Direct naar artikelinhoud
Column

Wat een mens veroorzaakt wanneer hij via zijn app een hamburger bestelt

Wat een mens veroorzaakt wanneer hij via zijn app een hamburger bestelt

Toen schrijver/journalist Günter Wallraff een half mensenleven geleden, vermomd als de Turkse gastarbeider Ali, onderdook in de onderkant van de Duitse arbeidsmarkt en daarover een brisant boek schreef, bracht hij een schokgolfje teweeg. Wallraff onthulde een viezige wereld van uitbuiting, racisme, onderbetaling en werkgevers die plichten ontduiken en werknemersrechten lachend in de open haard gooien.

Wallraff kreeg navolgers. In de boekenkast heb ik nog De blinde vlek van Nederland  staan, het verslag van Stella Braams ervaringen in de smoezelige hoekjes van de Nederlandse arbeidsmarkt in de jaren negentig. Ze verhaalt over kwaadaardige koppelbazen, over de zware koffiekarren op een sjiek accountantskantoor waardoor de koffiedames rugklachten ontwikkelden, en ze legt uit hoe je als kamermeisje in het voorgeschreven kwartier een hotelkamer schoon krijgt: niet. Je trekt het beddengoed strak, jaagt een stofzuiger erdoorheen en dweilt de badkamervloer vlugvlug met gebruikte baddoeken van de gasten. Sindsdien reis ik met chloordoekjes.

Het is een groot journalistiek genre geworden: undercover werken aan de inpaktafels van Amazon, als ‘illegaal’ tomaten plukken, hamburgers bakken bij McDonald’s. En daar dan een boek over schrijven. Waar de mensen steevast van schrikken, want er wordt heel wat vies, gevaarlijk en stom werk verricht – vaak om de mensen die het wél goed hebben van dienst te zijn – en het wemelt van de bazen die veiligheidsvoorschriften, cao’s en arbeidswetten als vrijblijvende aanbevelingen zien.

Tegenwoordig hebben we de platformeconomie: het fenomeen dat mensen zich zonder arbeidscontract via een bemiddelingsapp voor meestal kortdurende en laagbetaalde klussen laten inhuren. Daar zijn zorgen over. Want de klussers van Deliveroo, Uber of Werkspot hebben geen zekerheden, geen verzekeringen en zelden onderhandelingsmacht. En bestaande bedrijfstakken worden bedreigd.

Niet voor niets stond iemand van het uitzendbedrijf Randstad onlangs in het Financieele Dagblad te waarschuwen dat deze klusjeseconomie de sociale zekerheid ondermijnt en dat de politiek een bodem onder de tarieven moet leggen. Vroeger werden soortgelijke argumenten nog aangevoerd tegen ‘de cowboys’ van het uitzendwerk, toen er nog geen uitzendcao’s waren.

Als journalist maaltijden bezorgen of passagiers vervoeren in de platformeconomie om daar over te schrijven is minder gevaarlijk dan Wallraffs onderneming. Het levert wel net zulke mooie verhalen op. Jeroen van Bergeijk schreef Uberleven over zijn avonturen als taxichauffeur via Uber, waarin hij uitlegt hoe klantenbeoordelingen je leven kunnen beheersen. En in deze krant schreef Joost de Vries afgelopen zaterdag een heerlijk en inzichtelijk verhaal over zijn fietsritjes als maaltijdenbezorger voor Deliveroo.

Het zijn verhalen die grote vragen oproepen. Over de manier waarop arbeid is georganiseerd. Over wie moet bijdragen aan en wie baat mag hebben bij collectieve voorzieningen. Over tot waar de verantwoordelijkheid van werkgevers, opdrachtgevers en bemiddelaars enerzijds en werknemers, flexkrachten en kleine zelfstandigen anderzijds strekt. En over wat een mens veroorzaakt wanneer hij via zijn app een hamburger bestelt.

Journalisten hoeven overigens niet meer undercover de deur uit voor dit soort verhalen. Er zijn kranten waar freelancers voor 13 cent per woord stukjes tikken.

In volle vaart de straten op: hoe het is om een maand te fietsen voor Deliveroo

De platformeconomie rukt op. Volkskrant-journalist Joost de Vries ervoer zelf hoe het is om als zzp’er voor Deliveroo eten te bezorgen.

Lange dagen en illegale trucs: 527 ritten als Uberchauffeur

Jeroen van Bergeijk liet zich een jaar geleden omscholen tot taxichauffeur en reed vijf maanden voor het omstreden bedrijf. Als je baas een app is: het leven van een Uber-chauffeur.