Direct naar artikelinhoud
ReportageConflict in Oekraïne

In Oekraïne ontploffen de granaten van het front nu in de huiskamer

Vier jaar oorlog in Oekraïne heeft de strijd letterlijk de woonkamers ingebracht: veteranen vechten steeds vaker hun ruzies uit met munitie van het front. ‘Anderhalve arm kwijt, maar verder oké.’

Een arts in een ziekenhuis in Dnipro laat een röntgenfoto zien van een door een granaat verwoeste hand.Beeld Emile Ducke

De Oekraïense oorlogsveteraan kende de kracht van de RGD-5 toen hij de granaat in zijn handen nam in de woonkamer. Hij had dit soort granaten dagelijks zien ontploffen in de loopgraven in het oosten, waar hij zijn land verdedigde tegen pro-Russische separatisten. Granaten zijn daar doodsoorzaak nummer één, dat wist de veteraan toen hij thuis, op ruim 200 kilometer van het front, aan een vriend zijn oorlogssouvenir liet zien.

Hoe de granaat afging, is niet bekend. ‘Het is een wonder dat hij nog leeft’, zegt Joeri Skrebets, plaatsvervangend hoofdarts van het ziekenhuis in het nabijgelegen Dnipro, waar de veteraan vorige week geopereerd is. ‘Hij is anderhalve arm kwijt, heeft verwondingen aan zijn borst, ogen en buik, maar verder is hij oké.’ Ook de vriend van de veteraan raakte zwaargewond.

Chirurg Joeri Skrebets op zijn kamer in het ziekenhuis in Dnipro.Beeld Emile Ducke

Na ruim vier jaar geweld heeft de oorlog de Oekraïense huizen bereikt. Wapens richten niet alleen meer slachtoffers aan langs de frontlinie. Ze gaan door heel Oekraïne af, om de paar dagen. Per ongeluk en opzettelijk.

Drie weken geleden gooide een man in het westen van Oekraïne na een woordenwisseling een RGD-5 naar een groepje mensen. Een paar dagen eerder smeet een 22-jarige man eenzelfde handgranaat door het raam van een dorpsgenoot in het noorden van het land. En een man in Kiev wierp de nog krachtigere F1-granaat in de auto met daarin zijn ex-vriendin.

Op de begraafplaats buiten Dnipro, de derde stad van Oekraïne, vervaagt de scheiding tussen oorlogsgraven en gewone graven. Aan de ene kant van het pad, de oorlogskant, wachten tientallen kant-en-klare gaten op nieuwe lichamen uit het oosten. Maar aan de andere kant van het pad liggen inmiddels ook mensen begraven die omkwamen door oorlogstuig, maar dan thuis, ver van het front.

De granatengolf uit het oosten is groot. De Oekraïense politie confisqueerde vorig jaar 2.200 granaten, vergeleken met 100 in 2013.

Soldaten nemen ze mee of verkopen ze door. Criminele bendes beschikken steeds vaker over geweren en granaten uit het leger en gebruiken ze onder meer bij bankovervallen.

Op de operatietafel

Chirurg Skrebets ziet de gevolgen op zijn operatietafels. ‘Een oud-militair gaf me laatst een pistool om me te bedanken voor het redden van zijn leven’, zegt Skrebets, die zelf granaatscherven in zijn wang heeft na een bezoek aan het front. ‘Aan het begin van de oorlog hadden alleen hoge officieren weleens een wapen thuis, maar nu slingeren ze bij heel veel mensen rond.’

De veteraan die zijn RGD-5 wilde laten zien aan zijn vriend, ligt drie verdiepingen hoger. Praten met de pers wil hij niet. Er loopt een strafzaak tegen hem wegens illegaal wapenbezit en de verwondingen die zijn vriend opliep.

Om het aantal wapenincidenten te beperken, houdt de Oekraïense politie twee maanden per jaar inzamelingsacties. Wie zijn wapen vrijwillig inlevert tijdens die maanden, wordt niet vervolgd. Alleen in de provincie rondom Dnipro leverden mensen in oktober 410 wapens in, waaronder 62 handgranaten, 44 mortiergranaten en 16 landmijnen.

‘Veteranen voelen zich vaak veiliger met een wapen op zak’, zegt traumapsycholoog Tatjana Tkatsjova. Sinds het begin van de oorlog, in 2014, helpt ze militairen aan het front en bij hun terugkeer in de maatschappij. Bij veel militairen staan de hersenen na terugkeer nog steeds in de verdedigingsstand, zegt ze. ‘Een granaat betekent leven voor ze.’

Tatjana TkatsjovaBeeld Emile Ducke

De tienduizenden soldaten die teruggekeerd zijn van het front, krijgen thuis vaak psychische problemen. De oorlog heeft hen veranderd, maar ook hun familie en de economische situatie in hun land. En daarmee ook de kans op een nieuwe baan. ‘We zijn niet hetzelfde volk als vier jaar geleden’, zegt Tkatsjova.

Pizza Veterano

Bij meer dan duizend veteranen uit Oost-Oekraïne leidden psychische problemen tot zelfmoord. Bij anderen tot agressie, soms met wapens.

Ruzietjes eindigen in bloedbaden. In Rivne, een stad op bijna duizend kilometer van het front, gooide een veteraan een handgranaat naar agenten die afkwamen op een melding van een huiselijke ruzie. Bij een opstootje in het centrum van Kiev liet een veteraan een handgranaat afgaan om zich te verdedigen.

De veteranen die thuis nog steeds aan hun wapen zitten, hebben psychiatrische hulp nodig, zegt Tkatsjova. ‘Iedere soldaat zou bij terugkeer een psychische test moeten krijgen. Het grote probleem is dat we niet genoeg psychische hulpverleners hebben.’

Tkatsjova vormt met een collega de enige twee traumapsychologen in Enerhodar, een stad met honderden veteranen iets buiten Dnipro. De overheid biedt nauwelijks hulp, zeggen deskundigen. Wat niet helpt, is dat er in Oekraïne een taboe rust op psychische hulp.

Sommige veteranen hebben zelf de handen ineen geslagen. In augustus openden ze in Dnipro een filiaal van de Kievse keten Pizza Veterano, een pizzeria die alleen oud-militairen uit Oost-Oekraïne aanneemt in de keuken. Samen bakken ze pizza’s en tappen biertjes uit een tap die gemaakt is van een raketbuis. De meeste klanten zijn mannen in camouflagepakken, enkelen in een rolstoel.

Zulke gemeenschapsplekken helpen, maar zijn niet genoeg. Alles wijst erop dat de oorlog nog lang niet over is. Vorige week gooide Rusland nieuw olie op het vuur door drie Oekraïense marineschepen aan te vallen en te overmeesteren. Ondertussen verdienen machtige zakenmensen gelieerd aan de corrupte Oekraïense regering geld aan de strijd, onder meer door de verkoop van ambulances.

Het officiële dodental staat op 10.400. Dat is alleen aan het front. Door de verspreiding van granaten en geweren tikt er nu nog een teller.

350 duizend oorlogsveteranen

Een steeds groter deel van de ­Oekraïense bevolking heeft gevochten tegen pro-Russische ­separatisten. In juni stonden 350 duizend Oekraïeners geregistreerd als oorlogsveteraan uit Oost-Oekraïne. De meesten van hen zijn beroepssoldaten. Enkelen tienduizenden vochten in vrijwilligersbataljons. Anderen, ongeveer 100 duizend mannen, zijn in het begin van de oorlog opgeroepen met een mobilisatiebevel. Ook voerde de regering de dienstplicht weer in. Dienstplichtigen moeten 18 maanden het leger in. De regering probeert de strijdkrachten uit te breiden van 180- naar 250 duizend militairen. Affiches in overheidsgebouwen beloven rekruten 7.000 grivna per maand (220 euro), dat is iets lager dan het gemiddeld inkomen (280 euro). Wie aan het front staat, krijgt maandelijks 10 duizend grivna (315 euro) extra.