Een bonte stoet studenten en universiteitsmedewerkers marcheerde vanmiddag door het centrum van Den Haag. De (aspirant-)wetenschappers trokken op richting het ministerie van Onderwijs uit protest tegen de afbrokkelende kwaliteit van het hoger onderwijs en de stijgende werkdruk op universiteiten. De demonstratie zag eruit zoals je van een demonstratie verwacht: met vlaggen en leuzen als ‘Hoe laat is het? Solidariteit!’.
Afgezaagd of niet, de zorgen van de wetenschappers zijn er niet minder om. Het wil heel wat zeggen dat zij voor het eerst in de geschiedenis staakten. De universiteiten schrapten al hun colleges en tentamens op vrijdag voor het protest. ‘Dat hadden we liever niet gedaan, maar het is echt nodig’, zegt Rens Bod van WO in Actie.
Die actiegroep heeft twee belangrijke eisen: dat er een streep gaat door de aangekondigde bezuiniging van 183 miljoen euro per jaar. En dat de overheidsbijdrage terugkeert naar het niveau van het jaar 2000. Dat betekent: jaarlijks 1,15 miljard euro erbij. ‘Geld is heel belangrijk’, zegt ook Bart Pierik van de Vereniging van Universiteiten. ‘Qua uitgaven aan onderzoek en innovatie loopt Nederland schrijnend achter op Europese afspraken.’
Voor onderwijsminister Ingrid van Engelshoven met die eisen instemt, zal er nog een hoop water door de Rijn moeten stromen. Bij de begrotingsbehandeling van haar ministerie in de Tweede Kamer zei zij onlangs dat er in 2019 netto al bijna 600 miljoen euro naar het hoger onderwijs gaat. Dat vindt zij ruim genoeg. Wetenschappers die meer vragen, hebben volgens de D66-minister de logica van Holle Bolle Gijs, ‘die propte en schrokte en nog van honger niet kon slapen’.
|