Direct naar artikelinhoud
Nieuws

Milieubeweging stapt uit klimaatonderhandeling met kabinet uit woede over CO2-heffing

Greenpeace onthulde in 2017 het iconische standbeeld van Ingenieur Cornelis Lely op de Afsluitdijk in een oranje zwemvest. Op een bord staat de tekst ‘Den Haag, keer het tij’. De milieuorganisatie wilde met deze symbolische actie bereiken dat bij de formatieonderhandelingen wordt ingezet op een stevig klimaatbeleid.Beeld Nederlandse Freelancers

De milieuorganisaties zijn donderdag opgestapt bij de klimaatonderhandelingen, omdat zij vinden dat het bedrijfsleven niet genoeg gaat meebetalen aan de energietransitie. Ze zijn er vooral ongelukkig mee dat er geen CO2-heffing komt voor de grote industriële uitstoters.

De milieuorganisaties zijn donderdag opgestapt bij de klimaatonderhandelingen, omdat zij vinden dat het bedrijfsleven niet genoeg gaat meebetalen aan de energietransitie. Ze zijn er vooral ongelukkig mee dat er geen CO2-heffing komt voor de grote industriële uitstoters.

Greenpeace, Milieudefensie en de Natuur- en Milieufederaties vinden het compromis in de slottekst van het akkoord te slap. Ook vakbond FNV is donderdag afgehaakt. De bond vindt dat de rekening te veel bij de burger komt te liggen.

De CO2-beprijzing voor de industrie was van meet af aan een van de grootste twistpunten aan de Klimaattafels. De zware en chemische industrie is verantwoordelijk voor driekwart van de CO2-uitstoot van het Nederlandse bedrijfsleven. Daarom wil de milieubeweging dat deze sector significant meebetaalt aan de kosten van het verminderen van de uitstoot.

Idealiter zou dat volgens hen moeten gebeuren door middel van een CO2-heffing, waarbij het bedrijfsleven enkele tientjes betaalt voor elke ton CO2 die het uitstoot. Dat zou bedrijven moeten prikkelen hun CO2-uitstoot te verlagen. De opbrengst van de CO2-heffing zou dan teruggeleid kunnen worden naar de industrie in de vorm van subsidies voor bedrijven die willen verduurzamen.

Het bedrijfsleven wil echter niets van een CO2-heffing weten. Ook de regeringspartijen CDA en VVD hebben grote moeite met zo’n heffing, omdat die slecht zou zijn voor de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse industrie. Regeringspartijen D66 en ChristenUnie zijn wel voor een CO2-heffing, ook omdat zij de rekening van het klimaatbeleid niet te veel op het bordje van de burger willen leggen. Als het bedrijfsleven weinig bijdraagt aan de kosten, dreigt dat wel te gebeuren.

Bedrijven die willen vergroenen kunnen straks een beroep doen op een subsidiepot (SDE++) die wordt gevuld met de opbrengst van de ODE-belasting op de energierekening. Huishoudens zijn goed voor ongeveer de helft van de ODE-opbrengst, maar kunnen geen aanspraak maken op SDE++-subsidie. Die pot is alleen bedoeld voor bedrijven.

Geitenpaadje

Het invoeren van een CO2-heffing is onbespreekbaar voor werkgeversorganisatie VNO-NCW en de grote industrie. Minister Wiebes van Economische Zaken heeft daarom een uiterst complex compromis bedacht, een soort ‘geitenpaadje’, om toch tot een akkoord te komen. Wiebes’ voorstel houdt in dat elk van de circa 300 grootste CO2-producenten in het bedrijfsleven volgend jaar een individueel CO2-reductieplan moet indienen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het RVO, een onderdeel van het ministerie van Economische Zaken, moet die plannen vervolgens beoordelen. Als een bedrijf geen geloofwaardig verduurzamingsplan maakt, of faalt in de uitvoering daarvan, kan het RVO het bedrijf een boete (malus) opleggen. Die malus zou ongeveer 40 tot 45 euro per niet-vermeden ton CO2 moeten bedragen.

De milieuorganisaties willen dit plan niet steunen omdat het volgens hen te veel mazen bevat. Zo is niet duidelijk op welke criteria het RVO de individuele CO2-reductieplannen zal beoordelen. Die plannen zullen zeer technische en bedrijfsspecifieke informatie bevatten, waarvan RVO de juistheid onmogelijk kan beoordelen, zo vrezen de milieuorganisaties. Het RVO zal bij de beoordeling moeten afgaan op de informatie die de bedrijven zelf verstrekken, en die zij niet onafhankelijk kan toetsen. Het RVO heeft daarvoor de kennis niet in huis.

Een ander bezwaar van de milieuorganisaties is de berekening van de malus. De voorgestelde boete is te laag om als afschrikmiddel te dienen, vinden zij.’

Gelijk speelveld

Een derde reden om dit akkoord niet te tekenen, is dat het boetebeding de voorwaarde van ‘een gelijk speelveld’ bevat. Dat betekent, zo voorzien de milieuorganisaties, dat bedrijven altijd onder de boete uit kunnen door naar de rechter te stappen. In de rechtbank kan een bedrijf immers betogen dat van een ‘gelijk speelveld’ geen sprake is, omdat de CO2-malus in andere landen niet bestaat en omdat concurrenten in andere landen geen CO2-reductiedoelen opgelegd krijgen. Dit opent de deur voor eindeloze discussies met RVO en voor talloze rechtszaken, denken de milieuclubs.

Het is niet duidelijk of het bedrijfsleven wél akkoord is met het geitenpaadje van Wiebes. In het cockpitoverleg, het klimaatberaad van de coalitietop, zou hierover wel overeenstemming zijn. De ‘groene’ coalitiepartijen D66 en ChristenUnie kunnen ermee leven, klinkt het in de wandelgangen.