Direct naar artikelinhoud
ReportageSeung-Hoon Lee

Marathonschaatser Seung-Hoon Lee is nog niet in topvorm, en zijn schaatsen had hij ook niet bij zich

De nieuwe aanwinst van de schaats­marathon­ploeg AB Vakwerk, de Zuid-Koreaan Seung-Hoon Lee, zou zaterdag op de Jaap Eden IJsbaan debuteren.

Seung-Hoon Lee.Beeld Getty Images

‘In die zak zit zijn snijvaste wedstrijdpak.’ Teun Breedijk, teammanager van schaatsmarathonploeg AB Vakwerk, wijst op een plastic zakje op tafel. Hij staat zaterdagavond net binnen het hek van de Jaap Eden-ijsbaan in Amsterdam te wachten op de nieuwste aanwinst van de ploeg: tweevoudig olympisch kampioen Seung-Hoon Lee uit Zuid-Korea.

Het was een verrassend bericht afgelopen week dat de marathonploeg de winnaar van de massastart in Pyeongchang naar Nederland had gehaald. Twee maanden was Breedijk ermee bezig geweest. Het was een heel geregel, van een verblijfsvergunning tot huisvesting, maar het was gelukt. Dinsdag landde de Koreaan, die in 2010 de olympische 10 kilometer won na de diskwalificatie van Sven Kramer, op Schiphol. Na drie nachten in een huisje op camping ‘De Veenhoop’ achter Drachten verhuisde hij vrijdag naar een appartementje in Heerenveen.

Net op tijd was alles rond en zo kon de Koreaan aan de start van het marathonseizoen in Amsterdam verschijnen. Breedijk had donderdag alvast de belangrijkste regels voor hem samengevat. ‘Tijdens de eerste 500 meter mag je niet wegspringen en als je op een ronde wordt gezet moet je uit de wedstrijd. Moeilijker is het niet.’

Te laat

Moeilijk is het wel om zaterdagavond een parkeerplek te vinden in Amsterdam. Terwijl een voor een zijn nieuwe ploeggenoten door het hek komen, ontbreekt van Lee lang ieder spoor. Dan krijgt Luc ter Haar, een van de schaatsers bij de ploeg, een berichtje op zijn telefoon. ‘Ik ben in de buurt, maar zoek nog een parkeerplek’, stuurt Lee. Dat kan even duren, want in de straten rond de ijsbaan staan overal de auto’s bumper aan bumper tegen de stoeprand.

Een paar minuten later volgt een nieuw appje. Het is een foto van Lee’s huurauto geparkeerd op een kruispunt ergens in de woonwijk met als onderschrift: ‘mag ik hier parkeren?’. Breedijk lacht eventje. ‘Hij zou eigenlijk met Luc meerijden, maar hij wilde liever zelf.’

Eindelijk is het dan zover. Een uur voor de wedstrijd schuift Lee, samen met zijn vrouw, door het toegangspoortje. In zijn kielzog een cameraman en verslaggever van de NOS. De Koreaan krijgt van een van de vrijwilligers een sjaaltje van de hoofdsponsor van de wedstrijdcyclus in zijn handen geduwd. Even later volgt nog een vrolijk tasje. Hij kijkt verbaasd naar zijn nieuwe bezittingen, die door Breedijk nog worden aangevuld met een helm en zijn wedstrijdkleding.

Geen schaatsen

‘Hoe vind je het in Amsterdam?’, vraagt de NOS-verslaggever. Lee kijkt omhoog naar het diepe donker boven de helverlichte ijsbaan alsof hij daar een panorama over de stad verwacht. ‘Het is fantastisch om hier te zijn’, besluit hij even later in gebrekkig Engels. Zijn vrouw probeert net buiten het zicht van de camera wat tolkwerk te verrichten, maar veel levert het niet op.

Na nog een paar korte vragen en moeizame antwoorden snelt Lee achter Breedijk aan naar een gebouwtje verderop. Daar, op de eerste verdieping met uitzicht op de vrouwenwedstrijd, blijkt tijdens de teambespreking dat de taalbarrière nog verder rijkt. ‘Echt?’, reageert Lee geschrokken als hem verteld wordt dat hij over minder dan een uur het ijs op moet. ‘Moet ik vanavond nog rijden?’ Hij lacht er vertwijfeld bij. Hij heeft helemaal geen schaatsen bij zich. Die liggen nog in Heerenveen.

Uit vorm

Na een zomer waarin hij meer op de golf- dan ijsbaan stond en zijn olympisch succes uitbundig had gevierd, is Lee behoorlijk uit vorm in Nederland aangekomen. Breedijk had al voor zijn entree op de Amsterdams ijsbaan gewaarschuwd voor te hoge verwachtingen. ‘Hij is nog niet topfit. Ik denk niet dat hij vanavond uit zal rijden.’ Maar dat gebrek aan vorm was geen reden om niet te starten, vond de ploegleiding en zo hadden ze het twee dagen eerder ook met hem afgesproken, dachten ze. Hij zou de wedstrijd aanvangen en kijken hoever hij komen zou. Lee had geknikt, maar het niet begrepen, het tolken van zijn vrouw ten spijt.

En zo staat, terwijl zijn ploeggenoten aan de eerste marathon van het schaatsseizoen beginnen, Lee met een kopje koffie aan de zijkant van de baan, leunend op de opblaasbare boarding. Hij laat zich nog een keertje interviewen - ‘sorry for my English’ - en probeert aan zijn vrouw uit te leggen waar ze naar staan te kijken. Ongemerkt loopt Arjen van der Kieft achter hem voorbij, de man die hij in 2010 op weg naar goud op de 10 kilometer in Vancouver dubbelde.

Voor zich ziet hij hoe Peter Michael probeert zijn medekoplopers te slopen met demarrage op demarrage. De Nieuw-Zeelander die bij de Spelen brons op de massastart pakte en wel getraind heeft afgelopen zomer komt niet weg. Sjoerd den Hertog wint, voor Arjan Stroetinga. Het zijn de sprinters die Lee de komende winter, na wat meer training, moet zien te verslaan. Maar dan moet hij wel zijn schaatsen bij zich hebben.