Direct naar artikelinhoud
VoorpublicatieBiografie Ivo van Hove

Bryan Cranston en Ruth Wilson werkte nauw samen met toneelregisseur Ivo van Hove: ‘Ik was verliefd op zijn manier van werken, op Ivo als persoon’

Bij de 60ste verjaardag van Ivo van Hove verschijnt de biografie Ivo van Volkskrant-recensent Karin Veraart. In deze voorpublicatie vertellen acteurs Bryan Cranston en Ruth Wilson over hun samenwerking met de Vlaamse toneelregisseur.

Ivo van Hove.Beeld Jan Versweyveld

Bryan Cranston

Het lunchtafeltje in Brasserie Max van het Londense Covent Garden Hotel is gereserveerd onder een pseudoniem. Bryan Cranston blijkt er vaste gast en het personeel leidt hem discreet naar zijn favoriete plek. Inmiddels is het half mei, en prachtig weer.

‘Het was in dit restaurant, aan deze tafel dat Ivo en ik die lunchafspraak hadden’, zegt hij met een brede glimlach. ‘Drie jaar geleden, in 2015. Ik was hier voor filmopnamen, onze gezamenlijke agent suggereerde een ontmoeting. Ik had net A View from the Bridge gezien, en ik dacht: wow, ja, die wil ik weleens spreken.

‘We hadden het samen meteen over Network (de Amerikaanse film uit 1976, dit jaar bewerkt als toneelstuk in ­regie van Ivo van Hove, red.) en Howard Beale (de hoofdpersoon, gespeeld door Peter Finch, red.), die ik me herinnerde als een fenomenaal personage. Ik was enthousiast, maar een samenwerking leek eerst praktisch nogal moeilijk te liggen. We hadden ­beiden een ingewikkeld werkschema op dat moment.’

En dan lukt het later dus alsnog.

‘Ik wil altijd heel graag nauw bij het maakproces betrokken zijn. Ik ben niet iemand die je eventjes inhuurt, een tekst overhandigt en klaar. Ik wil graag de verschillende versies van het script lezen en daar mijn visie op geven, dat heb ik Ivo meteen gezegd, maar ook: ‘Ivo, het goede nieuws is – wat ik ook te zeggen heb, uiteindelijk beslis jij. Zie mij gewoon als een extra stel ogen, iemand die meekijkt en -denkt en vragen stelt. Niet alleen aangaande mijn eigen monologen, maar met betrekking tot het hele stuk.’ Hij juichte dat toe, voelde zich op geen enkele manier ­bedreigd.

‘Zo hebben we steeds vanuit de driehoek schrijver-­regisseur-acteur gewerkt. En hoe meer je binnen die ­driehoek gedaan krijgt, des te meer kans heb je dat de ­productie – of het nou een film of een theatervoorstelling is – steeds een beetje beter wordt. Tot de week van de ­première hebben we nog zitten schuiven en schrappen. Ik heb er echt heel veel plezier aan beleefd, Ivo vond het prima dat ik zo betrokken was.

‘Voor hem werkt het goed als je je als acteur losjes en flexibel opstelt. Hij strooit met ideeën en het is echt de ­bedoeling dat je dingen probeert, ook als het niet direct ­ergens toe leidt. Hij kan zeggen: ‘Kijk gewoon eens of je híér kunt komen in je spel, laten we zien wat dat oplevert.’ Ik vond het op een gegeven moment supermotiverend om ­iedere dag iets nieuws uit te denken.

‘Wat echt wel anders is, is dat je op dag één je tekst moet kennen. Met film en televisie is dat normaal, maar in het theater niet. Daar staat de acteur met script en potlood klaar om de aanwijzingen van de regisseur te noteren, waardoor de regisseur eigenlijk een heel lange tijd met de kruin van de voorovergebogen acteur werkt, en tussentijds iedereen steeds wacht tot alles is neergepend. Er wordt een hoop gewacht.’ Weer die brede lach.

Bryan Cranston en Ivo van Hove achter de schermen bij Netwerk.Beeld Jan Versweyveld

Bryan Cranston is een slowcooker, had Ivo van Hove ­gezegd. Begin zestig nu, en een jaar of tien geleden doorgebroken met Breaking Bad.

Cranston beaamt: ‘Mijn pad nam steeds een wending die ik niet verwachtte. Ik ben geen geschoold acteur, ik heb gewoon gaandeweg een hoop opgepikt, acteerlessen en workshops gevolgd en zo een gevoel ontwikkeld voor wat werkt voor mij. Wanneer ik een beetje bang ben voor iets, is dat vaak een goed teken. Eens in de zoveel tijd heb ik om die reden voor het theater gekozen. Wanneer je begint als acteur kun je natuurlijk helemaal niet kiezen, dus wat zich voordoet – film, tv, theater – je pakt het aan. En als je eenmaal in die routine zit, is het heel moeilijk om daarmee te breken. Ik kwam dus steeds weer in film en tv ­terecht. Ik heb wel theateraudities gedaan, daar niet van, en als ik de rol had gekregen was ik vast ook daarin blijven hangen. Maar voor de meeste acteurs geldt: laat jezelf zien en pak wat je kunt. Je hebt het werk nodig, de ervaring ook. Nu ik dan eindelijk controle heb over mijn carrière, heb ik besloten het tegenovergestelde te doen van wat ik al die jaren deed. Ik kijk nu heel goed wat ik wil doen en zoek de manier om dat mogelijk te maken.

‘Ik voel me aangetrokken tot beschadigde personages. Ik kan daar wat mee. Ik denk ook dat dat is wat het publiek wil zien: personages die worstelen en de ellende weer te boven komen op een of andere manier. Mensen die het piekfijn in orde hebben allemaal, en met wie het geweldig gaat – ja, die zijn saai, die kunnen niemand wat schelen. Dus ik was meteen blij met Howard Beale, nog voor ik iets gelezen had. Ik herinnerde me hem uit de film.

‘Maar toen we eenmaal begonnen, wilde ik me op geen enkele manier laten beïnvloeden door Peter Finch, die hem daarin speelde, hoe fantastisch ook. Ik wilde mijn ­eigen Beale maken, en Ivo heeft mij de omgeving en de mogelijkheden gegeven om dat te doen, met hulp en ­begeleiding, en ook door me af en toe te pushen, me iets te laten doen waarbij ik me helemaal niet prettig voelde. Het was een kwestie van geven en nemen, van een echte samenwerking. En ik vertrouw hem. Dat is het allerbelangrijkste: dat een acteur kan zeggen dat hij de regisseur ­vertrouwt.

‘Omdat hij me de waarheid zal zeggen. Als er volgens hem iets niet klopt, zal hij het zeggen. Hij zal geen spelletje spelen, hij zal me niet vertroetelen, hij vertelt me de waarheid. Uiteindelijk is dat wat ik wil horen.

‘En dan, op een bepaald moment, zie je uit je ooghoek de datum van de eerste try-out naderen. En je denkt: ik ben er nog lang niet. Dus ik vraag: is er een regel die bepaalt dat we niet langer kunnen repeteren? Want ik heb meer uren nodig. Maar nee. Ivo blijft bij zijn schema. En dan gaat het uiteindelijk heel goed.’

Zijn vertolking levert Bryan Cranston de Olivier Award 2018 op.

Intussen puzzelen ze op een tijdschema om in het ­najaar de productie op Broadway brengen. Dat gaat ­lukken.

Ruth Wilson

Ivo vraagt zijn agent: ‘Do I really need to meet with her?’

‘Ja’, zegt die, ‘doe dat nou maar even.’

Er staat geen gezamenlijk project op stapel, maar soms maakt dat niet uit. Er zijn van die momenten dat het een goed idee lijkt dat je kennismaakt met een zeker iemand uit de theater- of filmwereld, gewoon ergens een kop ­koffie drinkt.

Zo ontmoet Ivo van Hove Ruth Wilson.

Ruth is een bekroond actrice, ook in het theater; bij een breed publiek is ze bekend als Alice Morgan uit de BBC-­serie Luther en als Alison Bailey in The Affair.

Op enig moment zegt ze tegen haar agent: ‘Ik zou Ivo van Hove zo graag eens ontmoeten! Kunnen we dat ­regelen?’

‘Toen hebben we afgesproken in New York. En ik geloof dat hij geen idee had wie ik was, om eerlijk te zijn. We ­zaten daar tegenover elkaar, en ik dacht: o God, ik heb geen idee wat ik moet zeggen. Ik ben gewoon een enorme fan. Nou, dat kon ik dan nog net uitbrengen: ‘Ik vind je werk geweldig.’ Uiteindelijk hadden we nog wel een goed gesprek. Maar je weet hoe gereserveerd hij kan zijn; hij laat zich zo’n eerste keer niet makkelijk kennen. Ik dacht: he probably hates me!’

Niet lang daarna speelt Ruth Wilson Hedda Gabler in Van Hoves debuutenscenering bij het National Theatre in Londen, de voorstelling voorafgaand aan Network.

Ruth: ‘Ik vind Ivo de opwindendste regisseur met wie ik ooit gewerkt heb.’

Op het moment van het interview speelt ze haar eigen grootmoeder in een nieuwe tv-serie en is ze in Belfast voor opnamen. We spreken via Facetime, van pure begeestering zwiept ze haar telefoon vrolijk van links naar rechts.

‘Het eerste wat ik van Ivo zag, was A View from the Bridge. Dat stuk had ik heus wel eens eerder gezien, maar ik dacht: dit is niet hetzelfde, ik weet ­zeker dat hij er iets mee heeft gedaan, misschien de tekst veranderd – het voelde als een heel nieuw ding. Maar dat was niet zo, het was puur de ­manier waarop hij en Jan (Versweyveld, artdirector en levenspartner van Van Hove, red.) het hebben geënsceneerd. Ik zat op het puntje van m’n stoel, de hele voorstelling lang. Vanaf dat moment ben ik hem gaan volgen: Kings of War in The ­Bar­bican, Antigone in New York.

‘Zijn acteurs hebben iets vrij­moedigs, iets brutaals, zeker met ­betrekking tot de Shakespeare-­teksten, en op een of andere manier krijgen die stukken daarmee een heel andere energie. Ik ben er weg van.’

Ruth Wilson en Ivo van Hove achter de schermen bij Hedda Gabler.Beeld Jan Versweyveld

Op het moment dat Van Hove ­Network een jaar opschuift, kan hij bij het National Theatre (NT) met Hedda ­Gabler aan de slag. Het toeval wil dat Ruth Wilson het stuk van Ibsen al eens eerder onder de aandacht bracht bij de artistieke leiding van het NT en dat Ivo van Hove na die ene ­koffie goed weet wie dat is, die eigenzinnige actrice met de krullende mondhoeken en de dramatische wenkbrauwen.

Hij moet meteen aan haar denken. Ruth wordt zijn Hedda.

Wilson: ‘Het pakte allemaal briljant uit.’

Ze hebben maar een kleine vijf ­weken om te repeteren. Geen van ­beiden heeft meer tijd. Daar staat ­tegenover dat Ivo Ibsens stuk al tweemaal eerder heeft geregisseerd.

Het theater protesteert; een dergelijk tijdschema is ongebruikelijk in Londen. Maar Ruth is op een maandag klaar in New York en vliegt dinsdag de repetities in. ‘Ook Ivo kwam ­ergens anders vandaan. Ik heb nog een keer extra gevraagd of hij het wel zag zitten, maar dat is hoe hij is, hè: bam, bam, bam.’

In pakweg een maand staat het.

‘Hij zei: ‘Het is een zelfmoordstuk.’ En hij zei: ‘Je moet er niet te veel op doordenken.’ Nou. Ik bleef maar bij mezelf herhalen, zelfmoordstuk, zelfmoordstuk, wat bedoelt-ie precies? Ja, Hedda pleegt zelfmoord aan het eind, maar wat betekent dat? En toen ben ik me gaan verdiepen in Virginia Woolf en Sylvia Plath, en zo kwam ik dichter bij de mindset van iemand die zelfmoord gaat plegen. Het ­opmerkelijke was dat Plaths teksten zo ontzettend levendig waren, zo energiek. Deze vrouw lééft. Ze staat misschien op het punt zelfmoord te plegen, maar ze leeft. Heel erg.

‘In dit voorstadium maak je al ­kennis met je personage, maak je ­keuzen. Als je dan het repetitielokaal binnenstapt, ben je al best een eind op weg. Dat is slim van Ivo’s werkwijze, je kent die tekst. Maar goed, we zijn natuurlijk wel heel Brits, en de eerste dag speelden we alles met veel onderdrukte emoties en heel subtiel, met subtekst en innerlijke over­wegingen.

‘De volgende dag staat Ivo op, en gaat het helemaal anders, op een ­totaal tegenovergestelde manier. ­Volkomen fysiek, binnenstebuiten. Hij zegt: ‘Krul jezelf maar op in de hoek van die bank, alsof je pijn hebt.’ Of: ‘Ga maar liggen naast die dode bloem. Sterven als een vis.’ En als ik dan vroeg waarom, dan zei hij: ‘Niet psychologiseren.’ Hij kan best ferm zijn als hij aanwijzingen geeft, maar dat is niet onbeleefd bedoeld, dat is zijn manier nu eenmaal, je raakt eraan gewend.

‘Voor mij werkte dat bevrijdend, ik vroeg niks meer, ik ging.

‘Het is fascinerend: je speelt vaak ­tegen de taal in, en tegelijkertijd duw je jezelf naar een plek waar je nog nooit bent geweest en laat je iets heel nieuws toe.

‘Ivo is een beetje stout. Hij heeft dan zo die blik, je ziet het gebeuren. Hij houdt van provoceren – zijn acteurs, zijn publiek – soms nét even te ver gaan, dat vindt-ie leuk. Het is alsof hij weer een klein jochie is dan, en ik denk dat dat is wat iemand een groot artiest maakt: dat-ie ergens naar kan kijken met de blik van een kind, en dan een beetje uitdagen, zodat iedereen wat ongemakkelijk wordt, de ­spelers en de kijkers. Vaak is het ­eerder performancekunst dan een ­toneelstuk in de traditionele zin, wat je bij hem ziet.

‘Hij en Jan kijken echt door een ­andere lens. Ik vond het een voorrecht om even in die wereld te zijn en me daarnaar te gedragen. Ik moest Hedda niet willen doorgronden. ­Gewoon doen. Het enige, zei Ivo: ‘Ze moet overtuigend zijn.’

‘Het bacchantische aspect van dat personage, of van de menselijke ­natuur in het algemeen – ik denk dat dat hem aanspreekt. Dat extreme. En het allerextreemste is dan wellicht zelfmoord. Ik was maar steeds bezig met die aanwijzing ‘zelfmoordstuk’, en op gegeven moment zag ik het zo: de ultieme uiting van moed is je eigen leven te nemen. Daar hield ik me aan vast.

‘Het draait in veel van Ivo’s voor­stellingen om macht. Het herkennen van machtsdynamiek – en dat tonen. Ik denk dat nu, in de huidige tijd waarin de politiek mondiaal ongrijpbaarder lijkt dan ooit, zijn stukken ook om die reden zo’n weerklank ­vinden. De machtsverhouding tussen de geslachten – denk #MeToo – tussen politieke stromingen, tussen ­mensen. Dat fascineert hem.

‘Ik mis hem nu, ik was zo verliefd op die manier van werken, op Ivo als persoon. En op wat hij heeft gemaakt. Zoveel regisseurs proberen dat ­momenteel na te doen, te kopiëren. Maar ze begrijpen niet helemaal wat ie doet, en het lukt dus ook niet. Het heeft te maken met dat beeldende, met dat het werkt ergens raakt aan ­installatiekunst.

‘Er is een hele generatie die daarnaar kijkt. Over de hele wereld. Dat is zijn invloed.’

Cranston en Wilson

Bryan Cranston (62) werd een ­bekend tv-acteur met zijn rol in de Amerikaanse comedyserie ­Malcolm in the Middle, maar hij brak wereldwijd door met de rol van ­Walter White in de serie Breaking Bad (vanaf 2008), de scheikundeleraar die drugstycoon wordt. Ook Ruth Wilson (36) werd een ster in tv-­series. Eerst als seriemoordenaar Alice Morgan, een terugkerende rol in Luther (de politieserie met Idris Elba) en vanaf 2014 als de Amerikaanse Alison Bailey in The Affair.

Karin Veraart: Ivo van Hove – regisseur, mentor, manager. Querido, € 20.

Network gaat op 6/12 in première in het Belasco Theatre in New York. Try-outs vanaf 10/11.