Direct naar artikelinhoud
De kwestiePeter de Waard

Als de wereld ooit de klimaatdoelen wil halen, zal het ook iets aan de ongelijkheid moeten doen

Peter de Waard

Het resultaat van klimaattoppen lijkt vrijwel altijd teleurstellend te zijn. Maar er wordt tenminste een poging gedaan iets te doen. Er vindt een top plaats en er zijn ook concrete doelstellingen. Zelfs ieder land doet er op zijn eigen wijze wat aan.

Dat geldt niet voor de andere voort tikkende tijdbom: de ongelijke welvaartsverdeling. Dat de kloof tussen arm en rijk in bijna alle landen ter wereld toeneemt staat sinds Piketty net zo vast als de opwarming van de aarde door de C02-uitstoot.

Alleen gooit hierbij iedereen het moede hoofd in de schoot. Er is niets aan te doen. Vijftig jaar geleden koesterden vooral linkse politici nog het ideaal van een eerlijker inkomens- en vermogensverdeling.

Nu is dat opgegeven. De rijken zijn ongrijpbaar geworden doordat ze hun vermogens met de snelheid van het licht over de aarde kunnen verplaatsen. Als overheden besluiten hun belastingtarieven voor hogere inkomens en vermogens op te schroeven, zijn de vogels gevlogen.

De laatste die het serieus probeerde – de Franse president Hollande met zijn rijkentaks van 75 procent voor inkomens voor boven 1 miljoen – werd er de impopulairste Franse president ooit mee. De taks bracht nog geen schijntje op van wat er werd verwacht omdat de rijken onmiddellijk een fiscale constructie verzonnen waardoor ze buiten schot bleven. Superbelegger Warren Buffett – een van de drie rijkste ter wereld – zei in 2013 dat hij minder belasting betaalde dan zijn secretaris.

De rijkste 1 procent van de wereld bezit inmiddels 50 procent van alle welvaart. Van de 9.000 miljard dollar (9 biljoen) die de wereld in 2017 extra verdiende, ging 80 procent naar die rijkste 1 procent. Piketty wilde daar met een mondiale vermogensbelasting – zeg: 10 procent van het vermogen – iets aan doen, maar dat is als onhaalbaar afgeserveerd. Dat Buffett in een jaar 8 miljard zou moeten afdragen aan de fiscus, zou betekenen dat hij een heel fonds zou moeten liquideren.

Sinds Trump, Brexit en andere nationalistische stromingen is juist een omgekeerde trend ingezet. Landen proberen in een moordende concurrentiestrijd door verlaging van tarieven multinationals en rijken aan te trekken.

Nederland doet daar heel hard aan mee. In 2021 is het hoogste tarief voor de vennootschapsbelasting teruggebracht naar 20 procent en dat van de inkomstenbelasting naar 49,5 procent. Maar wie hier echt een inkomen heeft van een miljoen of meer heeft een totaal andere constructie die ervoor zorgt dat er nog veel minder wordt afgedragen.

Als de wereld ooit de klimaatdoelen wil halen, zal het ook iets aan de ongelijkheid moeten doen. De opstand van de gele hesjes in de afgelopen weken was nog maar een kleine opmaat van wat staat te gebeuren als direct 80 procent van de welvaart bij 1 procent van de bevolking zit.

In 2050 zal de wereld niet alleen lijden onder hittegolven en orkanen, maar ook geconfronteerd worden met een eruptie van sociale onvrede en straatgeweld.