Van Utrechts rockbandje tot onwaarschijnlijk populaire stadionact: Kensington wint Popprijs voor uitzonderlijke prestaties
De Utrechtse band Kensington heeft dit jaar de Popprijs gekregen, de prijs voor een Nederlandse popact die het afgelopen jaar iets uitzonderlijks heeft gepresteerd. Kensington kreeg de prijs zaterdagavond op het podium van de Grote Zaal in de Oosterpoort tijdens festival Noorderslag, en werd door het publiek hartstochtelijk toegejuicht.
De toekenning is dan ook terecht. Kensington, opgericht in 2005 door gitarist Casper Starreveld, bassist Jan Haker en drummer Lucas Lenselink (in 2008 opgevolgd door Niles Vandenberg), schopte het van Utrechts rockbandje tot onwaarschijnlijk populaire stadionact. De band rond zanger Eloi Youssef schreef Nederlandse popgeschiedenis door de afgelopen drie jaar tien shows te spelen in een uitverkochte Ziggo Dome in Amsterdam.
En dit jaar knoopt de band daar nog uitverkochte shows in de Amsterdam Arena aan vast. Uniek, voor een Nederlands rockbandje. De band heeft een hondstrouwe fangemeenschap aan zich gebonden, en de albums Rivals (2014) en Control (2016) staan eigenlijk onafgebroken hoog genoteerd in de plaatverkoop- en streaminglijsten.
Twitter bericht wordt geladen...
'Gitaarbands hebben het moeilijk'
Kensington, dat moest overkomen vanuit Rotterdam waar de band zaterdagavond speelde op Vrienden van Amstel Live, vond de timing van de Popprijs perfect. 'We zijn tien jaar in deze samenstelling bij elkaar, het voelt heel goed om nu beloond te worden. Ook voor onze fans, die ons vanaf het begin hebben gesteund', zei zanger Youssef op het podium bij Noorderslag. Volgens hem hebben gitaarbands het de laatste jaren moeilijk, tussen alle dance en hiphop. 'Maar over een paar jaar staat hier weer een heel vette gitaarband.'
