Direct naar artikelinhoud
ColumnSheila Sitalsing

Met onheilsprofetiën schuif je nou eenmaal makkelijker bij de nationale kletstafel aan

Met onheilsprofetiën schuif je nou eenmaal makkelijker bij de nationale kletstafel aan

Van alle makkelijke zekerheden waar het gilde van maatschappijduiders, opinienapraters en talkshowgasten zich aan vastklampt, is die van ‘het in rap tempo tanende vertrouwen in de politiek’ de populairste. Meestal gebruikt in combinatie met een analyse van de ‘gewone mensen’, die lui die ‘vergeten’ zijn en die ‘zorgen hebben die niet gehoord worden’ en ‘voor wie alles veel te ingewikkeld is gemaakt’ en die ‘woedend’ zijn over vluchtelingen en windmolens en die dienten­gevolge ‘mijlenver afstaan van de elites in Den Haag’. Dat wordt allemaal ‘steeds erger’, nog even en hun breekpunt is bereikt en ze stomen op naar het Binnenhof, wacht maar.

Als de duiders van dienst wat vaker te rade zouden gaan bij Kim Putters, volgens de Volkskrant de op een na invloedrijkste man van het land, tevens directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau en permanente peiler van het ­nationale humeur, had hij ze kunnen vertellen dat het ­allemaal iets genuanceerder ligt: het vertrouwen in de ­politiek daalt niet ‘in rap tempo’. Het is al jaren onveranderlijk. Niet hoog, niet absurd laag, gewoon eigenlijk.

Beklijven wil deze boodschap niet, de onzin over het vertrouwen ‘dat nog nooit zo laag is geweest’ blijft ver­kondigd worden. Dat is geiler, je krijgt er makkelijker een uitnodiging mee om aan de nationale kletstafel onheilsprofetieën over de argeloze kijkers of luisteraars thuis uit te storten.

Afgelopen week gooide het SCP er groter geschut tegenaan: het greep terug op de jaren zeventig en maakte een vergelijking tussen nu en de tijd van Joop den Uyl en de verbeelding aan de macht. Wat blijkt: sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw en nu is de politieke scepsis juist ­gedaald. Er zijn nu minder mensen dan toen die denken dat het waar is dat ‘mensen zoals ik geen enkele invloed hebben op wat de regering doet’. En er zijn nu minder mensen dan toen die denken dat het waar is dat ‘Kamer­leden te veel letten op het belang van enkele machtige groepen en te weinig op het algemene belang’.

De mensen waren in 2018 doorgaans redelijk tevreden met hun bestaan en niet ontevredener dan anders met die lui in Den Haag. Daarom wil het met dat opstomen naar het Binnenhof maar niet lukken. Daarom blijft de voorspelde ‘massale volkswoede’ beperkt tot anderhalf geel hesje dat met terrasmeubels en vuurwerk loopt te smijten door de binnenstad.

Te moeilijk vinden ze de politiek ook al niet. Een kleine 30 procent van de mensen is het eens met de stelling: ‘De landelijke politiek is vaak te ingewikkeld voor mij om te begrijpen.’ Tegelijk denkt 60 procent van de ondervraagden dat het voor de buurman wél veel te ingewikkeld is. De buurman denkt er op zijn beurt exact hetzelfde over: ik kan het volgen, maar ik vrees het ergste voor de types van hiernaast.

Een hoge dunk van jezelf, een lage van je medeburgers: Nederlanders zijn soms net opinienapraters.