Direct naar artikelinhoud

Liever naar de Hema dan het wijkcentrum: ouderen willen niet constant aan hun leeftijd worden herinnerd

Ouderen drinken liever een kopje koffie bij de Hema dan in een wijkcentrum. Als ze anderen willen ontmoeten, geven veel ouderen de voorkeur aan ruimten die niet speciaal zijn bestemd als ontmoetingsplaats voor ouderen. Daar worden ze te veel aan hun leeftijd herinnerd.

Liever naar de Hema dan het wijkcentrum: ouderen willen niet constant aan hun leeftijd worden herinnerd
Beeld Arie Kievit

Een commerciële omgeving als een winkelcentrum is bij ouderen meer in trek dan het zorgcentrum dat een aantal uren per dag de deuren opent. Dat concluderen de sociaal geografen Roos Pijpers en Rianne van Melik uit gesprekken met meer dan tweehonderd ouderen in zes steden, die vertelden over hun gebruik van de openbare ruimte. 

Ouderen die behoefte hebben aan sociaal contact zoeken dat niet alleen bij leeftijdgenoten. Ze vinden het prettig een zekere verscheidenheid aan mensen om zich heen te hebben. Dat moedigt hen aan plekken op te zoeken waar niet alleen ouderen komen, zoals winkelcentra en markten. Voorzieningen waar activiteiten voor ouderen worden georganiseerd, worden weinig bezocht en soms zelfs gemeden. Te steriel, te ongezellig en te oubollig. Ouderen scheppen hun eigen ontmoetingsplaatsen.

Kopje koffie bij de Hema

Opvallend in de gespreken met ouderen is de populariteit van de restaurants van de Hema, zegt Pijpers, universitair hoofddocent sociale geografie aan de Radboud Universiteit. 'Het is een toegankelijke plek, ruim opgezet, zodat je er ook met een rollator terecht kunt. Het publiek is divers, de koffie is een stuk goedkoper dan in een hippe cappuccinobar en je wordt niet weggekeken als je wat langer met één kopje koffie zit.'

Een restaurant in de Hema. Ouderen ontmoeten nieuwe mensen het liefst op openbare plekken, waar ze niet constant aan hun leeftijd worden herinnerd.Beeld anp

De bevindingen van Pijpers en Van Melik, gepubliceerd in City & Community, zijn de 'bijvangst' van een onderzoek van zes jaar geleden naar de ervaringen van ouderen met zogeheten woonservicegebieden. Dat zijn wijken of dorpen waar zorg en welzijn op elkaar worden afgestemd om ouderen langer zelfstandig te laten wonen. Uit de verhalen van de geïnterviewden - mannen en vrouwen boven de 70 - bleek dat ze niet alleen onder leeftijdgenoten willen verkeren, maar verscheidenheid zoeken in hun contacten.

Winkels en winkelcentra zijn daarvoor passende plekken. Ze blijken meer dan commerciële ruimten waar alles draait om consumptie en kunnen een belangrijke rol spelen in het sociale leven van ouderen. Dat wil niet zeggen dat die zich daar altijd op hun gemak voelen.

De behoefte aan diversiteit heeft grenzen: ouderen die hun woonomgeving de afgelopen decennia sterk zagen veranderen door de komst van bewoners uit andere culturen hebben vaak moeite met de nieuwe omstandigheden. Ze vinden dat hun buurt en dus ook de ontmoetingsplaatsen minder vertrouwd zijn geworden. De openbare ruimte is niet alleen de 'bevrijdende en socialiserende' plek die sommige onderzoekers ervan maken, schrijven de auteurs. 

Pijpers: 'We hebben geen aanwijzingen dat ouderen tegenwoordig minder veilig zijn dan vroeger, maar ze voelen zich wel minder veilig. Dat wordt gevoed door het onbekende dat ze om zich heen zien. Mensen kunnen vaak goed overweg met hun directe buren, maar slagen er niet in die ervaring uit te breiden naar een bredere groep migranten in hun wijk.'

Wie?
Roos Pijpers en Rianne van Melik, beiden sociaal geograaf en verbonden aan de Radboud Universiteit.

Wat is hun specialiteit?
Wijkontwikkeling, integratie (Pijpers). Stedelijke ontwikkeling, openbare ruimte (Van Melik).

Originele titel publicatie?
Older people’s self-selected spaces of encounter in urban aging environments in the Netherlands.

Vrij vertaald?
Het winkelcentrum is een geliefde ontmoetingsplek voor ouderen.