Direct naar artikelinhoud

In pensioenenstrijd krijgt 50Plus plots wind in de rug van GroenLinks

Drie vragen over pensioenen In navolging van 50Plus, SP en PVV vragen nu ook de bonden het kabinet om actie om de niveaus van de pensioenen op te krikken. Waarom doet 'de politiek' niets?

Senioren zingen mee met een band op de 50+beurs in september 2017.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Wat is op dit moment het grootste probleem met de pensioenen?

Het kernprobleem voor de pensioenfondsen is de rente waarmee zij rekenen om hun toekomstige verplichtingen ten opzichte van hun vermogen te berekenen. Met deze zogenoemde rekenrente schatten pensioenfondsen hoeveel geld ze nu in kas moeten hebben om alle pensioenfondsen in de toekomst uit te kunnen keren. Hoe lager de rente, hoe meer geld de pensioenfondsen in kas moeten houden en hoe minder geld ze nu dus kunnen uitkeren.

Sinds 1952, toen de opbouw van het pensioenstelsel echt begon op basis van de Pensioen- en Spaarfondsenwet, hanteerden de fondsen een rekenrente van 4 procent. In 2006 werd de Pensioenwet van kracht waarin de rekenrente gekoppeld werd aan de marktrente. Pensioenfondsen, bestuurd door vakbeweging en werkgevers, hadden daar zelf voor gelobbyd want de marktrente was toen hoger dan de 'oude' 4 procent. Maar sindsdien is de marktrente gedaald tot vrijwel nul. Hierdoor kunnen de fondsen nu weinig uitkeren.

De pensioenfondsen kampten ook al met twee andere problemen: de vergrijzing en de gestegen levensverwachting, waardoor steeds meer mensen aanspraak maken op het pensioen. En door de financiële crisis hebben de fondsen minder rendement op hun beleggingen hebben behaald dan verwacht.

Iedereen gaat erop vooruit behalve gepensioneerden. Waarom doet 'de politiek' niets?

De SP, PVV en 50 Plus vragen al jaren om een politiek hoger vastgestelde rekenrente. Dan zijn pensioenfondsen in staat de pensioenen te verhogen. Zij verwijten de Europese Centrale Bank de rente kunstmatig laag vast te stellen. Kamerlid Martin van Rooijen van 50Plus heeft een initiatiefwetsvoorstel ingediend om de komende vijf jaar een hogere rekenrente vast te stellen van bijvoorbeeld 2 procent.

De meerderheid in de Tweede Kamer voelt hier weinig voor. Rekenen met een rente die hoger is dan de werkelijke rente is interen op vermogen. Maar Van Rooijen heeft de wind mee.

Enerzijds groeit namelijk de onvrede onder gepensioneerden. Zij boeten al jaren achtereen aan koopkracht in omdat hun pensioen al zo'n tien jaar niet is verhoogd of zelfs iets is verlaagd. Omdat bijna alle andere Nederlanders er met dank aan de bloeiende economie wel op vooruit gaan, gaat dat bij de ouderen steeds meer knagen.

Rekenen met een rente die hoger is dan de werkelijke rente is interen op vermogen
'Iedereen' ziet 2020 als toekomstig rampjaar

Dat sentiment werkt door in de Tweede Kamer, want gepensioneerden zijn ook kiezers en worden als demografische groep electoraal gezien steeds belangrijker. De onvrede onder gepensioneerden verklaart de opkomst van 50Plus. Een teken aan de wand is dat GroenLinks, een partij die vanouds tegen een door de politiek vastgestelde rekenrente is, gisteren in het debat over Van Rooijens wetsvoorstel begon te schuiven.

Een andere reden dat de boodschap van 50Plus meer gehoor vindt is dat 'iedereen' 2020 ziet als toekomstig rampjaar. Dan zijn de eerste vijf jaar voorbij van de tienjarige herstelplannen die pensioenfondsen op last van De Nederlandsche Bank hebben opgesteld. Als hun positie in 2020 niet sterk is verbeterd, moeten veel fondsen de pensioenuitkeringen van 66-plussers en de pensioenopbouw van werkenden waarschijnlijk (verder) verlagen. Dat is voor politieke partijen, het kabinet, de vakbonden en de werkgevers een doemscenario. Dat wil eigenlijk niemand.

Wat gebeurt er dan wel?

Het kabinet van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie wil graag een nieuw 'pensioencontract' introduceren om het doemscenario van lagere pensioenen te voorkomen. Het pensioenstelsel is midden in de vorige eeuw opgebouwd voor kostwinners met een loopbaan bij een werkgever. Dat past niet meer bij de eigentijdse loopbaan met veel afwisseling: soms vijf dagen, dan weer vier dagen werken in loondienst, een periode verlof of als zelfstandige aan de slag. De coalitie wil iedere werkende een individuele pensioenpot geven, maar de beleggingsrisico's via pensioenfondsen delen. Dat nieuwe contract zou in 2020 moeten starten, waarmee het doemscenario wordt afgewend.

Maar het kabinet is afhankelijk van vakbeweging en werkgevers, die de pensioenfondsen besturen. Zij kunnen de invoering van een nieuw systeem maken of breken.

De sociale partners praten al jaren vergeefs over een nieuw systeem. De vakbeweging heeft de inzet onlangs verhoogd. De FNV wil dat de AOW-leeftijd een paar jaar niet verder omhoog gaat, dat er een regeling komt voor 'zware beroepen' en, als ruggesteun voor Martin van Rooijen en 50 Plus, dat de rekenrente tijdelijk omhoog gaat. Het kabinet wil uiterlijk eind maart een akkoord om invoering per 2020 te halen. Dat betekent dat vakbonden en werkgevers na jaren vruchteloos overleg nu écht moeten gaan onderhandelen. En dat het kabinet hier en daar toch een concessie zal moeten doen om de patstelling te doorbreken. Ingewijden op het Binnenhof sluiten inmiddels niet meer uit dat die concessies er komen.

Gijs Herderschêe

Coalitie wil iedere werkende een individuele pensioenpot geven, maar beleggingsrisico's delen

Beleidsdekkingsgraad fondsen gezonder, maar nog niet veilig

Vitale ouderen in het centrum van Oss.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

De top-5 pensioenfondsen zagen hun financiën dit jaar fors verbeteren. Zo steeg de 'beleidsdekkingsgraad' - het gemiddelde over twaalf maanden - van ambtenarenpensioenfonds ABP met bijna 10 procent naar 101,5 procent. Dat betekent dat het fonds, voor elke euro die het nu en in de toekomst moet uitkeren aan haar deelnemers, 1,015 euro in kas heeft.

Ook de beleidsdekkingsgraden van het Pensioenfonds Zorg & Welzijn (98,6 procent) en de metaalfondsen PME (100,1 procent) en PMT (100,6 procent) zaten in de lift. Dat is te danken aan flinke rendementen, vooral op aandelen en vastgoed. Toch waarschuwen fondsbestuurders voor te veel optimisme. 'Waarschijnlijk kunnen we de pensioenen de komende vijf jaar niet of nauwelijks verhogen', stelt ABP-voorzitter Corien Wortmann-Kool.

Zelfs een verlaging van de pensioenen is nog altijd niet uitgesloten. De beleidsdekkingsgraad mag namelijk niet vijf achtereenvolgende jaren onder de 104,2 procent blijven steken. Voor de meeste fondsen valt dit cruciale meetmoment eind 2019 (waaronder PME en PMT) of eind 2020 (ABP en PFZW).

Koen Haegens