.

‘Die 90 procent baseren we op ‘psychologische autopsies’. Als iemand zichzelf van het leven berooft, komt er vaak een onderzoek naar de psychische gezondheid van de overledene op gang op basis van eventuele dagboeken, brieven en gesprekken met vrienden en familie. Die informatie wordt beoordeeld door medici die weten dat ze met zelfdoding te maken hebben. Als je een mentale aandoening vermoedt, zul je hem vrijwel zeker vinden. Laat je hetzelfde dossier beoordelen door medici die niet weten dat het om zelfdoding gaat, krijg je andere uitkomsten. Los daarvan is niet iedereen met een depressie suïcidaal. Ongeveer 5 procent van de mensen met een ernstige depressie slaat de hand aan zichzelf. De meeste depressieve mensen doen dat dus niet.’

Maar de ene mens is wel kwetsbaarder dan de ander.

‘Ja. Mensen die kwetsbaar zijn voor suïcide zien zichzelf vaker dan gemiddeld als mislukt, ze geven zichzelf overal de schuld van, vinden dat iedereen beter is dan zijzelf. Ze hebben een talent om zich op te laten vreten door angst, schuld, schaamte en zorgen. Er zijn ook mensen bij wie zelfdoding veel voorkomt in de familie. Maar het is altijd nature and nurture.

‘En bij nurture zijn er ook sterke aanwijzingen dat het helpt als je geworteld bent, als je het gevoel hebt dat je nodig bent. In oorlogstijd zie je zelfmoordcijfers vaak scherp dalen, waarschijnlijk omdat de individuele verschillen vervagen en de aandacht verschuift naar de groep. Na de moord op John F. Kennedy en de aanslagen van 9/11 zag je ook eenzelfde snelle daling van de suïcidecijfers.’

U schrijft over de mens als ‘de aap die springt’. U gelooft niet dat andere dieren zichzelf van het leven beroven?

‘Nee. Daar is eigenlijk alleen anekdotisch bewijs voor, vooral bij dolfijnen. Er wordt al honderden jaren veldwerk gedaan met chimpansees, de levende diersoort met wie we met meest verwant zijn. Er is nog nooit een incident gerapporteerd van een aap die in de hoogste boom klom en zich naar beneden liet vallen. Ik zeg niet dat dieren niet kunnen lijden, ze kunnen in een depressie raken, hun eetlust kwijtraken met de dood als gevolg. Maar zelfdoding? Nee. Zelfdoding is altijd gerelateerd aan complexe emoties als schuldgevoel, je afgesneden voelen, de pijn van statusverlies en schaamte. Vooral schaamte. Daarvoor moet je je in een ander kunnen verplaatsen en vervolgens naar jezelf kijken met de blik van een ander. In evolutionair opzicht is dat een complex kunstje dat uniek is voor mensen.’

U vindt dat de medische verklaring voor suïcide tot blikvernauwing leidt. Wat missen we?

‘Jezelf doden, en jezelf van de mogelijkheid beroven om je genen te verspreiden, staat natuurlijk haaks op het evolutionaire perspectief. Maar als je ziet dat zelfdoding van alle culturen en tijden is, van de jagers en verzamelaars van 150 duizend jaar geleden tot en met de moderne kosmopoliet van nu, moet het wel haast een functie hebben om de soort te helpen overleven. Ik bedoel niet dat het iets ‘goeds’ is voor de mens, maar dat het functioneel is vanuit het perspectief van onze genen. 

‘Er is enig bewijs voor. Mensen die het risico lopen zichzelf van het leven te benemen, zijn vaak mensen die zichzelf als een last zien voor hun familie. Bovendien is de kans dat ze zichzelf in de toekomst gaan reproduceren vaak klein, bijvoorbeeld omdat ze medische problemen hebben of geldproblemen. Het is een mogelijke verklaring voor het feit dat homo’s – ik ben zelf ook homo – vaker suïcide plegen. Moeders met opgroeiende kinderen plegen zelden zelfmoord. Als hun kinderen op zichzelf gaan wonen, valt die bescherming weer weg.’

Sterke schommelingen in aantal zelfdodingen

Over een langere periode bekeken valt op dat het aantal zelfdodingen flink fluctueert. Met 11 suïcides op 100 duizend inwoners zijn we terug op het niveau van 1970, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De afgelopen jaren nam opeens het aantal zelfdodingen onder jongeren toe enorm toe. In de leeftijdsgroep van 40 tot 60 jaar komt zelfdoding het meeste voor. Vier van de tien suïcides worden gepleegd door mensen van middelbare leeftijd.

Jesse Bering groeide op in een kleingeestig stadje in het landelijke Amerikaanse Midwesten. Niet de ideale plek – al helemaal niet in de jaren tachtig – om uit de kast te komen als homo. Hij stond stijf van de angst, stress en schaamte dat iemand zijn geaardheid zou ontdekken. Op de vraag wat hem ervan weerhield zelfmoord te plegen, valt een korte stilte. ‘Ik heb de laatste fase van het suïcidale proces niet bereikt. Uit angst voor de lichamelijke pijn, denk ik. Mijn mentale lijdensweg was blijkbaar niet erg genoeg om mijn angst voor de fysieke pijn van de zelfmoord te overwinnen. Kun je nagaan wat de mentale pijn is van iemand die een fles bleekwater drinkt.’

Zijn verlangen om dood te gaan keerde in alle hevigheid terug tegen zijn 40ste nadat hij zijn succesvolle wetenschappelijke carrière als psychologisch onderzoeksleider in Ierland en hoogleraar in de psychologie in de VS aan de wilgen had gehangen. Hij ging boeken en populair wetenschappelijke artikelen schrijven over sensationele thema’s, veelal gerelateerd aan seks. Hij liep talkshow in en talkshow uit, gezaghebbende bladen schreven stukken over hem, maar zijn geld raakte op. Zijn wetenschappelijke geloofwaardigheid stortte in. De prozac (die hij nog altijd slikt) bood geen soelaas. ‘Het was een donkere tijd, terwijl ik mij verplicht voelde om grappig te zijn en lichtvoetig. Ik zag mijzelf als een bedrieger. Gelukkig kwam er toen, uit het niets, een aanbod van de universiteit van Nieuw-Zeeland om wetenschapscommunicatie te doceren. Die kans heb ik met beide handen aangegrepen.’

Jesse Bering.Beeld Juan C. Quiles.

Wist je omgeving in die tijd dat je suïcidaal was?

‘Mijn partner en mijn familie wisten dat ik het moeilijk had, maar aan mijn doodsverlangen gaf ik geen uiting. En dus wisten ze het niet. Dat wil ik ook duidelijk maken met dit boek: wij zijn geen gedachtenlezers. We kunnen niet in andermans hoofd kruipen. Zelfs professionele hulpverleners herkennen het vaak niet als hun patiënt suïcidaal is. Maar suïcidale mensen zelf kunnen de stadia herkennen waarin ze zitten. Ik hoop dat mijn boek daarbij helpt. Als je herkent in welke fase je zit, kun je proberen de storm uit te zitten. Vaak zijn er maar een paar momenten dat je acuut suïcidaal bent en zoiets duurt nooit langer dan 24 uur. Daarna ben je niet happy, en je voelt je nog steeds gedeprimeerd, maar dan doemen voorzichtig weer nieuwe oplossingen op.

‘Wat de lezers misschien ook helpt, is het besef dat ze als het ware het ‘recht’ hebben om soms dood te willen. Dat het normaal is dat soms te willen. Dat alleen al kan heel therapeutisch werken.’

Afscheidsbriefjes

30 procent van de mensen die suïcide plegen laat een afscheidsbriefje achter. Het zijn korte briefjes, gemiddeld zo’n 150 woorden. Opvallend is het overvloedige gebruik van de eerste persoon enkelvoud: ‘ik’ en ‘mij’. Er wordt zelden een reden voor de zelfdoding gegeven of een diepere gedachte aan het papier toevertrouwd. Het gaat vaak om hele alledaagse boodschappen als ‘Vergeet niet de kat eten te geven’ of ‘De energierekening moet nog betaald’. Volgens Bering proberen mensen met dit soort praktische zaken de overstelpende emoties die ze doormaken op afstand te houden.

Er wordt vaak gezegd dat als iemand echt dood wil, je hem of haar met geen mogelijkheid kan stoppen.

‘Als je echt zelfmoord wil plegen omdat je mentaal lijdt, niet te verwarren met euthanasie omdat je ernstig ziek bent, verkeer je in een veranderde staat van bewustzijn. Het vermogen om beslissingen te nemen is aangetast. Wat dan nog wel werkt zijn heel simpele preventieve maatregelen. Zoals: geen geweer in huis hebben. Vlak bij mijn huis is een klif waar soms mensen – vooral jongeren – vanaf springen. De autoriteiten hebben een hek geplaatst waardoor je niet meer met je auto tot het randje kunt rijden. Je moet je auto parkeren en daarna een mijl lopen naar de rand van de klif. Sindsdien is het aantal suïcides hier gedaald. Er zijn natuurlijk tragische gevallen. In mijn boek schrijf ik over Victoria die haar zelfdoding maandenlang voorbereid had. Die zelfs vlak van tevoren haar moeder nog bezwoer dat ze zich nooit van kant zou maken. Geen enkele zelfmoord is hetzelfde.’

U hebt het boek ook geschreven om greep te krijgen op uw eigen doodswens, mocht die terugkomen.

‘Ik wilde vooral het fenomeen suïcide uiteenrafelen vanuit verschillende disciplines. Dat was er nog niet, voor zover ik weet. Maar als ik weer in een hele donkere periode terechtkom, hoop ik dat mijn boek mij eraan zal herinneren dat ik in die omstandigheden niet helder kan denken. Dat ik dus geen beslissingen moet nemen. Dat ik beter kan gaan slapen – een soort tijdelijke zelfmoord noem ik dat weleens. En als ik mijn boek erbij pak, hoop ik de stem van mijn rationele en verstandige ik te horen. En dat die krachtig genoeg is om weerstand te bieden aan die emotionele vloedgolf die dan over mij heenspoelt, om die uit te zitten.’

‘Een zelfgekozen einde’. Waarom mensen zelfmoord plegen. Jesse Bering. Uitgeverij Nieuw Amsterdam.

Praten over gedachten aan zelfdoding kan bij de crisislijn van 113zelfmoordpreventie. 0900-0113 of www.113.nl