Direct naar artikelinhoud
OpinieArnout Brouwers

In 2019 wordt alles beter, zelfs het opinieklimaat

2018 was een ‘annus horribilis’ in opinieland, vooral omdat het te goed ging. 2019 biedt nieuwe kansen.

Opiniemakers Jan Dijkgraaf en Ebru Umar demonstreren mee in gele hesjes op het Binnenhof, 1 december 2018. ‘De gele hesjes-revolutie, daar wachtten rechtse columnisten al tijden op.’Beeld ANP

Als opiniejaar zat 2018 niet mee. Althans, voor veel mensen en groepen in opinieland. Zo was daar het massale vaarwel aan Twitter. Geen gezond mens wil daar nog betrapt worden, het is nu vrij spel voor een heleboel rechtse en ook flink wat linkse gekkies. Dronken gebral in een café leidde vroeger nergens toe, al leek het heel wat als je er middenin zat. Met wat geluk werken we nu naar een situatie dat gebral op Twitter ook nergens meer toe leidt – en al helemaal niet tot nieuws op tv of analyses in de krant.

Een van de voornaamste problemen, voor media en al helemaal voor opiniemakers: het gaat te goed! En niet alleen met de economie. Deze week nog deelde het SCP een dreun uit met onderzoek dat toont dat Nederlanders nu gemiddeld positiever staan tegenover de politiek dan in de jaren zeventig. Voor een opiniemaker is zoiets een regelrechte zweepslag in het gezicht.

Het rechtse refrein

De gele hesjes-revolutie, daar wachtten rechtse columnisten al tijden op. Dat was immers waar al hun columns in uitmondden: de kloof tussen hoger en lager opgeleiden, de ingestorte democratie, het afgeschafte referendum, het duivelse Europese monster, afijn, u kent het refrein.

En zo trok, na Parijs, ook het Opinieleger der Lage Landen fier zijn gele hesje aan – en wachtte op het volk. Tevergeefs: het volk was druk met Sinterklaas- en Kerstinkopen. En zo werd 2018 het jaar waarin het columnistendom werd verraden door het gemene volk. Over dolkstoten gesproken. Maar wel goed om te onthouden voor als u nog eens een opinie consumeert waarin iemand u probeert uit te leggen wat ‘het volk’, u dus, wil.

En dan ‘de kloof’: veel van de hooggeleerde opiniemakers die hierover schrijven hebben zelf niet veel meer dan een pretpakket, vaak geschiedenis (zoals ik), achter hun naam staan. De ‘lager opgeleiden’ waarover zij met zoveel compassie – en afstand – schrijven, zijn nogal eens de beter opgeleiden die namelijk wél een (al dan niet technisch) vak hebben geleerd en wel ergens verstand van hebben.

Adieu cultuuroorlogen

Tot zover het slechte nieuws voor rechts, dat tegenwoordig dus de revolutie en de onvrede predikt. En links dan? Links is van het afschaffen van de basisbeurs, van het klimaatbeleid en van het afpakken van al die materiële verworvenheden van burgers waar links zelf meer dan een eeuw voor gestreden heeft. Inclusief warmte, de auto en natuurlijk de goedkope vliegvakantie. 

Rare jongens, die Romeinen. Maar goed: hadden de arbeiders maar niet VVD moeten gaan stemmen (en later nog erger), nu zoeken ze het zelf maar uit en mogen ze onze elektrische auto’s financieren. 

Maar ondertussen beleefde opiniërend links ook een slecht jaar. Want in 2018 weigerde datzelfde gemene volk niet alleen zich in gele hesjes te hullen, het nam ook afscheid van de cultuuroorlogen in de lage landen. Tabee, vaarwel, adieu. Nergens werd dat duidelijker dan in het Pietendebat. Dat debat is eigenlijk al beslecht: zie de duizenden en duizenden scholen in Nederland wier goede voorbeeld van overleg, redelijkheid en compromis in de media toch weer (zoals altijd) werd overschreeuwd door de geharde activisten uit beide kampen - en waarbij sommige ‘Zwarte Pietisten’ vervielen in openlijk racisme.

De linkse kerk en de zondeval

In een vorig stuk haalde ik Amerikaans onderzoek aan over oververmoeidheid met politieke correctheid. De kans lijkt niet gering dat deze ‘uitgeputte meerderheid’ ook hier bestaat. Nu kampt ons land inderdaad met een slecht geheugen voor de duistere kanten van onze geschiedenis – of het nu om slavernij gaat, Indië, of de Tweede Wereldoorlog. Maar de mij bekende ervaringen, ook vanuit een multi-etnische familie, suggereren dat de Nederlander op zich niet zo’n moeite heeft met diversiteit. Het is een soms bot maar pragmatisch volk, gewend aan etnische en andere vormen van diversiteit en iedereen die werkt of iets nuttigs doet verdient hier van oudsher respect.

Het bezwaar is tegen de ideologie, voortkomend uit academische kringen die blind de Amerikaanse discussies op de lage landen projecteren, die van alle ‘witte mensen’ uit dit postkoloniale land per definitie racisten maakt, en ‘schuldigen’, tot ze zich hebben bekeerd tot de nieuwe religie. De linkse kerk heeft zich dus de zondeval toegeëigend. Nou, succes ermee, vooral in het stemhokje.

Na zo’n ‘annus horribilis’, waarin de ‘zwijgende meerderheid’ flink uithaalde richting schreeuwers op de rechter- en linkerflank, kan 2019 alleen een beter opiniejaar worden. Waarin de deugden van ons politieke systeem, dat dwingt tot compromissen, herontdekt worden; en waarin ook in opinieland de ijle postmoderne discussies concurrentie krijgen van de bespreking van de echte problemen van deze tijd. Twijfelt iemand nog aan het bestaan van deze problemen na wat de afgelopen tien jaar is gebeurd, ook in Europa?

Om ons tegen instabiliteit te kunnen wapenen, moeten we zaken in hun grotere verband zien. En trots blijven op de waarden die we hier te verliezen hebben, inclusief tolerantie. Leve 2019 dus, het jaar van de openheid, de nieuwsgierigheid, de zelfrelativering, en de vraagtekens bij vrijblijvend geklets (tenzij het grappig is, dat spreekt vanzelf).

Proost!

Arnout Brouwers is journalist en historicus.