Direct naar artikelinhoud
Column

Een week na de brand ruikt het nog naar dode varkens

Een week na de brand ruikt het nog naar dode varkens

Waarom een varkensboer het eens is met de dierenactivisten.

Eerst de geur, dan het massagraf. Het ruikt er zwart en verkoold; twee graafmachines dolen in de resten, hun rupsbanden kletteren door mest en as. Af en toe stuiten ze op een stuk varken, ‘of op een heel’, zegt iemand, die is ingeschakeld voor wat hij ‘de bereddering’ noemt. Na een week nog stijgt de lucht van brand en dood op uit de fundamenten, en waait uiteen over de velden.

In de nacht na de stalbrand, een nacht met krap een halfuur slaap, schreef Wim het van zich af. ‘Mijn eerste gedachten waren: nu stop ik ermee.’ Geen van zijn vier kinderen wil het opfokbedrijf voortzetten, ‘terwijl het een heel modern bedrijf is’, maar boeren in deze tijd is een gevecht. Tegen de minimale marges en tegen het imago. ‘Je gaat na zo’n brand heel veel nadenken hoe nu verder’, schreef Wim. ‘Want ik vind het zelf ook schandalig dat het zoveel keer mis gaat met stalbranden, terwijl we in Noord-Europa zo welvarend leven.’

Wim Vlemmix is een traditionele varkensboer. Tegelijk is hij het eens met de dierenactivisten die naast zijn afgefikte stal een wake hielden voor de vierduizend dode biggen. ‘Dit moet niet gebeuren. Geen enkele boer wil dit.’

De varkensstal in Heusden op dinsdag.Beeld ANP

Dinsdag zijn varkensstal in Heusden, vrijdag een koeienstal in Werkhoven, zondag een kippenstal in Barneveld. ‘En dat blijft de komende tien jaar zo doorgaan’, zegt Wim, thuis aan de keukentafel, ‘het is gewoon niet te stoppen.’

Het begon met een explosie om 08.28 uur, en daarna de tweede, en de stal was al verloren. De biggen in een vuurbal – ze maakten geen geluid, dat was het vreemde en tegelijk het troostende, zegt Wims vrouw Ineke: geen gegil. Ze waren direct dood.

De stal is zeven jaar jong, heeft brandwerende muren en brandvertragende deuren, ‘alles up to date’. Er is ook de vereiste luchtbewassingsinstallatie, tegen de geur, maar juist daardoor, denkt Wim, is de stal geëxplodeerd. Luchtbewassing voert het vuur door alle compartimenten - ‘sprinklers hadden niets gedaan.’

Bij vrijwel alle stalbranden is het verhaal gelijk. Kortsluiting is de oorzaak, lees ik. Onweer. Vrijwel niemand heeft het over de manier waarop de boeren gedwongen worden te opereren. Grootschalig in een klein land, zoveel mogelijk dieren op elkaar gestapeld. Wim wel. Mensen willen een pondje gehakt voor niks, zegt Wim, en dat krijgen ze ook en dat heeft een prijs. Maar zo blijft er geen boer meer over: ‘Als we doorgaan met voor de wereldmarkt produceren, verliezen we dat toch op langere termijn.’

Omdat het eerste ‘actieplan’ tegen stalbranden niet werkte, is er nu een tweede ‘actieplan’ gemaakt door ‘de spelers’ in ‘het veld’, zoals mensen in Nederland elkaar graag noemen. Maar de stallen blijven branden. De vraag is waarom de overheid geen strenge regels stelt, net zoals er strenge regels zijn voor mensen. Het antwoord is waarschijnlijk geld – een oude stal ombouwen is onbetaalbaar - en een voortdurend geloof in groot.

De koeienstal in Werkhoven op vrijdag.Beeld ANP

Kaalslag teistert het boerenland, schreef de Gelderlander van de week: zes of zeven boeren per dag stoppen, het aantal bedrijven halveerde in twintig jaar. Het enige wat rest is groeien. Het is niet anders, reageerde de Gelderse gedeputeerde Jan Markink namens de overheid: ‘We kunnen niet terug naar de tijd van Ot en Sien’. Waarom eigenlijk niet? ‘Uiteindelijk bepaalt de markt dat.’

De markt. De biggenprijs is lager dan laag, zegt Wim, er is geen uitbreiden aan. Nog even ‘en ons varkensvlees komt uit China’ - hij laat op zijn telefoon een filmpje zien van hoe ze daar met biggen omgaan. Niet best.

Mensen weten niet meer wat boeren doen, zegt Ineke, en ze heeft gelijk. Mensen weten niet eens meer waar Heusden ligt, en dat ze er varkens opfokken in stallen, groot en plat in het land. 

De kippenstal in Barneveld op zondag.Beeld Twitter

‘Helaas’, schreef Wim van zich af, de nacht dat zijn stal afbrandde, ‘heb ik het in Europa niet voor het zeggen anders zou er het volgende gebeuren’.

Wim heeft een kameraad in Canada die boert zoals het ook kan. Een gezond bedrijf met twintigduizend leghennen. Hier in Heusden zit een bedrijf met tweehonderdduizend leghennen, en dat houdt het hoofd krap boven water. Omdat de prijs voor een ei zo laag is. In Canada, zegt Wim, is de prijs hoger omdat ze strenge eisen stellen – daar komt geen goedkoop importei meer binnen.

Uit zijn nachtrapport: ‘Heel Europa moet zich aan strenge welzijn- en milieueisen houden en anders volgen er strenge boetes, er komt geen varken, kip of ei Europa in als het niet aan deze strenge eisen voldoet, in heel Europa komen dierenrechten en we gaan allemaal minder dieren houden totdat er te weinig zijn in plaats van te veel.’

Zo. Dat is nog eens een actieplan.