Direct naar artikelinhoud
InterviewZin van het leven

Schrijfster Bregje Hofstede: ‘Het leven is een dunne draad over een complete leegte’

Bregje HofstedeBeeld Jitske Schols

‘Schrijven helpt mij om betekenis te destilleren uit een in beginsel vrij absurd en arbitrair leven’, zegt Bregje Hofstede tegen Fokke Obbema. 

Staand voor haar boekenkast met de vraag welk werk haar iets geleerd had over de zin van het leven, trok schrijfster Bregje Hofstede het ene na het andere boek eruit. Tot haar eigen verbazing: ‘Ik wist niet dat ik er zo mee bezig was.’ Instemmend citeert ze dichter Hans Lodeizen: ‘Al het schrijven wat niet op de een of andere manier helpt te leven, is vergeefs.’

De net 30-jarige Hofstede, die Frans en beeldende kunst studeerde, publiceerde onlangs haar roman Drift. Daarin beschrijft ze met een eerlijkheid die geregeld pijnlijk aandoet, het mislukte huwelijk van haar hoofdpersoon, Bregje Hofstede. ‘Als ik stop waar het gaat schuren, mis ik mijn doel’, vindt ze. In haar ogen ‘vertelt iedereen fictie over zichzelf’ om zijn leven betekenis te geven. Romans schrijft ze als ‘een vermomming om een diepere waarheid te laten zien’. Haar kijk op het leven valt ook af te leiden uit haar essays voor De Correspondent en uit De herontdekking van het ­lichaam. In dat boekje voorziet ze de burn-out die haar op haar 24ste overkwam van een maatschappelijke en filosofische context. De naar eigen zeggen ‘ongeneeslijk ernstige’ Hofstede schrijft al vanaf haar jeugd ook dagboeken: ‘Betekenisvolle ervaringen of gedachten ongezegd voorbij laten gaan, vind ik onmogelijk. Dan heb ik het gevoel dat de betekenis er meteen weer uitloopt.’

Wat is de zin van ons leven?

‘Van huis uit is mij geen zin van het ­leven aangereikt. Ik ben ongelovig ­opgevoed. Mijn vader is evolutionair bioloog en mijn moeder een praktische, nuchtere vrouw. Voor een bioloog wil het leven zichzelf alleen maar in gang houden, dat is wat cellen en soorten doen. Ik zit op die lijn. Ik geloof niet dat het leven een zin heeft buiten ons, dat we met zijn allen onbewust meewerken aan een groot masterplan. Dit is het en als je dood gaat, ben je dood, Schluss. Tot die tijd, tsja, mag je er iets moois van maken. Voor mij is het leven een dunne draad die over een complete leegte loopt.’

Heeft u geen enkele twijfel over die zinloosheid? Sommigen zeggen dat ons brein te klein is om de werkelijkheid te doorgronden.

‘Ik ben het er zeer mee eens dat we geneigd zijn onze eigen intelligentie te overschatten. Maar aan die constatering heb ik niets om de zin van mijn leven te bepalen. Ik moet het doen met wat ik zie. Dan ben ik overtuigd van de intrinsieke zinloosheid. Kijk maar naar de gangen van de wereld en waartoe de mens in staat is. Dan kan ik maar twee conclusies trekken: ofwel er is helemaal geen plan, ofwel het is gemaakt door iemand die totaal kierewiet is. God zie ik als een trui die de mens voor zichzelf heeft gebreid, om te verhullen dat hij naakt is. Voor mij bewijst de behoefte aan een god vooral hoezeer de mens gedreven is zin in het leven te zoeken. Dat zie ik als een bewijs voor de intrinsieke zinloosheid.’

Hoe gaat u met die zinloosheid om?

‘De dunne draad van je leven moet je aan meerdere punten zien te verbinden. Zo kun je betekenis vormen. Dat antwoord zie je terug in de eerdere interviews in deze serie, de mens alleen is nooit genoeg. Het is zaak een verhaal voor je leven te bedenken en verbanden met anderen te leggen. Zo moet de draad sterk genoeg zijn om je ’s ochtends uit bed te trekken. Dat is voor iedereen een grote klus. Ik vind het mooi dat je dat web niet in je eentje kunt weven. De zinloosheid is een enorme motivatie er wat van te maken.’

Hoe belangrijk vindt u de vraag naar de zin van het leven?

Leestip
‘Die Wand van Marlen Haushofer. Een vrouw wordt door een onzichtbare muur afgesloten van de wereld. In de bergen, met alleen een kat, een hond en een koe. Zolang ze die kan verzorgen, blijft ze vechten. Haushofer laat zien: zoals een woord niets betekent zonder een web van taal, zo ontstaat ook ‘zin’ enkel in interactie met andere wezens.’

Die Wand van Marlen Haushofer.Beeld Die Wand van Marlen Haushofer.

‘Die vraag doet me denken aan een uitspraak die aan Socrates wordt toegeschreven: ‘Het niet-onderzochte ­leven is het leven niet waard.’ Dat is een dictum waar ik mijn leven naar heb ingericht, aandacht voor je leven en de vraag of je het zinnig vindt. Aandacht zie ik als een instrument van zingeving. Je kunt daar niet de hele tijd mee bezig zijn, niet wanneer je in de supermarkt tussen twaalf soorten pindakaas moet kiezen. Maar wel bijvoorbeeld tijdens seks. Dat is voor mij zo’n moment om te beseffen: ik heb een hartslag, zit in een lichaam, dat is eindig, en het gaat niet eeuwig zo behaaglijk zijn. Dat is een moment van bewustzijn, gekoppeld aan de zin en eindigheid van het leven. Die gedachte heeft als staart: wat ga je doen met de korte tijd die je hebt? Hoe ga je daar betekenis aan geven?

‘Virginia Woolf schrijft in Moments of Being dat voor haar elke dag meer ‘niet-zijn’ dan ‘zijn’ bevat. Dat niet-zijn omschrijft ze als een soort bewusteloosheid, katoenpluis dat in haar hoofd zit. Maar af en toe is er een ­moment van bewustzijn, waarin ze de structuur achter de dingen ziet en beseft wat het allemaal betekent. Dat moment probeert ze dan in woorden te vatten. Daar zit voor mij ook het grootste plezier, het reiken naar die achterliggende betekenis. Schrijven is de meest complexe en genuanceerde manier van communiceren die we als mensen hebben uitgevonden. Voor mij is het het meest zinvolle dat ik met mijn leven kan doen.

‘Schrijven helpt mij om betekenis te destilleren uit een in beginsel vrij absurd en arbitrair leven. En ik hoop dat wat ik schrijf anderen kan helpen door er betekenis voor hun leven aan te ontlenen. Dat is ook de reden dat ik zo ver ga in het delen van persoonlijke gevoelens en ervaringen. Juist de dingen die pijnlijk zijn, wil ik van een betekenis voorzien, juist daar wordt schrijven zinvol. Als ik het web dat ik heb geweven kan uitstrekken naar een ander, wordt het ook voor mij steviger. Maar het is paradoxaal: ik communiceer door vele uren alleen in mijn kamer door te brengen. Via die eenzaamheid kan ik iemand bereiken.’

Er zijn mensen die zeggen: je moet niet zo nadenken over de zin van het leven, maar het leven.

‘Voor mij is het iets wat je juist moet formuleren om dan te bedenken: wat vind ik waardevol? Tijdens mijn burn-out kwam ik erachter dat ik volgens wetten had geleefd, niet volgens waarden. Ik dacht bijvoorbeeld dat ik vooral hard mijn best moest doen en productief moest zijn. Maar ja, waarvoor eigenlijk? Die vraag had ik niet gesteld, ik was alleen bezig een goede leerling te zijn. Dan blijf je onzeker of je het wel goed doet. Het is een bron van kracht als je bij jezelf kunt nagaan wat je waardevol vindt en dan daaraan kunt toetsen.’

Draaide het tijdens uw burn-out ook om de zin van het leven?

‘Zeker. Alle zinvolle activiteiten vielen weg, dus dat leidde tot een acuut probleem van zingeving. Het was bijna een soort zingevingsoefening: wie ben ik nog als ik niet kan schrijven en geen gesprek meer kan voeren met mensen om wie ik geef, omdat ik het idee heb dat ze tegen me schreeuwen? Ik werd geconfronteerd met de leegte achter de dingen, staarde in die leegte en moest me tegelijkertijd de vraag stellen: hoe ben ik hier terechtgekomen? Waarom ben ik als een blinde blijven hollen, tot ik over het randje viel? Waarom was het nooit goed? Ik kwam erachter dat ik helemaal niet wist waar ik naartoe aan het hollen was.’

U constateerde ook dat u zich in een ‘kooi van plichtsgevoel en prestatiedrang’ bevond. Was die van eigen makelij of zegt dat iets over onze maatschappij?

‘Allebei. Voor veel mensen is het onduidelijk wat er van hen wordt verwacht. ‘Doe wat je leuk vindt en haal alles eruit wat erin zit’, dat zijn de vage doelstellingen die je meekrijgt. Die vrijheid is fijn, maar legt ook druk. Want je moet zelf bedenken wat jouw bijdrage wordt. Religie schetst je geen kader meer en je hebt veel minder vaste, sociale rollen als huisvrouw worden of je vader opvolgen. Bovendien kun je je tegenwoordig met de hele wereld vergelijken. En dat doen we, heel onrealistisch, met de top. Honderd jaar geleden ging het om het slimste meisje uit de buurt, nu is de vergelijking met het succesvolste meisje van het westelijk halfrond.

‘Gelukkig stelt het leven ook praktische eisen. Dat kun je als een redding zien, want als je de hele dag bezig zou kunnen zijn met vraagstukken van zingeving dan kom je in de buurt van het antwoord dat de Britse schrijver George Eliot aan Socrates gaf: ‘Een niet-onderzocht leven is misschien niet de moeite waard, maar een al te bestudeerd leven is volstrekt onleefbaar.’ Voortdurend staren in die grote leegte, waar je overheen probeert te balanceren, kan verlammend werken. Ik kan me heel goed voorstellen dat mensen een kind krijgen en dan opluchting voelen: ‘Zo, nu hoef ik niet meer erover na te denken waarvoor ik opsta’.’

Hoe ziet u dat voor uzelf?

‘Sinds ik een paar maanden 30 ben, is dat veruit de meest gestelde vraag. Ik stel hem ook aan mezelf. Ga ik betekenis aan mijn leven geven door het zorgen voor een ander en me voort te zetten in een kind? Of doe ik het door te schrijven en me voort te zetten in woorden? Biologisch is de keuze gemaakt, het voortzetten van de soort, maar wij mensen hebben de vrijheid anders te kiezen. Ik weifel nog.’

Hoe kijk u tegen de dood aan?

(zucht) ‘Ik heb eerder dit jaar een goede vriendin verloren. Dat was voor mij een confrontatie met hoe totaal arbitrair, absurd en zinloos de dood is. Ik had het eerder over de betekenis die we weven, een dun laagje ‘zin’ als een dampkring waarbinnen het leefbaar is. De dood slaat daar een gat in, een deel van de betekenis wordt je plots ontnomen. Stel dat je partner of je kind wegvalt, iemand met wie je je leven dagelijks deelt, dan slaat dat zelfs een enorm gat. Dat maakt voor mij heel naakt zichtbaar, hoeveel werk het is je leven van zin te voorzien. Om weer nieuwe betekenis te vinden, vraagt een enorme inspanning. Het geeft voor mij aan hoe kwetsbaar ons leven is.’

Is die kwetsbaarheid ook de ­essentie van ons bestaan?

‘De essentie ligt vooral in onze omgang ermee. Veel van ons doen en ­laten is erop gericht ons van die kwetsbaarheid af te wenden. Bijvoorbeeld door afleiding te zoeken in consumeren en onszelf materiële zekerheid te verschaffen. Of door emotionele stabiliteit te zoeken in het beloven voor eeuwig bij elkaar te blijven. Alles om maar het gevoel te hebben dat het een continue staat van zijn is, ook al fluctueert het gevoel dat je voor een partner hebt. Het is bedoeld om de fundamentele onzekerheid over ons bestaan te sussen.’

Zin van het leven 

Journalist Fokke Obbema kreeg op 1 april 2017 een hartstilstand.Ruim een jaar later gaat hij in een reeks ­interviews op zoek naar de zin van ons leven. Voor alle verhalen kunt u hier terecht.