Direct naar artikelinhoud
NieuwsGelijkheid tussen man en vrouw

In dit tempo blijven mannen nog twee eeuwen meer verdienen dan vrouwen

Goed nieuws: er gloort een toekomst waarin vrouwen net zulke goede salarissen en carrièrekansen hebben als mannen – alleen duurt het nog 202 jaar voor het zover is. Als de vooruitgang zo blijft voortsjokken als nu, zal de economische kloof tussen mannen en vrouwen pas in het jaar 2220 gedicht zijn.

Kinderopvang en robotisering zijn twee van de belangrijkste redenen waarom de economische kloof tussen mannen en vrouwen de laatste jaren nauwelijks kleiner wordt.Beeld Getty Images/Maskot

Dat is de conclusie van het nieuwste Global Gender Gap Report, waarin het World Economic Forum - bekend van de jaarlijkse praatsessie van ’s werelds rijksten in het besneeuwde Davos - de balans opmaakt van de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in 149 landen. IJsland is voor de tiende keer op rij wereldkampioen emancipatie: vrouwen in het ‘land van vuur en ijs’ hebben de kloof met mannen inmiddels voor bijna 86 procent gedicht, berekende het WEF. Nederland scoort 75 procent, goed voor plek 27, achter Laos, Bolivia en Litouwen, alsook het merendeel van de West-Europese landen. Yemen, Pakistan en Irak bungelen helemaal onderaan de ranglijst.

Het World Economic Forum keek niet alleen naar economische emancipatie, maar ook naar de achterstelling van vrouwen qua politiek, gezondheidszorg en onderwijs. Het kleinst is de ongelijkheid in de zorg en het onderwijs. Zo is Nederland een van de 25 landen waarin vrouwen de mannen qua geletterdheid en onderwijsdeelname inmiddels hebben geëvenaard of voorbijgestreefd.

Kinderopvang en robotisering

De politieke en economische ongelijkheid van vrouwen zijn het hardnekkigst, constateert het World Economic Forum. De politieke emancipatie van vrouwen – gemeten naar het aantal vrouwelijke parlementariërs, ministers en regeringsleiders – kachelt in West-Europa de laatste jaren zelfs iets achteruit. Als de huidige trends doorzetten, duurt het nog 108 jaar totdat vrouwen evenveel te vertellen hebben in de politiek als mannen, raamt het WEF. Met 47 vrouwelijke parlementsleden en zes vrouwelijke ministers versus tien mannelijke – goed voor respectievelijk de 26ste en 15de plek op de wereldranglijst – scoort Nederland internationaal gezien redelijk, op één graadmeter na: hoeveel jaar een vrouw de afgelopen halve eeuw minister-president was, of het equivalent daarvan. Daar scoort Nederland nul, terwijl koploper Bangladesh sinds de jaren negentig vrijwel alleen maar vrouwelijke minister-presidenten had.

Kinderopvang en robotisering zijn twee van de belangrijkste redenen waarom de economische kloof tussen mannen en vrouwen de laatste jaren nauwelijks kleiner wordt. Het gebrek aan kinderopvang en mannelijke hulp bij de opvoeding van het kroost frustreert in veel landen de carrières van vrouwen, schrijft het WEF. Daarnaast lijden vrouwen disproportioneel onder de opkomst van robots en andere vormen van automatisering. Administratief werk, klantenservice en telemarketing behoren tot de meest bedreigde sectoren, en daar werken bovengemiddeld veel vrouwen. Kunstmatige intelligentie, de sector achter deze banenvernietigende technologieën, behoort met 22 procent vrouwelijke werknemers dan weer tot de industrieën met de grootste vrouwenarmoede.

Qua economische ongelijkheid eindigt Nederland dankzij het relatief lage aantal vrouwelijke topbestuurders en technici op een schamele 56ste plek, net achter Oeganda en Albanië.

Kinderopvang en robotisering