Direct naar artikelinhoud
AnalyseTom Dumoulin

Waarom Dumoulin inzet op de Giro en niet op de Tour? Het is een kwestie van kansberekening

Dat Tom Dumoulin de komende Giro d’Italia gaat winnen, weet natuurlijk niemand zeker. Maar in enkele computers van zijn ploeg Sunweb en de accountants- en adviesonderneming KPMG circuleert wel alvast een virtueel eindklassement. Wie volgens die rangschikking bovenaan staat, blijft binnenskamers. 

Diep voorover gebogen jaagt Tom Dumoulin dit voorjaar op de roze trui.Beeld Klaas Jan van der Weij / de Volkskrant

Tikje gevoelig, zulke informatie, oordelen beide partijen. De concurrentie leest mee en dit is bepaald geen nattevingerwerk. Dumoulin zelf maakte er begin deze maand bij de ploegpresentatie in Berlijn geen geheim van: een gezamenlijk project van Sunweb en KPMG leverde belangrijke bouwstenen op voor de keuze komend seizoen vooral te azen op winst in Italië. Voor de Tour de France liggen de ambities lager.

Het bleek een kwestie van kansberekening. Door de prestaties van dertig klassementsrenners over de afgelopen vijf jaar te projecteren op het parcours van beide ronden, kon de gevolgtrekking worden gemaakt dat de roze trui in Verona waarschijnlijker is dan het geel in Parijs.

Volgens Jorn Knops, als performancemanager namens Sunweb betrokken bij het project, was het verschil aanzienlijk. ‘In de Tour zit het veel dichter op elkaar. Hij kan er wel op het podium komen, maar zijn kansen in Italië zijn echt beter.’ Dat menig volger op basis van het grote aantal tijdritkilometers in de Giro en veel zware bergritten in de Tour tot eenzelfde slotsom kon komen, maakt de rekenarij er niet minder zinvol op, menen de betrokkenen. De onderbouwing weegt zwaarder dan de bewering.

Het project illustreert het nieuwe mantra in de sport: data brengen je verder. Wie het meest weet over zichzelf en de concurrenten, verschijnt sterker aan de start. Sunweb zocht vorig jaar toenadering tot KPMG, dat naast accountancy ook advisering in het activiteitenpalet heeft. De ploeg wilde volgens Knops meer inzichten genereren uit de gegevens van hun renners. ‘We wilden meer dan alleen maar Excelbestanden bijhouden. We wilden ook weten wat je er allemaal mee kunt doen. Met datakennis kun je strategieën ontwikkelen.’

Tabellen over renners en ronden

Het materiaal bestaat uit verschillende componenten. Van alleen de sporters in eigen huis beschikken ze over de metingen van onder meer hun hartslag en vermogen. Die behoren tot het privédomein van de ploeg, ook al worden ze incidenteel vrijgegeven. Maar ook het profiel van het parcours en de te verwachten competitie tellen mee. Waar reden de concurrenten de afgelopen jaren en hoe hard gingen ze? Wat meldt Strava, de site waarop sommigen hun eigen prestaties prijsgeven? Van 2.000 renners worden de gegevens genoteerd. Verder terug dan vijf jaar gaat de registratie niet. Dan is het peloton al te veel van samenstelling veranderd.

Het leidt tot tabellen over renners en ronden met per etappe de hoeveelheid seconden die kunnen worden gewonnen of verloren. Knops: ‘Hiermee kunnen wij onze training en tactieken gaan bepalen. Gaan we inzetten op het verbeteren van de tijdrit of richten we ons op het klimmen? Moeten we ergens vooral energie sparen? Dit soort cijfers geeft vertrouwen in de beslissingen die je neemt.’

‘Het is geen tovenarij’, beklemtonen senior manager digitaal sportadvies Paul Adriani en datawetenschapper Olivier Go, beiden van KPMG. ‘Dit zijn modellen op basis van openbare gegevens. Daar kun je een plan op maken.’ Ze geven het grif toe: de grilligheden van de koers zijn niet te verdisconteren. Een lekke band, een overstekende hond, waaiervorming door een wind schuin tegen en de werkelijkheid onttrekt zich aan datagestuurde prognostiek. Knops: ‘Als een renner door omstandigheden in een groep achterin verzeilt, gaan we echt niet zeggen dat hij rustig aan moet doen omdat hij volgens de statistiek zijn krachten moeten sparen.’

Dat het verder gaat dan wichelarij, tonen de virtuele en de feitelijke top-3 van de afgelopen Giro. Sunweb en KPMG vooraf: 1. Chris Froome. 2. Tom Dumoulin. 3. Simon Yates. Het podium in Rome: ‘1. Froome. 2. Dumoulin. 3. Miguel Ángel Lopez.’ Go: ‘We hadden voorzien dat Yates een goede ronderenner werd. We hadden niet voorzien dat hij er op het laatst doorzakte. Lopez schoof op nadat andere kanshebbers waren uitgevallen.’ Het koersverloop tijdens de geruchtmakende etappe over de Colle delle Finestre, waar Froome het roze greep, was ook van tevoren goeddeels voorspeld.

Geen toekomstvoorspellers

Alleszeggend zijn de cijfers op de tabellen niet. Adriani en Go voegden de Italiaan Vincenzo Nibali toe aan het deelnemersveld in de Giro van 2018, waar hij feitelijk ontbrak; hij zou zevende of achtste zijn geworden. Volgens de berekeningen zou hij in de etappe op de flanken van de Etna 46 seconden hebben verspeeld en in de vlakke tijdrit bij Trento slechts één seconde.

Knops: ‘Gevoelsmatig zeg je dan: hier klopt iets niet. Een verlies van 46 seconden op een niet al te zware klim is veel, één seconde tegen de klok is juist weinig. Maar als je dan een verklaring zoekt, ontdek je dat Nibali nogal wat tijdritten heeft gereden waar de echte specialisten ontbraken.’

Na enig aandringen blijven de tabellen van Dumoulin en diens tegenstanders voor de Giro en de Tour toch in de beslotenheid van de laptop. Adriani: ‘Het is ook niet waar het om draait. We proberen met behulp van data zo goed mogelijk inzicht te geven in de scenario’s en mogelijkheden die er liggen. Dat maakt ons nog geen toekomstvoorspellers.’