In gevecht met een ‘ontembaar monster’

Het waait niet meer over, die zwarte regen, zeggen de inwoners van Wijk aan Zee. Ze vechten tegen twee ‘Goliaths’: Tata Steel en de overheid.

Als dit verhaal al een verteller nodig heeft, laat het dan Douwe ‘Sauw’ Buwalda zijn, voormalig sluismeester, die als selfmade jurist de milieuvergunningen van Tata Steel aanvecht. Dat doet Buwalda (57) namelijk al twintig jaar, als lid van de dorpsraad van Wijk aan Zee. Zo zorgt hij voor het dorp, vindt hij – en daardoor ook een beetje voor de wereld.

Je kunt zeggen dat hij dat doet met volle overgave, waarbij hij ook in het openbaar de schijnwerpers pakt. Je moet indruk maken, onmiddellijk. Als je opkomt tijdens een behandeling bij de Raad van State of de rechtbank en je ziet er goed uit, dan scheelt dat de helft. Daar heeft hij zijn speciale jasje voor: een zeemansblazer met goudkleurige knopen, veertig jaar geleden op maat gemaakt, toen hij als 17-jarige leerling-stuurman bij Nedloyd aan de slag ging.

Net als zijn dorpsgenoten gaat Buwalda met zijn vinger langs het raamkozijn van zijn huis in Wijk aan Zee, op dagen dat het kustdorp besmeurd is met een vies zwart goedje. Daar is het grove stof weer, weet hij dan. Hij kijkt daar amper van op en wast zijn handen. Of hij wast zijn voeten, aangezien Buwalda in de zomer op blote voeten over straat loopt. Hij zou er melding van kunnen maken bij Tata Steel en die stuurt dan Grapendaal Glazenwassers uit Beverwijk op zijn dak, net als in de rest van het dorp, en die spuit de boel schoon. Voor je auto kun je een wasbonnetje krijgen voor de Car Cleaning, ook uit Beverwijk.

Sam Buwalda

Dan is de uitstoot weer weggepoetst uit het dorp, als een periodiek ongemak. Maar Sauw weet wel beter, en met hem vele bewoners in het IJmond-gebied. Het komt steeds terug – en trouwens, hij wil geen glazenwasser van het staalbedrijf, daar is hij te trots voor. Aan zijn huis geen Tata. Zo is het al dertig, veertig jaar jaar, of misschien wel langer, want Tata Steel, voorheen Corus en de Koninklijke Hoogovens in IJmuiden bestaat sinds 1918. De dorpsbewoners hebben weleens massaal een ‘te koop’-bord in hun tuin gezet, met de bedoeling met zijn allen naar Hargen te verhuizen, 40 kilometer naar het noorden.

Dit verhaal gaat over hun steeds heftiger strijd tegen het ‘ontembare monster’ zoals een Tata-directeur de fabriek eind vorig jaar omschreef op een bewonersbijeenkomst. Daarmee doelde de topman op ‘het wisselende proces’ dat zich binnen de fabrieksmuren voltrekt, ‘onverwacht en onvoorzienbaar’. Van bewoners wordt verwacht dat ze maar toekijken hoe de fabriek 24 uur per dag rotzooi over hen uitstoot; grafietregens, stikstofoxide.

Ze willen dat het nu echt gaat stoppen. Maar elke keer als ze zich tot het ‘bevoegd gezag’ wenden, de provincie Noord-Holland, krijgen de bewoners het idee alsof die aan de kant van Tata staat. Want waarom mag Tata van de provincie de Europese normen overschrijden? En hoe kan het dat de provincie bijna twee jaar lang niet doorhad dat er op illegale wijze restproducten werden verwerkt, waardoor de grafietregens ontstonden?

En dus moeten ze het monster zelf te lijf.

Wie naar de meest recente cijfers kijkt van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa), ziet dat de uitstoot van Tata Steel tussen 2014 en 2017 alleen maar is toegenomen. Na kolencentrales op de Maasvlakte en in de Eemshaven is Tata Steel met 6,8 miljoen ton CO2 die het in 2017 de lucht inblies het meest vervuilende bedrijf van Nederland. Het omvangrijke hoogoventerrein loopt deels door de gemeenten Beverwijk, Heemskerk en vooral Velsen, onlangs door onderzoeken van het Centraal Bureau van de Statistiek uitgeroepen tot de vieste gemeente van het land, vooral door de uitstoot van koolstofdioxide (CO2).

Nu is het ‘de zwarte regen’, ook wel ‘grafietregen’ genoemd, die de afgelopen zes maanden grote onrust veroorzaakte in Wijk aan Zee. Auto’s, huizen, bakfietsen, straten en zandbakken werden met een glimmend zwart goedje bedekt, over komen waaien van de industriële buurman, met een zachte zuidoostenwind. En zetten de bewoners de ramen en deuren even open, vanwege de aanhoudende zomerse warmte, dan zat het hele huis onder.

In december 2016 kwam de eerste stroom klachten uit Wijk aan Zee over ‘zwarte glinsterende deeltjes’. Gewezen werd naar het op het terrein van Tata Steel gevestigde Harsco, een beursgenoteerde Amerikaanse multinationale onderneming. Dit bedrijf verwerkt ‘de slak’ van Tata Steel, een restproduct van staal, en daarbij komt donkere stofneerslag vrij, als gevolg van ‘grafietexplosies’. Het heeft te maken met een nieuw procedé met de ROZA-slak, waarmee in 2014 voor het eerst werd geëxperimenteerd: niet langer werd de slak afgekoeld, maar gloeiend heet gekiept.

Waar voorheen de glazenwasser behalve de gevel ook het humeur van de bewoners opfriste, heeft het temperament over deze uitstoot zich definitief gekeerd. ‘Het waait niet meer over’, zegt dorpsraadlid Linda Valent, en dat geldt voor zowel de zwarte wolken als het ongenoegen in Wijk aan Zee. Ze zijn niet langer beducht voor de imposante buurman. ‘Het verschil met voorgaande keren is dat het ongenoegen in het dorp nu breed gedragen wordt’, zegt Valent. ‘Mensen zijn echt ongerust en boos en ook wantrouwend jegens degenen die over onze gezondheid zouden moeten waken. Het is de reden waarom mensen denken aan verhuizen.’

De verontwaardiging werd verder gevoed nadat eind oktober vorig jaar mosterdkleurige wolken vrijkwamen bij een ernstige storing bij de Kooksfabriek 2 van Tata Steel, waarin steenkool wordt verwerkt. Bij Kooksfabriek 1 was in 2017 door de provincie Noord-Holland eveneens ingegrepen omdat er meer kankerverwekkende PAK’s werden uitgestoten dan toegestaan. Dan was er eind vorig jaar ook nog de inspectiedienst ILT van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat die bekendmaakte dat Tata met toestemming van de provincie Noord-Holland meer stikstofoxiden (NOx) uitstoot dan de Europese normen toestaan.

Valent zegt dat er een einde is gekomen aan de ‘struisvogelpolitiek’: iedereen stopte zijn kop in het zand, want we wonen hier zo mooi en prachtig in Wijk aan Zee, ondanks de vervuiling. ‘Dat is echt een verschil met eerdere keren: mensen zijn beter geïnformeerd door onder andere internet en via sociale media en bedenken zelf dingen om op de hoogte te blijven, zoals stofmelder.nl. Het valt niet meer te ontkennen dat er bewust rotzooi over ons heen wordt uitgestort.’

Het we-pikken-het-niet-meer weerklonk in oktober en november in wijkcentrum De Moriaan, op twee door honderden mensen bezochte bijeenkomsten, spoorslags georganiseerd om de toegenomen onrust te beteugelen. Aangespoord door het activisme in Wijk aan Zee werd voor buurtgemeenten Velsen en Beverwijk ook een ontmoeting georganiseerd in het Telstar-stadion, voorheen het Tata Steel-Stadion.

Zelfs de in IJmond diepgewortelde loyaliteitskwestie – het is toch een bedrijf waar negenduizend mensen hun boterham verdienen, en waar nog eens twintigduizend mensen in de IJmond van afhankelijk zijn, dus laten we een beetje coulant zijn – werd naar de achtergrond verdreven. Relatief nieuwe bewoners van Wijk aan Zee begrepen sowieso niets van die toewijding aan een bedrijf dat maling heeft aan zijn buren. Adviezen van de GGD Kennemerland dat je de groente uit de moestuin extra goed dient te wassen, net als je handen en haren, werden weggehoond. Net als de mededeling dat de ‘zwarte regen’ eigenlijk niet slecht is voor de gezondheid omdat het te grof is om te worden ingeademd.

‘Die informatieavonden hebben de bezorgdheid zeker niet weggenomen’, zegt Valent. ‘Integendeel. Het heeft het wantrouwen verder doen toenemen. Omdat pijnlijk duidelijk is dat er niet of slap wordt opgetreden door handhavers.’

Uit door de dorpsraad zelf geïnitieerd laboratoriumonderzoek van ‘veegmonsters’ kwam een verontrustende uitslag: onder meer zware giftige metalen werden gevonden zoals vanadium, zink, chroom en lood. De twee huisartsen van Wijk aan Zee stuurden een brief naar het Beverwijkse gemeentebestuur, waar het dorp onder valt, waarin ze hun zorgen uiten over de vele klachten aan ogen en luchtwegen, die ze op hun praktijk tegenkwamen. Ze schreven dat er ‘een grote populatie’ kankerpatiënten is onder de 2.200 inwoners en dat er relatief gezien meer kinderen zijn met ‘gedrags- en concentratieproblemen’. Verder gezondheidsonderzoek is noodzakelijk, stellen de huisartsen, net als ‘kankerregistratie.’

In 2009 schreef het RIVM in het rapport Wonen in de IJmond, ongezond? al dat er ‘in bepaalde gebieden in de IJmond meer longkanker voorkomt dan gemiddeld in de regio’. ‘Het blijkt dat in het gebied waar de invloed van Corus (het huidige Tata Steel, red.) op de luchtkwaliteit vroeger het grootst was, longkanker naar schatting 33 procent vaker voorkomt dan in de gebieden waar de uitstoot van Corus niet of nauwelijks bijdroeg aan de lokale luchtkwaliteit.’ Aldus het RIVM. Omdat er volgens onderzoekers veel wordt gerookt in deze omgeving, werd dit cijfer ‘gecorrigeerd’ tot 22 procent meer longkanker. Inmiddels doet wederom de RIVM onderzoek, nu naar de ‘grafietregen’, en wil de provincie Noord-Holland een groot onderzoek laten doen naar de gezondheid van de bewoners van Wijk aan Zee.

‘Het is zeer onwaarschijnlijk dat er geen verband bestaat tussen de gezondheidsproblemen en de uitstoot van Tata Steel’, zegt Luc Verkouteren, woonachtig in Wijk aan Zee, als huisarts werkend in IJmuiden. ‘Maar wat er ook gebeurt: het bedrijf is altijd reactief en nooit pro-actief om de bevolking te beschermen. Er gebeurt pas wat als ze op hun donder krijgen, en dan doen ze het minimale, net als de overheid die toezicht moet houden. We vechten hier tegen twee Goliaths: Tata Steel en de overheid die het laat gebeuren.’

Als het om ‘de overheid’ gaat, wordt er vooral gewezen naar de provincie Noord-Holland als ‘bevoegd gezag’. De provincie heeft drie jaar geleden toezicht, handhaving en vergunningverlening van ‘de meest risicovolle bedrijven’ ondergebracht bij de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Deze dienst heeft inmiddels 28 dwangsommen opgelegd aan Harsco, nog twee te gaan totdat de maximale straf van 150.000 euro is bereikt. Wat er dan gebeurt, dat bepaalt Adnan Tekin (PvdA), gedeputeerde van de provincie Noord-Holland. De dwangsom is overigens fiscaal aftrekbaar.

Zo lijkt het alsof de Omgevingsdienst er namens de provincie bovenop zit, meteen een boete uitschrijft als er iets mis is en Tata en bijbehorende bedrijven subiet tot ingrijpen maant. Mario Bakker, adjunct-directeur van de Omgevingsdienst, zegt ook dat het ‘niet niks is’, de stofuitstoot. ‘De vergunning beschrijft een emissie binnen de twee meter. En dan leg je vervolgens heel Wijk aan Zee onder het grafiet. Dat is nogal wat. Dit is een serieuze zaak.’

Maar als je dat Sauw Buwalda voorhoudt, fronst hij zijn wenkbrauwen en snuit hij even. Het ‘bevoegd gezag’ dat Tata achter de broek zit? Onzin.

Kijk, je hoeft hem niet te vertellen wat een prachtig bedrijf het is, en hoe goed ze bij Tata Steel voor hun mensen zijn, en dat er veel mensen van eten in de IJmond. Om te beginnen woont hij al zijn hele leven in Wijk aan Zee. Als hij een week de zee niet ziet, is hij van slag. Op het strand heeft hij leren lopen, en als kind was hij niet uit zee te krijgen. Zijn vader, een gereformeerde Fries, trok in de jaren vijftig naar het westen om meet- en regeltechnicus te worden bij de Koninklijke Hoogovens, waar hij aan het werk ging bij de eerste oxystaalfabriek. Op zijn 57ste mocht zijn vader met pensioen, en nu op zijn 93ste woont hij nog immer zelfstandig in zijn huisje in Wijk aan Zee, nog zo scherp als een mes.

Ja, ze hebben veel aan het bedrijf te danken, zegt hij, maar het is natuurlijk van de gekke dat een paar pitbull-vrijwilligers van de dorpsraad het bedrijf op de vingers moeten tikken, vanwege het een of ander, terwijl het bevoegd gezag het laat afweten.

Want dat is wat het hele gedoe rond de ‘zwarte regen’ in zijn optiek laat zien, hoe de industriereus door de handhavers laks behandeld wordt.

Loop om te beginnen maar zevenhonderd meter met Buwalda mee, van zijn huis in het dorp richting de Noordpier, dan kom je vanzelf voorbij de slakverwerking van Harsco, op het terrein van Tata Steel. Dan zie je vanaf de openbare weg in de verte een treintje komen dat hete slak uit de staalfabriek vervoerd, en dat wordt overgegooid in pannen, om af te koelen bij Harsco. De stof die daarbij duidelijk zichtbaar vrijkomt, daar gaat het allemaal om. Twee meter van ‘de bron’ mag die uitstoot maar reiken, volgens de regels, maar de zevenhonderd meters naar Wijk aan Zee worden met gemak overbrugd, telkens weer.

Al sinds 2014 daalt die uitstoot op het dorp en het omliggende gebied neer, in meer en mindere mate. De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied stelde in december 2016 vast dat er ‘onverwacht en grotere (structureler) stofproblemen ontstaan’ – maar greep niet in, en ook eind 2017 niet, toen er veel stofoverlast was. Pas in juli 2018, werd een overtreding op heterdaad door twee inspecteurs waargenomen.

Die waren daar nog maar eens gaan kijken na honderden meldingen van overlast uit het dorp en nadat fotograaf en uitbater van de Beverwijkse Internet Courant (BIC-news) Dirk-Jan Prins met talloze foto’s van omvangrijke stofuitstoot keihard bewijs had geleverd. Zo moeilijk was het niet, zegt Prins: hij hoefde er elke dag maar naartoe te rijden en zijn lens op Harsco te richten. ‘En ’s nachts houdt niemand het in de gaten, en gaat de uitstoot het gewoon door’, stelt Prins.

Maar dat is nog niet alles, in de kwestie rond de grafietregen. Want behalve te laat opgetreden, heeft de Omgevingsdienst toegestaan dat het bedrijf zonder de vereiste vergunning heeft gefunctioneerd – zo erkent de Omgevingsdienst zelf, na vragen van de Volkskrant. Harsco is ‘voor legalisatie overgegaan op de nieuwe werkwijze’.

Naar nu blijkt heeft Harsco anderhalf jaar lang, van het najaar 2014 tot februari 2016, zonder toestemming een nieuwe werkwijze toegepast om de ROZA-slak te verwerken. Die werkwijze moest de stankoverlast verminderen, maar leverde wel grafietregens op. In 2014 was hiervoor een vergunning aangevraagd, maar zonder op de uitslag te wachten ging de verwerker vast aan de slag.

In februari 2016 verleende de Omgevingsdienst de vergunning aan Harsco, en in april 2016 kwam de dienst erachter dat het bedrijf allang aan het werk was gegaan, zonder de wettelijke onderbouwing.

Twee maanden later, in juni 2016, kreeg Harsco nog wel ‘een waarschuwingsbrief’ van de Omgevingsdienst. ‘Vooruitlopend op de vergunning had hiervoor een gedoogverzoek bij ons ingediend moeten zijn. Hiermee bent u in overtreding’, schrijft de dienst.

De dorpsraad van Wijk aan Zee rook een kans: de activiteiten van Harsco moesten stil worden gelegd, zodat er uitgezocht kon worden of de werkwijze van de firma ‘geen nadelig effect had op het milieu of de leefomgeving’. Maar daar wilde de Omgevingsdienst niet meer aan: de vergunning was nu al vergeven.

Tata Steel ontkent tegenover de Volkskrant te weten dat er sprake is van ‘illegale verwerking’ en stelt dat in overleg met de provincie Noord-Holland deze methode is ‘uitgevoerd en gegund’.

Er was een bijeenkomst in het dorp geweest, twintig jaar geleden. Wijk aan Zee moest een heuse badplaats worden, wilde een groepje ondernemers, zoiets als Zandvoort aan Zee hadden ze voor ogen, met veel instroom van buiten. Nou mooi niet, dacht Sauw Buwalda, en hij kwam in contact met de dorpsraad, daar konden ze hem wel gebruiken. Doe mij dan maar milieu, antwoordde hij op de vraag welke portefeuille zijn voorkeur had.

Voor hij het wist zat hij als zeevaardig geschoold vrijwilliger met zijn neus in de vergunningen en jaarverslagen van Tata Steel, toen nog Corus. Liever droomt hij weg bij gedichten van Wislawa Szymborska of Joseph Brodsky, of een van die andere literaire grootheden, die hij heeft opgeborgen in zijn meterslange boekenkasten. Maar als hij eenmaal zijn tanden in het juridisch-ambtelijke proza heeft gezet, kan hij niet loslaten. Lezen wat er niet staat – zo noemt hij dat. De wil om te weten. Maar er ging wel twee jaar voorbij, voordat hij op deze manier door deze documenten kon navigeren.

De nieuwe vergunning van Tata Steel in 2004 werd voor Buwalda een kick-start van een nooit voorspelde loopbaan als selfmade jurist. Hij ziet de hoge heren nog zitten, broederlijk aan één tafel in cultureel centrum De Slof in Beverwijk: De directeur van Tata Steel, met aan elke kant een gedeputeerde van de provincie Noord-Holland, de burgemeesters van Velsen en Beverwijk. De nieuwe vergunning werd gepresenteerd, en Buwalda en de rest van de aanwezigen dienden enthousiast mee te juichen. Vergeet het maar, dacht Sauw, want opeens ging hij staan: ‘Ik heb het gelezen’, zei Buwalda op lijzige en luide toon, ‘maar we gaan bedenkingen indienen.’

Wat volgde was een jarenlange juridische strijd, waar hij en de dorpsraad van Wijk aan Zee, bijgestaan door de Milieufederatie Noord-Holland en de stichting Natuur en Milieu, het gevecht aangingen met Tata Steel en de provincie Noord-Holland. Inzet was het terugdringen van de uitstoot van fijnstof, dioxine, zware metalen en PAK’s van de sinterfabriek. Dit is een onderdeel waar sinter wordt gemaakt van fijn ijzererts, fijne cokes en gemalen kalksteen. Wijk aan Zee wilde dat er een doekfilterinstallatie zou komen, in de door de provincie Noord-Holland vergeven vergunning was de beperking van de uitstoot niet afdoende opgenomen. Buwalda leerde betogen te schrijven en in het openbaar zijn zaak te bepleiten, op geheel eigen wijze natuurlijk. Zo trommelde hij voor een zitting bij de Raad van State een violiste op die ter plekke improviseerde bij geluiden van het Tata Steel-productieproces, afgespeeld in de zaal.

Uiteindelijk stond Sauw vooraan bij de officiële opening van de doekfilterinstallatie, in december 2013. Hij droeg een rode bouwhelm, net als de directeur van Tata Steel en de gedeputeerde. Het bedrijf was door de provincie Noord-Holland verplicht tot het aanbrengen van dit filter, hetgeen het 100 miljoen euro heeft gekost. Hadden we ze toch op de knieën gekregen, grinnikt Sauw, terwijl hij een half-zwaar sjekkie rolt.

Sam Buwalda

Adnan Tekin zit aan een groot bureau in het provinciehuis in Haarlem. Sinds december 2016 is hij in functie als gedeputeerde, na een loopbaan in de Amsterdamse ambtenarij, en vijf jaar in de Provinciale Staten. Nu heeft hij een loodzwaar pakket als provinciaal bestuurder, met milieu, natuur en landschap, en Schiphol, en dus als bevoegd gezag van Tata Steel.

De kritiek op de provincie Noord-Holland is aanhoudend stevig, als het gaat om de uitstoot van Tata Steel. Ook Tekin werd ermee geconfronteerd op twee bewonersbijeenkomsten: de provincie houdt Tata de hand boven het hoofd, en treedt niet hard genoeg op. ‘De overlast moet stoppen’, zegt Tekin telkens weer. En: ‘Er moet een structurele oplossing komen.’

Tata Steel laat weten een hal te gaan bouwen met afzuiging, zodat de grafietuitstoot van de ROZA-slak niet in de buitenlucht komt. Alleen wordt er ook nog een andere slak verwerkt, ‘de converterslak’. Tegen de uitstoot daarvan in de open lucht zegt Tata eerdaags met ‘een oplossingsrichting’ te komen.

Behalve de problemen met ‘de zwarte regen’ speelt er nog een heikele kwestie: de te hoge uitstoot van stikstofoxide van de Hoogoven 7. Tata Steel overschrijdt stelselmatig de Europese norm – met instemming van de provincie Noord-Holland. Volgens Tata moet de Europese norm worden gezien als ‘een richtinggevende waarde’, waarvan bijvoorbeeld mag worden afgeweken als het te duur is.

Maar de inspectiedienst ILT van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vindt de te hoge uitstoot onacceptabel en stelt dat het gezien ‘de schadelijkheid’ het ‘geen onderwerp van onderhandeling’ is. De zaak is zo hoog opgelopen dat de ene overheidsinstelling, de inspectiedienst ILT, de andere instantie, de provincie Noord-Holland, voor de rechter heeft gedaagd.

Geconfronteerd met deze kwestie zegt Tekin dat Tata Steel ‘voldoet aan alle normen, ook de Europese’. ‘Ik constateer dat zij voldoen aan de normen, de meeste normen.’ De cijfers laten iets anders zien: de maximaal toegestane uitstoot aan stikstofoxide volgens de Europese normen is 100 mg/Nm3, de provincie staat 140 mg/Nm3 toe voor de Hoogoven 7. Tekin is even stil en zegt dan ‘dit uit te zoeken omdat er zoveel stoffen zijn’ en hij ‘niet alle details kent’.

Op tafel in Buwalda’s huis in Wijk aan Zee ligt nu een dik dossier over deze affaire rond de Hoogoven 7. Eerdaags trekt hij zijn zeemansblazer met goudkleurige knopen aan, op naar de rechtbank in Haarlem. Want behalve de inspectiedienst ILT neemt ook de dorpsraad geen genoegen met een vergunning waarbij het Tata Steel is toegestaan de Europese normen te overschrijden. ‘Zo creëer je nou een ontembaar beest’, zegt Buwalda. ‘Het bedrijf kan telkens zeggen: wij voldoen aan de normen die de overheid stelt. Ja, de overheid, maar niet aan de normen die wij als bewoners van Wijk aan Zee stellen. Zo kan het niet verder, het is onbeheersbaar geworden. Maar ze moeten niet vergeten: de zee was er eerder dan Tata.’

Het beroepschrift had hij al geschreven. Meestal houdt hij ruggespraak met twee ingewijden uit het dorp, en natuurlijk met de dorpsraad. En als er ‘technische dingetjes’ zijn, loopt hij naar zijn 93-jarige vader voor advies. Die vindt het overigens prachtig wat zijn zoon heeft bereikt met de dorpsraad, en snapt dat hij kritisch is op zijn voormalige werkgever. ‘Alleen zegt hij dan: ga je niet te ver? Denk je wel om je gezin? Ik ben echt niet bang hoor. Ze hebben me in een bilateraaltje weleens geprobeerd over te halen om bij Tata te komen werken. Dan moest ik wel voortaan mijn mond houden. Nou, vergeet het maar.’