Direct naar artikelinhoud
AnalyseKlok verzetten

Wat moet het worden, zomertijd of wintertijd?

Wat EU-voorzitter Juncker betreft is het na dit weekeinde snel gedaan met het verzetten van de klok. Maar wat moet dan voor altijd worden, zomertijd of wintertijd? 

Wat moet het worden, zomertijd of wintertijd?
Beeld Ivo van der Bent

Dit weekeinde moet u de klok weer verzetten. Het zou een van de laatste keren kunnen zijn. EU-voorzitter Juncker heeft een voorstel ingediend om vanaf volgend jaar een einde te maken aan het schakelen tussen zomer- en wintertijd. Het woord is nu aan het parlement en de Europese Commissie.

De zomertijd is ingevoerd in de Eerste Wereldoorlog, door de Duitsers in de bezette gebiedsdelen. Ze wilden er kolen mee besparen. Nederland volgde het voorbeeld en hield dit tot 1946 vol. Na enkele decennia van economische groei werd de energiebesparende zomertijd in de jaren zeventig in veel Europese landen heringevoerd. Maar de energetische baten (als ze er al zijn) wegen niet op tegen het ongemak dat tweemaal per jaar door veel mensen wordt ervaren, zo stelt Juncker. 

Stop ermee, luidt Junckers voorstel. Laat de lente van 2019 de laatste verplichte wisseling zijn en laat elke lidstaat vervolgens een eigen permanente voorkeurstijd kiezen.  De EU-voorzitter vermoedt dat het de zomertijd zal zijn, gezien de voorkeur die burgers daarvoor uitspraken in een enquête. Vanwege een breed gedeelde liefde voor lange zomeravonden. Het aantal respondenten was overigens percentueel klein en vanwege de vrijwillige basis allesbehalve representatief. 

Vraag het de experts en zomertijd is ineens een stuk minder populair. Stel dat we zouden stoppen met het gedraai aan de klok, moeten we dan kiezen voor permanente zomer- of permanente wintertijd? De belangrijkste argumenten op een rij.

De mens: wintertijd

Om te beginnen: zomertijd en wintertijd bestaan eigenlijk niet. Hoogleraar chronobiologie Bert van der Horst (Erasmus MC Rotterdam) heeft het liever over de standaardtijd (wintertijd) of daylight saving time (zomertijd) die in 1977 werd ingevoerd.

Wintertijd is de oorspronkelijke tijd. Onze ‘ware’ tijd is de ideale tijd, als het aan de experts op het gebied van de menselijke biologische klok ligt. Dit weekeinde nog één laatste keer de omschakeling naar de wintertijd en daarna nooit meer terug veranderen, vindt onderzoeker humane chronobiologie Marijke Gordijn (Rijksuniversiteit Groningen en Chrono@work) bijvoorbeeld.

Die voorkeur voor de wintertijd hangt samen met het belang van ochtendlicht voor onze biologische klok. Hanteer je de zomertijd het jaar rond, dan zou het hartje winter pas om kwart voor tien in de ochtend licht worden. En dat terwijl die bio-klok van nature al uit de pas loopt en elke ochtend een scheutje (dag)licht opzuigt om weer synchroon te lopen.

Die interne klok van ons heeft namelijk een cyclus die iets langer duurt dan 24 uur. Onhandig, kun je denken. Flexibel, noemt de Rotterdamse hoogleraar chronobiologie Van der Horst het. Zolang je de klok maar kunt bijstellen (handig bij de modern menselijke gewoonte van het bereizen der tijdzones), maakt het niet uit dat de omlooptijd niet exact 24 uur is. Dat minieme bijstellen doen we dag in, dag uit. Door blootstelling aan licht. Ochtendlicht trekt de klok naar voren, avondlicht duwt hem naar achteren. Dat geldt voor zowel dag- als kunstlicht.

Lieten we onze interne klok z’n gang gaan, dan zouden we elke dag een beetje later gaan slapen en stonden we telkens ietsje later op. Dat doen we niet, omdat licht onze lichaamsklok synchroon laat lopen met de geofysische klok. En dat is prima, zeggen de chronobiologen. Maar daag die bioklok niet te veel uit, zoals door het invoeren van een eeuwige zomertijd.

Zouden we dat doen, dan voorzien chronobiologen flinke problemen voor de Nederlandse nachtrust. Er zou een massaal slaaptekort ontstaan, omdat mensen later zouden inslapen en in de winterochtenden gevoelsmatig in de nacht moeten ontwaken. 

En iedereen die weleens een nachtje slechter slaapt, weet: je concentratie-, relativerings- en incasseringsvermogen nemen af. Andere zaken die eronder te lijden hebben: de stemming, fijne motoriek, het vermogen om snel een cognitieve taak af te ronden – allemaal zaken die een grote invloed hebben op het dagelijks functioneren. ‘Slaap is belangrijk voor herstel’, zegt Gordijn. ‘Voor ons immuunsysteem, voor het leren van dingen, voor ons geheugen, onze stofwisseling.’

Hoe groot de fysieke en geestelijke gevolgen precies zijn is lastig te meten. ‘We weten dat een slaaptekort de kans op depressies en andere psychiatrische aandoeningen vergroot’, zegt Van der Horst. ‘Uit muizenstudies en epidemiologische studies weten we ook dat verstoring van onze biologische klok de kans op diabetes type 2 vergroot en het lijkt er zelfs op dat het kanker zou kunnen bevorderen.’

Ook zijn er aanwijzingen dat het verschuiven van de klok tot acute hartproblemen kan leiden. Zo laat een Zweedse studie uit 2008 (verschenen in het New England Journal of Medicine) zien dat er de eerste week na de overgang naar de zomertijd een kleine toename van het aantal hartinfarcten is.

Al zijn er evengoed studies, zoals een grote Duitse uit 2015 onder 25 duizend mensen in de eerste week na het verzetten van de klok zowel in de zomer als in de winter tussen 1985 en 2010,  die geen stijging van hartproblematiek vonden.

De meeste mensen hebben elke week last van iets dat chronobiologen een ‘sociale jetlag’ noemen: doordeweeks door de wekker eerder wakker gemaakt worden dan het lichaam zelf zou willen vanwege school of werk. ‘Uit slaapanalyses blijkt dat 60 procent van de mensen doordeweeks een uur te kort slaapt’, zegt Van der Horst. ‘Daar weer de helft van slaapt zelfs twee uur te kort, en loopt dus nog verder uit fase met hun natuurlijke ritme. Dat slaaptekort proberen mensen in het weekend in te halen, wanneer ze wel hun lichaamsklok kunnen volgen.’

Ieder zijn tijd

Tijd is per definitie bedacht en afgesproken, daarom ijvert de Duitse hoogleraar medische psychologie Till Roenneberg (hoofd van het chronolab aan de universiteit van München) voor individuele slaap- en werktijden. In zijn populair-wetenschappelijke boek Het innerlijke uurwerk licht hij zijn mening toe aan de hand van onderzoeksresultaten. Via online-enquêtes houdt hij al jaren Duitse slaapdata bij. Zo ontdekte hij bijvoorbeeld dat mensen in het oosten van Duitsland eerder wakker worden dan in het westen, waar de zon bijna een uur later opkomt.

Luister naar je bioklok, is zijn motto. Weg met de rigide door de maatschappij opgelegde slaap- en werktijden dus: geen wekkers meer, maar ook niet verplicht ’s avonds naar etentjes of andere evenementen als je een vroege slaper bent. Dat is ook nog eens goed voor de economie. Roenneberg becijferde dat ‘sociale jetlags’ Duitsland jaarlijkse 1,6 procent van het bruto binnenlands product kosten.

Elk mens heeft een eigen chronotype. De ene interne klok telt 24 uur en tien minuten, de andere bijna 25 uur. In grote lijnen heeft een kwart van de mensen een vroeg chronotype (ochtendmensen in alledaagse taal, zij zitten het dichtst bij een 24-uursritme) en nog eens een kwart een laat (de avondmensen). De rest zit daar tussenin.

Overigens verschuift dit chronotype gedurende je levensloop wel enigszins, zegt Van der Horst. Denk aan kleine kinderen die vaak vroeg in de ochtend wakker worden of pubers die hun bed niet uit kunnen komen. Met onwil heeft het niets te maken, het is hun bioklok.

Vooral de late chronotypes (hun interne klok duurt langer dan gemiddeld, dat verklaart hun neiging tot avondlijke oplevingen) hebben een probleem bij verschuivingen van de klok. ‘We weten dat deze groep gedurende vier weken last heeft bij het opstaan na de omschakeling naar de zomertijd’, zegt Gordijn. ‘Stel je de zomertijd permanent in dan heeft deze groep in de winter echt een probleem. Als ze elke dag een paar uur voordat de zon opkomt al moeten opstaan, voorzie ik grote slaaptekorten met alle gevolgen van dien.’

Er bestaat zelfs een praktijkvoorbeeld van de invoering van een permanente zomertijd: Rusland, in 2011. Van der Horst: ‘Dat hebben ze 3 jaar volgehouden, toen zijn ze teruggegaan naar de standaardtijd. Uit Russische slaapanalyses bleek dat de sociale jetlag duidelijk was toegenomen.’

De Rotterdamse hoogleraar gaat zelfs nog een stapje verder dan het afschaffen van de ‘daylight saving time’. ‘We hebben in onze maatschappij afgesproken dat we, al dan niet met een wekker, op een vaste tijd in de ochtend aan onze werkdag beginnen, maar in een ideale wereld luisteren we naar onze biologische klok. Idealiter geef je mensen de keuze om te werken op tijden waar hun lichaam daarop het best is ingesteld en die zij derhalve het meest aangenaam vinden. Aangepaste school- of examentijden voor pubers en een beetje meer rekening houden met de seizoenen, dat zou toch moeten kunnen in onze moderne 24-uurseconomie?’

Ieder zijn tijd
Beeld Ivo van der Bent

Energie: onbeslist

Zomer- en wintertijd zijn ooit mede ingevoerd (in Nederland tijdens de oliecrisis van 1977) in de hoop dat mensen ’s avonds minder verlichting zouden gebruiken en zo energie zouden uitsparen. Die beoogde energiebesparing blijkt over de loop der jaren lastig te berekenen of zelfs aan te tonen, zoals overzichtsrapporten van de Europese Commissie (uit 2007 en 2014) melden. Sommige onderzoeken laten besparingen zien, andere niet. Verlichting is maar een deel van de energierekening, in de winterperiode kampen we hoe dan ook met minder daglicht en vergeet de uitvinding van de spaarlamp niet, zo is te lezen in de rapporten. Vanuit energiebesparend oogpunt is er weinig stelligs te beweren over het handhaven van een daylight saving time.

Planten en dieren: wintertijd

Veehouders zijn nooit voorstanders geweest van de zomer- en wintertijd. Vee heeft geen boodschap aan een verzette klok. ‘Het is altijd al schakelen’, zegt Esther de Snoo, woordvoerder van LTO Nederland, de belangenbehartiger van boeren en tuinders. Maar nu ze een advies aan de minister mogen uitbrengen is het helder: handhaaf de wintertijd. Vanuit handelsbelang wil LTO wel dat er binnen Europa voor dezelfde tijd wordt gekozen. Maar dan geen permanente zomertijd. ‘Als het pas om half tien licht wordt kunnen boeren en tuinders in de winter pas halverwege de ochtend beginnen met werken, dat heeft niet de voorkeur.’

Het verkeer: zomertijd

Voor de verkeersveiligheid zou een ochtend- en avondspits in daglicht het beste zijn, maar dat valt lastig te organiseren. In hartje winter staat de zon minder dan tien uur aan de hemel. Dat betekent dat vrijwel iedereen met een volledige werkdag wel een keer in de schemer of in het donker onderweg is. De avondspits blijkt de gevaarlijkste van de twee, volgens onderzoek van SWOV (wetenschappelijk onderzoek verkeersveiligheid). Vanuit verkeersveiligheidsoogpunt gaat de voorkeur uit naar zomertijd. ‘Wintertijd is niet zozeer een boosdoener, zomertijd is wel een weldoener’, zegt Henk Stipdonk, onderzoeksmanager bij SWOV.

Het is niet zozeer de wintertijd die voor problemen zorgt, maar het donker zelf. ‘Je rijdt van de ene op de andere dag in het donker naar huis, we zien dat er ongeveer drie keer zoveel ongevallen gebeuren. Vooral voetgangers en fietsers lopen gevaar, maar ook voor automobilisten is het risico in het donker hoger.’

De helft van de tijd

Onze biologische klok is een plekje in de hersenen ter grootte van een kleine walnoot, zegt neurobioloog Raymond van Ee (Radboud Universiteit Nijmegen). Net als een walnoot is deze scn (nucleus suprachiasmaticus) in twee stukjes verdeeld. De ene helft is direct verbonden met de ogen: die reageert als een soort licht-donkerdetector op visuele stimuli. De andere helft is een meer ‘eigenwijs’ partje, aldus Van Ee. ‘Die wil gewoon alles altijd hetzelfde en is gebaat bij zo min mogelijk verandering.’ Zo kan het zijn dat je naar New York vliegt en dat de ene helft van de walnoot vrij snel registreert: ha, het is hier dus dag. Terwijl de eigenwijze helft van het nootje zich aan zijn Nederlandse horloge vastklampt. ‘Die twee helften projecteren hun informatie over tijd door je hele lichaam’, zegt Van Ee. ‘Lopen ze niet synchroon met elkaar, dan voel je je niet optimaal.’