Direct naar artikelinhoud
ReportageMarathon van Amsterdam

Met kramp in beide benen wordt Michel Butter Nederlands kampioen tijdens marathon van Amsterdam

Michel Butter is tijdens de marathon van Amsterdam Nederlands kampioen geworden, met kramp in beide benen. ‘Met de marathon valt niet te spotten.’

Michel Butter en Edwin de Vries langs de Amstel na 24 km. Butter verslaat clubgenoot en vriend de Vries in de laatste meters van de marathon en wordt Nederlands kampioen.Beeld Klaas Jan van der Weij

Butter (32) wil deze zondag vooral lekker lopen. Onbevangen, zonder dat hij de blik vooral op de ruggen van tempomakers hoeft te richten of zo’n beetje elke kilometer moet controleren of hij wel op schema ligt.

Het draait op marathons al zo vaak om toptijden of limieten. Op de 43ste editie van Amsterdam telt voor hem het Nederlands kampioenschap. Hij is de uitgesproken favoriet. Met een persoonlijk record van 2.09.58 staat hij vierde op de Nederlandse ranglijst. Na Gerard Nijboer, Kamiel Maase en Abdi Nageeye, de snelste. De eerste twee zijn al lang gestopt, de laatste is geblesseerd. Hij hoopt deze dag op strijd. Dat is volgens hem toch de essentie op deze afstand. Hoe deel je de race in? Hoe is je tegenstander er aan toe? Waar denk je ze te kunnen kraken? Vooraf zei hij: ‘Ik ben de enige die zondag kan verliezen.’

Als hij in het Olympisch Stadion als eerste Nederlander over de finish komt in 2.17.18 – voor zijn doen een matige tijd, zes seconden voor teamgenoot Edwin de Vries – suggereert een grijns even dat een bitter gevecht is uitgebleven. Maar dan vertrekt plotseling zijn gezicht, grijpt hij naar zijn hamstrings en gaat hij krimpend van pijn languit op het tartan liggen. Dochtertje Milou (2,5) snelt toe en probeert hem overeind te trekken.

Stukken banaan liggen klaar onderweg.Beeld Klaas Jan van der Weij
Gelletjes liggen klaar onderweg.Beeld Klaas Jan van der Weij

Stevige confrontatie

Een stevige confrontatie is het wel degelijk geweest. Ronald Schroër, die in 2010 zilver haalde op de NK marathon, verlaat na vier kilometer een groep met vooral Nederlandse atleten en bouwt een voorsprong op van een minuut. Butter spoort de anderen aan langs de Amstel gezamenlijk de jacht in te zetten. Na dertig kilometer is Schroërs eenzame ontsnapping ongedaan gemaakt.

Vanaf 37 kilometer, als alleen De Vries als titelconcurrent overblijft, voelt Butter zijn hamstrings opspelen. Hij probeert te ontspannen, maar vreest intussen een versnelling. ‘Als Edwin maar iets had gedaan, was ik eraan geweest’, zegt hij, weer overeind gekrabbeld. Dat de kramp in beide bovenbenen was geschoten, wijt hij aan een korte voorbereiding. ‘Met de marathon valt niet te spotten.’

Michel Butter komt over de finish in het Olympisch Stadion tijdens de TCS Amsterdam Marathon 2018.Beeld ANP

Berlijn

Amsterdam stond dit seizoen niet eens op het programma. Het doel lag in Berlijn, op de Europese kampioenschappen afgelopen augustus. Hij wilde daar voor een medaille gaan. Daarom trainde hij intensief in Portugal en Kenia, totdat een blessure aan zijn bilspier een einde aan de ambities maakte. Dat was slikken. Twee weken vakantie in Frankrijk, in de stacaravan, dienden om de batterij weer op te laden. Langdurige passiviteit is niks voor hem. Na terugkeer liet hij zijn trainer weten dat hij dit jaar toch een marathon wilde lopen.

Op het parcours in Amsterdam liggen herinneringen vol emoties. In 2012 liep hij die 2.09.58. In 2015 deed hij er 2.11.08 over, acht seconden boven de limiet voor de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Hij was er verdrietig over, maar ook trots op. Hij had eruit gehaald wat er in zat, hij had gewoon een steengoede marathon gelopen.

Dat zijn toptijd alweer zes jaar geleden is, deert hem niet. Dat is niet de graadmeter. Nee, zijn grootste prestatie is veel recenter: vorig jaar, in New York. Hij eindigde er als zesde, hij liep zelfs voorop toen de kopgroep First Avenue opdraaide. ‘Dat ik kon meestrijden met de top acht gaf me zoveel energie. Daar ging het vuurtje weer branden. Ik wist: ik kan nog groeien.’

Tokio hoofddoel

Butter kijkt alweer vooruit, naar volgend jaar, als de kwalificaties voor de Olympische Spelen zich aandienen. Tokio is het hoofddoel. Hij gaat races uitkiezen die hem aanspreken. Misschien mikt hij op een limiet, misschien gaat hij voor een hoge klassering in een grote marathon. Als hij maar eens gedurende langere tijd vrij van pijntjes en blessures kan blijven. Sinds zondag is weer eens glashelder dat dit voor een marathonloper allerminst vanzelfsprekend is. De kleine Milou weet het intussen ook.

Volbracht maar dorst na afloop.Beeld Klaas Jan van der Weij

Parcoursrecord Lawrence Cherono 

Het gaat alsmaar sneller in Amsterdam. De Keniaan Lawrence Cherono (30) verbeterde zondag het parcoursrecord dat hij vorig al liep met meer dan een minuut: van 2.05.09 naar 2.04.06. Daarmee is Amsterdam de snelste marathon van Nederland. Rotterdam voerde met 2.04.27 vanaf 2009 de ranglijst aan.

Ook de nummers twee en drie, de Ethiopiërs Mule Wasihun en Solomon Deksisa, bleven in Amsterdam ruim onder het vorige record. Cherono liet zijn medevluchters op luttele kilometers voor de finish achter zich. Hij schreef zijn zege toe aan de perfecte omstandigheden: aangename temperaturen en weinig wind.

Directeur Cees Pronk van de TCS Amsterdam Marathon is niet van plan het parcours zodanig aan te passen dat nog snellere tijden mogelijk worden. De passage langs de Amstel, waar de wind vrij spel heeft, en de tunnel onder de Wibautstraat gelden als lastige gedeelten. Maar een race die zich uitsluitend in de stad afspeelt, staat volgens Pronk de halve marathon in de weg. ‘We zijn er ook voor de breedtesport.’

Het debuut van Kenenisa Bekele op een marathon in Nederland liep uit op een teleurstelling. Op 1,5 kilometer voor de finish besloot de meervoudig olympisch kampioen op de 5 en 10 kilometer te stoppen en naar zijn hotel te wandelen. Lang liep hij op de voorste rijen van een groep koplopers, pal achter Edwin Kiptoo, de gangmaker. Maar toen Cherono versnelde, was de Ethiopiër een van de eersten die moesten passen.

Miranda Boonstra Nederlands kampioen

Miranda Boonstra kon haar emoties na het passeren van de finish niet de baas. Het waren vreugdetranen, hoewel ze zelf de tijd van 2.42.07 ook niet bijzonder vond. Ze is toch weer Nederlands kampioen en dat op 46-jarige leeftijd.

Ze was het al eerder, in 2012 en 2015. Daarna vreesde ze dat haar loopbaan voorbij was. Een blessure aan de achillespees bleek hardnekkig. Een operatie vorig jaar hielp niet. Totdat ze afgelopen mei haar heil zocht bij een acupuncturist. En zie: ze loopt sindsdien pijnvrij. Boonstra: ‘Lopen is mijn ding. Het doet zoveel pijn als je niet kunt wat je zo graag doet. Nu kan het weer, na drie rotjaren. Velen zeiden: je bent 46, doe normaal. Mensen denken zoveel in hokjes. Als je 46 bent, ben je te dik of te oud. Je moet gewoon doen waar je blij van wordt.’ Is haar titel het begin van een herstart of de voltooiing van een carrière? ‘Het begin van een voltooiing’, zegt Boonstra. Ze wil nog de marathons van Boston en Tokio lopen. ‘Als ik die heb gedaan, ben ik wel klaar.’