Direct naar artikelinhoud
InterviewTon Bastings

Romanleraar is loser met vakkennis: ‘Dit draagt zeker niet bij aan een positief beeld van het leraarschap’

Miskend en ontevreden: dat kenmerkt lerarenpersonages, ontdekte Ton Bastings – zelf docent. En dat is veelzeggend voor de toestand van het vak.

Leraar voor de klas.Beeld Broek, Joost van den

De leraar als alleenstaande loser met een drankprobleem én een uitvoerige academische vakkennis, onbegrepen en ontevreden in het moderne onderwijs. Dat is het docentenbeeld dat opdoemt in de recente Nederlandse literatuur, zo ontdekte Ton Bastings (64), zelf docent Nederlands aan een ROC in Den Bosch. Hij is in Nijmegen gepromoveerd op een onderzoek naar de literaire beeldvorming van het lerarenbestaan.

De romans lezen niet als een wervende reclame voor het lerarenvak.

‘De lerarenroman draagt zeker niet bij aan een positief beeld van het leraarschap. In de tien romans die ik bestudeerd heb, zitten zes zware drinkers, leggen zeven leraren het aan met leerlingen, plegen er drie zelfmoord en alle tien geven ze er binnen een jaar de brui aan uit onvrede. Wel bezitten ze zonder uitzondering over een grote academische vakkennis. De romans zijn geen afspiegeling van de realiteit. In mijn ogen is het een uitvergroting van het kleinmenselijke, maar het laat wel iets zien.’

Wat laat het zien?

‘Alle protagonisten hebben een perfecte vakkennis waar ze hun trots uit halen en een afkeer van onderwijsvernieuwingen en onnozele collega’s die zich richten op didactiek en pedagogiek. Neem de leraar van Siebelink in Suezkade. Die is, net als Siebelink zelf, docent Frans. Hij ontvangt zijn leerlingen in het noodlokaal met het Parijse metroplan aan de muur en een afbeelding van de kathedraal van Vézelay, met een bibliotheek met Camus, Céline, Sartre. Dat had Siebelink zelf ook. Aan het einde van het boek steken zijn collega’s het noodlokaal in brand en pleegt hij zelfmoord. Bij Siebelink zelf mondde het uit in een ordinaire knokpartij op een feest.

‘Ik heb gekozen de romans in de periode dat het lerarentekort begon te spelen, omstreeks 1995, te bestuderen. Romans verteld vanuit een leraar, of met een leraar als protagonist. Dat zijn er vijftig, waarvan ik er tien heb geselecteerd waarin het lesgebeuren een grote rol speelt. Op een uitzondering na zijn de romans ook geschreven door leraren. Jan Siebelink, Robert Anker, Lodewijk Wiener, Cyrille Offermans – allemaal zijn ze gedegen opgeleid, ze zijn trots op hun vak en dat vak is hen afgepakt. Hun romans zijn in literatuur verpakte kritiek op veranderingen in het onderwijs. Kritiek die de meeste van hen ook formuleren in non-fictie en opiniestukken.’

Ton Bastings geeft les aan het Koning Willem I College in Den Bosch en promoveerde deze week aan de Nijmeegse Radboud Universiteit.Beeld Ton Bastings

U haalt ook een boek uit 1934 erbij.

Bint, van Ferdinand Bordewijk, dat heeft een iconische status. Het is de eerste roman die een discussie aanzwengelde over onderwijsvernieuwingen. Daarom verdiende het een plek in mijn onderzoek. In die tijd had je Kees Boeke, Maria Montessori, daar was Bordewijk wars van. Het was ook de tijd van het opkomende fascisme. Om die beweging het hoofd te bieden moesten leerlingen met tucht gehard worden, meende hij. Daar volgde een storm van verontwaardiging op.’

U bent zelf al bijna veertig jaar docent, mét een academische achtergrond en nu zelfs gepromoveerd. U geeft les op een mbo. Waarom niet op een vwo?

‘Leerlingen op elk onderwijsniveau verdienen goed vakinhoudelijk onderwijs. Niet alleen op het gymnasium. Ik heb heel veel leerlingen met een niet-Nederlandse achtergrond en een taalachterstand, zij verdienen júíst een goed opgeleide vakdocent. Veel collega’s geven naast Nederlands ook rekenen, burgerschap en mediawijsheid. Ik heb altijd bedongen dat ik puur docent Nederlands ben.

‘Mijn leerlingen volgden mijn promotie via een livestream. Om de ivoren toren van de academische wereld even in contact te brengen met gewone mensen, begroette ik een aantal van hen met naam. Van de zes namen die ik noemde waren er vier allochtoon. En nu allemaal je telefoon weg, zei ik toen.’

U eindigt uw proefschrift met een persoonlijk betoog over de problemen van het moderne onderwijs en het imago van de leraar.

‘Het onderwerp van mijn proefschrift is met mijzelf verweven. De herwaardering van het leraarschap gaat mij aan het hart. Het vak Nederlands heeft in het mbo ten onrechte een marginale rol. Dat je zie trouwens in het hele onderwijs – niet alleen bij ons. Het niveau gaat omlaag, het niveau van de leraren Nederlands is enorm gekelderd, ja wat verwacht je dan van leerlingen.

‘De overheid wil het imago van leraren verbeteren. Maar je ziet in onderzoek dat het zelfbeeld van leraren en de opkomst van het lerarentekort parallel lopen aan het nieuwe leren. Als ik kijk naar mijn directe omgeving: natuurlijk gaat het zelfbeeld omlaag als je vijf vakken moet geven waar je te weinig kennis van hebt.’

Bestaat er ook een lerarenroman waarvan je wel zin krijgt om in het onderwijs te werken?

‘Dat is er maar een. Kees de jongen, van Theo Thijssen.’

De romans die Bastings bestudeerde: Bint van Bordewijk, Suezkade van Jan Siebelink, Oorlogshond en Hajar en Daan van Robert Anker, Nestor, De verering van Quirina T., Eindelijk volstrekt alleen en Shanhai Massage van L.H. Wiener, Dood van een leraar van Cyrille Offermans, Havo is geen optie van Martje van der Burg.

Dit schreven we eerder over imago van de leraar.

Het leraarschap wordt ondergewaardeerd. Maar hoe kan het imago opgekrikt worden? ‘Met meer salaris wordt het beroep aantrekkelijker.’

Olaf Tempelman schreef een ode aan de leraar: ‘Hun lessen blijven ons een leven lang bij. Koester hen’