Direct naar artikelinhoud
ReportageZevenheuvelenloop

Joshua Cheptegei wint de Zevenheuvelenloop in Nijmegen

Het wereldrecord op de 15 kilometer dat de Oegandees Joshua Cheptegei zondag in Nijmegen loopt, is het resultaat van een uitgekiende voorbereiding.

Joshua Cheptegei stormt af op de finish van de Zevenheuvelenloop.Beeld Klaas Jan van der Weij

Een Afrikaanse jongeman van 22 jaar loopt zondagmiddag in een veel te ruime sponsorjas over de Groesbeekseweg in Nijmegen. Joshua Cheptegei heeft zojuist het wereldrecord op de vijftien kilometer verbeterd. Verlegen steekt hij zijn duim op naar de telefoons en camera’s voor hem. Tegen de verslaggevers fluistert hij: ‘I am happy, very happy.’

Cheptegei praat en lacht, en onderwijl plakt iemand van de organisatie een sticker met grote zwarte letters op zijn jas: ‘world record 15 km’. Zo lijkt het alsof het hem allemaal nauwelijks moeite heeft gekost. Maar zo makkelijk als het lijkt, is het niet geweest. Het wereldrecord van Joshua Cheptegei uit Oeganda is de uitkomst van een lange, gedegen voorbereiding.

Op donderdagmorgen, om zes uur in de ochtend, zet Joshua Cheptegei voet op Nederlandse bodem, op Schiphol. Hij is een man met een missie. De Zevenheuvelenloop winnen is voor hem niet genoeg, dat heeft hij per slot van rekening al drie keer gedaan. Hij wil dat record dat acht jaar geleden is gevestigd door de Keniaanse topatleet Leonard Komon: 41.13. De najaarsklassieker in Nijmegen lijkt hem daarvoor de ideale wedstrijd. Hij kent het parcours, de organisatie. Bovendien heeft de route weinig bochten.

En die zeven heuvels dan uit de naam van de race dan? Zijn manager, Jurrie van der Velden van het Nederlandse bedrijf Global Sports, begint te lachen. Hij is net terug uit Oeganda en vertelt: ‘Op maandagmorgen hebben ze daar een rustige duurloop over wegen die veel heuvelachtiger zijn dan die in Nijmegen. Haile Gebrselassie vroeg ooit na de finish: ‘Hebben jullie het parcours verlegd, ik heb die zeven heuvels nergens gezien? Voor die toplopers stelt het niks voor.’

Vorig jaar kwam Cheptegei in Nijmegen drie seconden tekort voor het wereldrecord: 41.16. De hazen stapten te vroeg uit, wegwerkzaamheden kostten wellicht ook een paar seconden en de weersomstandigheden – wind tegen op het laatste stuk heuvelafwaarts – werkten evenmin in zijn voordeel.

Beginner

Bij de editie van 2015 kon hij ’s morgens in het hotel de verleiding niet weerstaan om jus d’orange en chocolademelk te nemen bij het ontbijt. Na afloop stond hij te braken na de finish. Om dergelijke problemen dit keer te voorkomen, heeft zijn management hem niet in het hotel, maar in het atletenhuis van Global Sports in Nijmegen geplaatst. Een kok verzorgt de maaltijden. Zo moet een nieuwe beginnersfout worden voorkomen.

Heel lang loopt Cheptegei nog niet.

Eigenlijk wilde hij schrijver worden. Hij studeerde literatuurwetenschap aan de universiteit. Maar vier jaar geleden werd hij ontdekt door Global Sports Management tijdens een lokale wedstrijd in Oeganda. Sindsdien is het hard gegaan met hem. Vorig jaar werd hij op de WK atletiek in Londen tweede op de 10.000 meter, achter olympisch kampioen Mo Farah.

Cheptegei na de race.Beeld Klaas Jan van der Weij

Op vrijdagavond verkent Cheptegei voor het eerst het parcours. Hij is handschoenen vergeten. Weer een les: die moet hij zondag dus meenemen. Vier hazen heeft hij ter beschikking. In het atletenhuis oefenen ze de volgorde zoals die tijdens de wedstrijd ook moet zijn: Cheptegei achter een windscherm van medelopers, om zo lang mogelijk uit de wind te blijven.

Roy Hoornweg uit Papendrecht is de eerste haas. Hij geldt in dit genre als de beste ter wereld. Zijn taak is om de eerste drie kilometer exact in een tempo van 2.46 minuten per kilometer te lopen. Tijdens de Tilburg Ten Miles, de generale repetitie, lukte hem dat op de seconde nauwkeurig. ‘Dat is zó kicken.’ Hij wijt dat aan een jarenlange ervaring als baanatleet.

Bij de start, zondagmiddag 13.00 uur precies, checkt Hoornweg nog een keer zijn horloge. ‘Maar eigenlijk is dat niet nodig. Ik vertrouw liever op mijn gevoel.’ De eerste driehonderd meter gaat hij, in alle opwinding, toch iets te hard waardoor hij daarna gas moet terugnemen. ‘To slow?’, vraagt Cheptegei. Maar Hoornweg schudt zijn hoofd. ‘It’s good.’

Iets voor het drie kilometerpunt stapt Hoornweg uit. Zijn schoonvader staat even verderop met warme kleding klaar. Hoornweg fiets direct terug naar de finish, benieuwd als hij is of zijn trainingsmaatje uit Oeganda het wereldrecord gaat verbreken. De eerste tussentijden doen vermoeden dat het goed gaat.

Wel of geen wereldrecord

Vijftien kilometer is geen klassieke afstand, zoals de marathon of tien kilometer. De IAAF, de internationale atletiekfederatie, spreekt sinds vorig jaar van een wereldbeste tijd, niet van een wereldrecord. Maar dat zal Cheptegei een zorg zijn, weet Hoornweg. ‘Wereldrecord is wereldrecord, dát telt onder lopers.’

Van der Velden zegt over de status van de vijftien kilometer: ‘Je moet vooral kijken naar de atleten die het hebben geprobeerd te verbreken. Dat zijn er nogal wat geweest in het verleden. Iemand als Kenenisa Bekele, viervoudig wereldkampioen op de 10.000 meter, heeft zijn tanden stuk gebeten op die tijd. Dat zegt genoeg.’

Dat Joshua Cheptegei zo goed is op deze afstand heeft vooral te maken met de fase van zijn carrière. Hij is van origine een baanatleet die in de toekomst de marathon moet gaan lopen. Van der Velden: ‘Hij zit nu in de transitie van baanatleet naar langeafstandloper. Een halve marathon is nog te ver, voor de vijf mist hij de pure snelheid. De vijftien is precies goed.’

Cheptegei met de Ethiopiër Abrar Osman (rechts) die als tweede zou finishen op 1,29.Beeld Klaas Jan van der Weij

Na vijf kilometer gaat het mis. Alle hazen zijn dan uitgevallen, veel eerder dan de bedoeling was. Eén ding is duidelijk: vanaf dit moment moet Cheptegei het alleen doen. De handschoenen zijn dan al uit, de armstukken volgen iets later.

Coach Addy Ruiter zit in de klokauto, die exact voor Cheptegei de snelste lijn rijdt. Een jurylid kijkt vanaf de fiets toe of de atleet niet te veel (wind) voordeel heeft van de wagen. Het is één van de voorwaarden die de internationale atletiekfederatie als voorwaarde heeft opgenomen voor de erkenning van het wereldrecord.

Van der Velden zit op de motor en schreeuwt naar zijn pupil: ‘Come on!’ Hij weet: ‘Het wereldrecord wordt kiele-kiele.’ Cheptegei zet op 10 kilometer nog een keer extra aan, al was het maar omdat de organisatie een bonus van 50.000 euro heeft uitgeloofd voor het record.

Een intelligente jongen

In het verleden heeft Van der Velden veel Afrikaanse atleten in de problemen zien komen met geld. De weelde bleek te groot. Een dergelijk scenario voorziet hij niet met Cheptegei. ‘Hij is een intelligente jongen, die heus wel iets wil aannemen, mits je met goede argumenten komt.

‘Hij laat bijvoorbeeld nu een huis bouwen. Wij hebben gezegd: er komen belangrijke jaren aan met volgend jaar de WK en het jaar er op de Spelen. Wacht nog even met die extra verdieping, dat zorgt alleen maar voor stress. Dan luistert hij ook echt naar ons.’

Cheptegei neemt een bocht.Beeld Klaas Jan van der Weij

Vanaf twaalf kilometer loopt Cheptegei voor het eerst onder het schema van het wereldrecord. Het gaf hem vleugels, zal hij later zeggen. Van der Velden geniet: ‘Elke stap die Joshua loopt, straalt kracht uit. Alles is raak. Je ziet een sterke atleet.’

Aan de finish houdt Roy Hoornweg het niet meer. Hij is live op Facebook gegaan, want het kan niet meer misgaan. Tranen staan in zijn ogen. ‘Wer-eld-re-cord’, schreeuwt de speaker als Cheptegei in 41.05 over de finish komt. Hoornweg schudt zijn hoofd: ‘Deze jongen weet van zichzelf niet hoe goed hij eigenlijk is.’

Na afloop zit Joshua Cheptegei tevreden aan de erwtensoep in De Vereeniging. Hij heeft dan al iedereen uitvoerig bedankt die heeft meegewerkt de operatie wereldrecord. Van zijn manager tot zijn trainer, Addy Ruiter. Die zit glunderend in een hoekje van de zaal en zegt: ‘Als er iemand van deze generatie lopers de marathon als eerste onder de twee uur zou kunnen lopen, dan is het Joshua wel. Dit is nog maar het begin.’