Direct naar artikelinhoud
Hout stoken tegen klimaatverandering

Vattenfall (Nuon) bouwt een superhoutkachel om klimaatneutraal te worden, maar is dat wel zo duurzaam?

Productie van houtpellets bij Energie Pellets in Moerdijk. De grondstof zijn resten uit de houtverwerkende industrie, gecertificeerd als duurzaam.Beeld Raymond Rutting

Vattenfall bouwt een superhoutkachel die straks 90 duizend huishoudens kan verwarmen. Een stap op weg naar een klimaatneutrale toekomst, zegt het energiebedrijf. Maar het stoken van hout staat steeds meer ter discussie. 

In Diemen wordt volgend jaar een van de grootste hout­kachels in Nederland gebouwd, genoeg om een groot deel van Almere en Amsterdam te verwarmen. De kachel krijgt een capaciteit van 120 megawatt. Maar liefst 90 duizend woningen zullen ermee worden verwarmd en van warm water voorzien. Het is een van de projecten waarmee energiemaatschappij Vattenfall, in Nederland bekend als Nuon, ‘binnen een generatie’ klimaatneutraal wil worden. De installatie zal worden gestookt op pellets, korrels van geperst hout.

Nu nog voedt Vattenfall zijn warmte­net in Amsterdam en Almere grotendeels met warmte van zijn elektriciteitscentrale in Diemen. Vattenfall is best trots op deze gascentrale, want hij is bijna onwaarschijnlijk efficiënt. Rond 90 procent van de energie die erin wordt gestopt, wordt nuttig gebruikt: deels voor de opwekking van stroom en deels voor verwarming. Daardoor komt er relatief weinig CO2 vrij.

Maar een elektriciteitscentrale ­gebruiken om een warmtenet te voeden heeft één nadeel: soms moet hij aan, ook al levert de elektriciteit nauwelijks iets op. Zodra de grote gasbranders van de centrale aan gaan, gaat de gasturbine draaien en produceert de centrale elektriciteit. Met de hitte uit de uitlaat wordt stoom geproduceerd. Met die stoom kan opnieuw elektriciteit worden gemaakt, maar je kunt er ook een warmtenet mee voeden. Of allebei. ‘Dat betekent dat we soms elektriciteit moeten produceren die weinig oplevert’, zegt Bart Dehue, duurzaamheidsmanager bij Vattenfall en verantwoordelijk voor de biomassacentrale.

Met zijn superhoutkachel denkt Vattenfall twee vliegen in één klap te slaan. ‘We kunnen ons warmtenet vergroenen en we hoeven niet meer de elektriciteitscentrale aan te zetten op momenten dat de stroom niets oplevert’, zegt Dehue.

Vattenfall (Nuon) bouwt een superhoutkachel om klimaatneutraal te worden, maar is dat wel zo duurzaam?
Beeld de Volkskrant infographics

Meer uitstoot

Zodra het over de energietransitie gaat, denkt iedereen aan zonnepanelen, elektrische auto’s en windmolens. Maar van alle energie die in Nederland wordt verbruikt, is een kwart bestemd om woningen en bedrijfsgebouwen te verwarmen. De vergroening van warmte is dus een van de grote opdrachten om Nederland te verzoenen met het klimaat.

Een groeiend aantal energieopwekkende installaties draait op hout: afvalhout uit de houtverwerkende industrie, of (afval)hout uit de bosbouw. Dat stoken van hout staat steeds meer ter discussie. Het verbranden van hout levert enorm veel CO2 op, 10 procent meer nog dan bij het verbranden van steenkool. En toch geldt hout stoken als klimaatneutraal. De achterliggende theorie luidt als volgt: een boom groeit dertig jaar (of langer) en neemt al die tijd CO2 op. Daarna wordt hij verbrand in een centrale, waarbij hij veel energie levert en alle opgenomen CO2 weer uitstoot. En dan kan de cirkel opnieuw beginnen, met de jong aangeplante bomen.

Het grote probleem zit hem in die dertig jaar. Omdat het zo lang duurt voordat de nieuwe bomen oogstrijp zijn, heb je enorme bossen nodig om de honger naar energie te stillen. En waar zet je die? Marjolein Demmers, directeur van ­Natuur en Milieu, is dan ook sceptisch over biomassa als energiebron. ‘Het is op zijn best een tussenstap, maar wel een die we het liefst zouden overslaan. Voor het produceren van warmte zijn prima duurzame alternatieven.’

Duurzame biomassa is schaars, zegt ze, en veel harder nodig voor sectoren waarin alternatieven voor fossiel lastiger te vinden zijn, zoals in de transportsector, chemie en industrie. ‘Maar als we dan ook nog eens veel hout gaan verstoken, komt er een grote druk op de ruimte, op de bossen, de natuur en op de biodiversiteit.’ Ze vindt het subsi­diëren van het verstoken van biomassa bovendien ‘weggegooid geld’, immers: ‘Je leert er geen nieuwe technieken mee onder de knie te krijgen.’

De houtpellets die ook Vattenfall wil gebruiken in zijn centrale.Beeld raymond rutting

‘Brandhout genoeg’

Of die ‘druk op de ruimte’ er komt, is niet zo zeker. Volgens ­Martin Junginger, hoogleraar energie en grondstoffen aan de Universiteit van Utrecht, is er brandhout genoeg. ‘De wereldproductie aan houtpellets ligt op 30 miljoen ton per jaar en ­Nederland zal daarvan over een paar jaar 3,5 miljoen ton gebruiken.’ Niet dramatisch, vindt hij. Bovendien zijn ‘maar een paar landen’ op zoek naar pellets. ‘In Azië heb je Korea en ­Japan, die halen hun zaagsel uit Vietnam en daar is zat van. In Europa heb je Groot-Brittannië, Denemarken en Nederland.’ En ook voor die landen is er zat.

De meeste pellets komen uit het zuiden van de Verenigde Staten en die bossen kunnen de vraag makkelijk aan. ‘In die bossen wordt jaarlijks 1 procent van al het hout geoogst. En elk jaar weer is de aangroei van hout groter dan de oogst, dus het volume aan hout stijgt alsmaar.’

Dat vinden lang niet alle hooggeleerden. Een groep van twaalf hoogleraren pleitte vorige week in NRC voor het onmiddellijk stoppen met hout verbranden voor energiedoeleinden. Volgens hen moeten, om de energiecentrales in de wereld te voeden, ‘massaal bossen worden gerooid’. ‘De uitstoot van broeikasgas neemt intussen door het verbranden van hout toe in plaats van af.’ Hou, om te beginnen, op met het subsidiëren van houtstook, stellen zij voor. Volgens hen duurt het vijftig tot honderd jaar voordat de CO2 van een opgestookte boom weer is opgenomen door andere bomen. Dat kun je niet meer duurzaam noemen.

CO2-schuld

Junginger ergert zich er wild aan. Volgens hem komt het nauwelijks voor dat hele bossen worden gekapt alleen om als brandhout te dienen. ‘De boseigenaar krijgt de beste prijs als hij hout kan leveren aan de meubel- of bouwindustrie.’ Wat er tot brandhout wordt verwerkt, zijn vooral de resten uit het bos en uit de houtindustrie.

Maar de grootste fout van zijn tegenstanders is dat ze pas beginnen te redeneren bij het kappen en verbranden van de boom. Als je dat doet, zegt Junginger, heb je inderdaad dertig jaar lang CO2 in de lucht zitten die nog moet worden opgenomen door andere bomen. In vakkringen wordt dat een CO2-schuld genoemd.

‘Maar waarom begin je met redeneren bij het moment van de kap?’, vraagt Junginger. ‘Een landeigenaar besluit op een gegeven moment om een bos te planten, in de verwachting dat hij er dertig jaar later geld aan kan verdienen. Dus die bomen hebben die CO2 al opgenomen.’ Er is dus geen sprake van een CO2-schuld, maar juist een CO2-krediet. Zou de vraag naar hout wegvallen omdat brandhout niet meer gewenst is, dan zal de landeigenaar geen nieuw bos meer aanplanten. En dat ouder wordende bos, daar zou het klimaat ook niet veel aan hebben, is zijn overtuiging. ‘Op den duur sterven die bomen, en dan vergaan ze en komt de CO2 toch weer in de lucht. Of nog erger: ze verbranden bij een bosbrand, zoals nu weer in Californië, en dan vliegt al die CO2 in één klap de lucht in.’

Subsidie

Of biomassa voordelen voor het klimaat heeft of niet, financiële voordelen zijn er wel voor Vattenfall. Om te beginnen kan Vattenfall een flinke subsidie incasseren. Een enigszins vergelijkbare biomassacentrale, zoals die van warmtebedrijf Ennatuurlijk in Tilburg, krijgt 34 miljoen euro subsidie voor twaalf jaar.

Bovendien hoeft Vattenfall voor zijn houtkachel geen CO2-emissierechten te kopen. Immers: hout stoken ­levert officieel geen nieuwe CO2 op. En omdat emissierechten driemaal zo duur zijn als een jaar geleden, kan dat al gauw ettelijke miljoenen euro’s per jaar schelen.

Om die redenen is de belangstelling voor biomassa als energie-opwekker de afgelopen jaren sterk gegroeid. Dat blijkt uit de toegezegde subsidies voor het inzetten van biomassa als energiebron. Tot 2010 ging het om bedragen van 200- à 350 miljoen per jaar, blijkt uit de overzichten van overheidsloket RVO. Sinds 2015 gaat het in de regel om meer dan een miljard per jaar. Grote opslokkers waren de kolencentrales, die (op de Amsterdamse Hemwegcentrale na) allemaal forse subsidies toegezegd hebben gekregen om hout bij te stoken.

Hoewel de kolencentrales inmiddels zijn uitgesloten van subsidies, stond de teller halverwege dit jaar al op bijna een miljard euro. Voor de tweede helft van het jaar is meer dan een miljard euro subsidie aangevraagd en als maar de helft daarvan wordt toegewezen, wordt 2018 een recordjaar. En dan zit die enorme houtkachel van Vattenfall er nog niet eens bij; daarvoor wordt pas komend jaar subsidie aangevraagd.

Lang niet al die subsidie is voor het stoken van houtpellets, de brandstof die Vattenfall op het oog heeft. Het gaat ook om bijvoorbeeld biogas, om het stoken van restproducten uit de landbouw. Maar de heftigste discussies gaan over het gebruik van houtpellets. Vindt Bart Dehue van Vattenfall hout stoken voor verwarming een goed idee? Op de korte termijn zeker, zegt Dehue. ‘Maar op den duur moet de warmte op een andere manier worden opgewekt.’