Direct naar artikelinhoud
Klopt dit wel?‘dochtereffect’

Mannelijke managers met een dochter voeren een beter diversiteitsbeleid – klopt dit wel?

Berichten verspreiden zich vaak razendsnel, of ze nu kloppen of niet. Wij proberen de zin van de onzin te scheiden.

Mannelijke managers met een dochter voeren een beter diversiteitsbeleid – klopt dit wel?
Beeld Getty Images

Van wie komt die claim?

Als je je baas voor het uitkiezen hebt, kies er dan een met een dochter. Er zou zoiets bestaan als een ‘dochtereffect’: mannelijke managers met dochters investeren meer in maatschappelijk verantwoord ondernemen, zetten meer vrouwen op hoge posities en laten de salarissen van vrouwen in het bedrijf stijgen. Althans, dat schrijft gedragswetenschapper Ben Tiggelaar op Twitter en in zijn nieuwe columnbundel Waarom je beter een baas met een dochter kunt hebben.

Klopt het?

Wanneer we contact opnemen met Tiggelaar, laat hij meteen weten dat er wat mitsen en maren kleven aan het dochtereffect, maar hij stelt dat veel onderzoek het idee ondersteunt. Hij verwijst naar zijn NRC-column, waarin hij een grote studie van managementonderzoeker Henrik Cronqvist bespreekt. Cronqvist vergeleek bij vijfhonderd Amerikaanse topbedrijven de scores voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) en concludeert dat bestuursvoorzitters met een dochter het op dat vlak beter doen.

Die studie ‘is van zeldzaam goede methodologische kwaliteit’, zegt hoogleraar toegepaste statistiek Casper Albers van de Rijksuniversiteit Groningen in een reactie. In plaats van enkel de mooiste analyse te presenteren – iets wat nogal eens gebeurt in de wetenschap – laten de onderzoekers veel verschillende scenario’s zien. Dan blijkt keer op keer dat managers na het krijgen van een dochter inderdaad een kleine 10 procent meer doen aan mvo.

‘Het effect bestaat inderdaad’, bevestigt Meir Shemla, die aan de Rotterdam School of Management diversiteitsbeleid onderzoekt. ‘Maar wat de invloed ervan precies is, weten we niet.’ Investeringen in mvo vertalen zich bijvoorbeeld niet direct in beter diversiteitsbeleid, vindt hij. ‘Zonder te overdrijven zijn er de afgelopen tien jaar miljarden dollars in mvo geïnvesteerd, maar meestal heeft dat weinig gevolgen gehad. Uit ons eigen onderzoek bleek bijvoorbeeld dat vacatures die expliciet gericht zijn op vrouwelijk toptalent, juist vaker minder getalenteerde mensen aantrekken.’

Het dochtereffect duikt ook op in ander onderzoek, zij het subtiel. Zo delen bazen met pasgeboren dochters bij Deense bedrijven gemiddeld 1,5 procent meer salaris uit aan vrouwen, maar dat effect valt alleen hard te maken in kleine bedrijfjes, waar de invloed van één baas waarschijnlijk groter is.

Tiggelaar zegt zelf ook dat we geen diversiteitsrevolutie van het dochtereffect hoeven te verwachten. Hij citeert in zijn column onderzoeker Jeanine Prime: ‘Mannen krijgen al dochters zolang als de aarde draait. Toch vind je overal in de wereld een diepgewortelde ongelijkheid tussen mannen en vrouwen.’

Eindoordeel

Het klopt dat topmanagers die een dochter krijgen, gemiddeld iets vaker progressief diversiteitsbeleid proberen te voeren. Het blijft de vraag hoeveel dat in de praktijk uitmaakt.