Direct naar artikelinhoud
Analysemoordaanslagen op Iraanse dissidenten

De grimmige reputatie van de Iraanse geheime diensten: menig dissident werd vermoord

De Iraanse geheime diensten hebben een grimmige reputatie wat betreft moordaanslagen op Iraanse dissidenten in het buitenland. De hoogtijdagen van deze praktijk lagen in de jaren negentig. Sindsdien gaat het regime in Teheran minder ruig te werk en doen Iraanse agenten vooral aan klassieke spionage.

Iraanse militairen nemen deel aan een parade net buiten Teheran. 21/09/2016.Beeld AP

Helemaal voorbij zijn de bloedige afrekeningen niet, zoals blijkt uit de Nederlandse mededeling dinsdag over twee moorden in 2015 en 2017. Mislukte aanslagen vonden plaats in Parijs, afgelopen zomer, en het jaar daarvoor in Denemarken.

Hoofdverantwoordelijke voor het spionnenwerk in het buitenland is het ministerie van Inlichtingen en Veiligheid (MOIS). Volgens een rapport van het Amerikaanse Congres is het MOIS met 30 duizend personeelsleden een van de grootste en actiefste inlichtingendiensten in het Midden-Oosten.

Daarnaast is ook de Quds-eenheid van de Revolutionaire Garde actief in het buitenland voor bijzondere, veelal riskante missies. De Garde ressorteert rechtstreeks onder Irans Opperste Leider, ayatollah Ali Khamenei, en is daarom onafhankelijk van het MOIS.

De werkverdeling tussen de twee diensten is niet duidelijk, hun taken overlappen. Veelal werken ze samen, maar soms is er frictie en wordt er geen informatie uitgewisseld. Volgens het Congres-rapport behoort ‘het creëren van terroristische netwerken’ tot beider mandaten.

Aanslag Buenos Aires

De aanslag op het Joodse centrum in Buenos Aires in juli 1994 werd door de Argentijnse justitie toegeschreven aan de Quds-eenheid, die ook leden van Hezbollah had ingeschakeld. Met 85 doden en honderden gewonden is het nog altijd de grootste aanslag in Irans terreurhistorie. Maar ook het MOIS droeg zijn logistieke steentje bij.

De mislukte bomaanslag op de Saoedische ambassadeur in een restaurant in Washington in 2011 was eveneens een een-tweetje van beide diensten.

De lijst met vermoorde tegenstanders en critici van het bewind is lang. Berucht zijn de ‘kettingmoorden’, de reeks van ruim tachtig moorden tussen 1988 en 1998 in Iran en elders op activisten en intellectuelen. Het MOIS heeft naderhand de verantwoordelijkheid voor veel van de kettingmoorden toegegeven, maar met de toevoeging dat ze op eigen houtje werden gepleegd door agenten van de dienst.

Sindsdien is het aantal moorden op dissidenten afgenomen, volgens het rapport van het Congres uit 2012. ‘Toch zal het MOIS naar verwachting dissidenten tot doelwit blijven kiezen als ze worden gezien als een serieuze bedreiging voor de Islamitische Republiek.’

MEK

Een van die bedreigingen is al bijna veertig jaar de Mujahedin Khalq (MEK), een linkse organisatie die zelf jarenlang op de terrorismelijsten van de EU en de VS stond. Met de arrestatie in juli vorig jaar in Brussel van vier Iraniërs, onder wie een diplomaat, werd een bomaanslag op een MEK-bijeenkomst in Parijs voorkomen.

Het MOIS ‘speelt de hoofdrol in het organiseren van terreuroperaties in het buitenland’, volgens de in Washington gevestigde denktank GlobalSecurity.org. Agenten gebruiken Iraanse ambassades ‘als luisterpost en om aanslagen voor te bereiden’. Ook vestigingen van Iran Air en Iraanse banken worden mogelijk gebruikt. Het ministerie heeft een omvangrijk netwerk in Duitsland en Oostenrijk.

Lees meer over de liquidaties in Den Haag en Almere
Iran was betrokken bij twee liquidaties in Nederland. Dat heeft minister Blok van Buitenlandse Zaken dinsdag bekendgemaakt.

Het is even voor vijf uur als er in de rustige Jan van Riebeekstraat in Den Haag meerdere schoten klinken. Een man valt neer op het trottoir. Een donkere BMW scheurt met gierende banden weg. De buurtbewoners kunnen vanuit hun flatje zien hoe reddingswerkers tevergeefs proberen het slachtoffer te reanimeren. De man overlijdt ter plekke aan meerdere schotwonden in zijn hoofd. Lees hier de reconstructie van de moord op een Iraanse staatsvijand.