Geef In4nite een niet-geweven, kunststof textiel en ze maken er iets bijzonders van
Geef ontwerpers een stuk landbouwzeil of een automatje en ze maken er iets bijzonders van. Een gymschoen bijvoorbeeld, of een gracieuze chaisse longue. Dat is wat het gelegenheidscollectief In4nite deed op de Dutch Design Week met Colback, een niet-geweven textiel van kunststof.
De Arnhemse fabrikant voorzag zeven jonge ontwerpers van meters van deze vezelstof die het basismateriaal is voor de meest uiteenlopende toepassingen, van autoluchtfilters tot landbouwzeil dus. Het resultaat is een prachtige presentatie waarin niet alleen eindproduct, maar ook de hele zoektocht daarheen wordt getoond. Artdirectors van het geheel zijn Dana Dijkgraaf, Arno Geesink en Rick Tegelaar. Die laatste geniet enige faam met zijn kroonluchter van kippengaas voor het designlabel Moooi van Marcel Wanders.
Sommige ontwerpers hebben het materiaal bijna geheel intact gelaten, zoals Marc Meijers. Optimaal gebruik makend van de kracht van het industriële halffabricaat gebruikte hij Colback voor een ligstoel. De ragfijne structuur van het synthetische textiel wordt benadrukt door het robuuste metalen frame waarin het is gespannen. Rick Tegelaar knoopte van stroken Colback een dik touw en maakte zo een kamerscherm dat als een enorme mattenklopper rechtop staat. Maar de show wordt gestolen door de gymschoenen van Joris Groot. Met een zelfgemaakte mal perste hij de bovenkant van een gymschoen van Colback. Verder te zien zijn wandkleden en -panelen, lampen en akoestische schermen. Nu maar hopen dat sommige van deze ontwerpen het ook daadwerkelijk tot consumentenproduct schoppen.
Stevige traditie
Dit spelen met één materiaal kent inmiddels een stevige traditie in het Nederlandse ontwerp – Hella Jongerius deed het met aardewerk en Bertjan Pot ontwikkelende al breiend en punnikend nieuwe textiel. Nieuw is wel de samenwerking met een industrie die niet vanzelfsprekend in de belangstelling staat van ontwerpers. Het is mooi om te zien hoe de beperking van een alledaags materiaal ontwerpers dwingt om het uiterste uit hun creativiteit te halen. Het signaal dat hiermee wordt afgegeven is dan ook urgent: voor een goed ontwerp is niet meer nodig dan een goed idee.
Inmiddels zijn er meer bedrijven die de toegevoegde waarde van de ontwerper hebben ontdekt. Elders op de Dutch Design Week staat een wervelende presentatie van het Eindhovense gelegenheidscollectief Envisions en de Spaanse fabrikant van houtplaatmateriaal Finsa. In dit geval leidde de samenwerking niet tot kant-en-klare producten maar tot esthetische krachtpatserij die vooral de kleurrijke kwaliteit van de houtpanelen moet demonstreren.
Heel zorgvuldig is het hout door Envisions bewerkt, gekleurd en vervolgens verwerkt tot een collage, waarin je volledig wordt ondergedompeld. In een grote lege fabrieksloods (je ziet ze steeds vaker op de Dutch Design Week) staat een grote zwarte doos waar bezoekers omheen kunnen lopen. In de zwarte muren zitten kijkgaten en een loopbrug. Doordat de binnenmuren zijn beplakt met een spiegelend folie, kijk je als het ware in een reusachtige caleidoscoop.
Projecten als In4nite en Envisions zijn niet alleen een podium voor jonge ontwerpers, maar halen ook de banden aan met de creatieve industrie en de maakindustrie. Want uiteindelijk hebben de bedrijven en ontwerpers elkaar nodig om te innoveren. De ontwerpers leveren de frisse ideeën en de fabrikanten zorgen voor expertise in complexe en grootschalige maakprocessen – en geld, ook dat. Maar de grote winnaar is vooralsnog de bezoeker van Dutch Design Week. Niet alleen wordt een fraaie inkijk geboden in het creatieve maakproces van ontwerpers maar er worden ook visueel snoepjes uitgedeeld.
In4nite is te zien op Achtseweg-Zuid 53 op Strijp-T.
Envisions is te zien op de Campinafabriek aan de Kanaaldijk-Zuid (naast publiekstrekkers Robot Love en de Graduation Show van Design Academy Eindhoven).
