Direct naar artikelinhoud
WetenschapInzicht

Een naar beestje, daar op de rug van een bij

De varroa-mijt is de grootste bedreiging van de honingbij. Zonder behandeling sterft een bijenkolonie binnen een paar jaar. Gelukkig vallen ze ook te bestrijden.

Een naar beestje, daar op de rug van een bij
Beeld Antoine Franck / Nikon Small World

Onder een vergrootglas ziet de natuur er soms angstaanjagend uit. Niet zo gek dat de haren van deze honingbij ogenschijnlijk recht overeind gaan staan bij het zien van de mijt op haar rug.

Het is ook echt een naar beestje, zoals zijn Latijnse naam al doet vermoeden: varroa destructor. Deze platte ronde mijt vormt de grootste bedreiging van de honingbij – wilde bijen en andere insecten laat hij links liggen.

Als bloedzuigers drinken de beestjes insectenbloed uit de lijfjes van de honingbij. Een volwassen exemplaar, zoals op de foto, kan daar tegen. Maar larven overleven het niet, die worden helemaal leeggezogen – weg nageslacht. De mijt neemt er rustig de tijd voor, de weerloze larvenpopjes vliegen immers toch niet weg.

Doe je er niets tegen, dan legt een compleet bijenvolk binnen een paar jaar het loodje. Niet zo’n prettig idee voor de tuinbouw, waar deze bij de helft van alle appel- en perenbomen bestuift.

Aan dat bestuiven heeft de bij haar belager ook te wijten. De honingbij bleek er namelijk zo goed in, dat imkers over de hele wereld haar gingen gebruiken, tot in Azië aan toe. Aldaar raakte het beestje een jaar of veertig geleden besmet met de varroa – die leefde daar samen met een inheems bijtje. Dat was beter bestand tegen de mijt, die vervolgens dankbaar oversprong naar de westerse honingbij.

Gelukkig is niet alle hoop verloren voor de bijen (en onze appels en honing). Twee keer per jaar leggen bijen geen eitjes – in de winter, en als ze uitzwermen. Dan zitten de mijten alleen op de volwassen lijven; hét moment om ze te verjagen. Imkers bespuiten de bijen daartoe met mierenzuur. De mijten laten los, en vallen en masse op een klaargelegde plakstrip – een beetje zoals een ouderwetse vliegenvanger. Destructie van de destructor.

Uitleg: Koos Biesmeijer, wetenschappelijk directeur Naturalis en hoogleraar natuurlijk kapitaal aan de Universiteit Leiden.