Oliebedrijf wist van lekkende pijpleiding, maar zag ernst nog niet in
Het Mexicaanse staatsoliebedrijf Pemex heeft de pijpleiding niet meteen afgesloten toen het te horen kreeg over het lek, omdat het aanvankelijk dacht dat de situatie niet ernstig was. Dat heeft de Mexicaanse minister voor Veiligheid zondag gezegd over de explosie in het dorpje Tlahuelilpan die aan zeker 85 mensen het leven kostte.
Naast de doden worden nog minstens 58 mensen in ziekenhuizen behandeld aan hun verwondingen. Bij het lek ontstond vrijdag een enorme explosie toen ongeveer 800 mensen probeerden containers met brandstof te vullen. Volgens de minister van Veiligheid, Alfonso Durazo, had het Mexicaanse leger het lek in de leiding ontdekt, zo’n vier uur voordat Pemex de leiding uiteindelijk afsloot.
Volgens omwonenden was de pijpleiding net een spijkerbroek die al vele malen was opgelapt. Dieven tapten er regelmatig vaten met brandstof. ‘Het was een zeer populair tappunt’, aldus de 22-jarige Enrique Cerron, die in de buurt van het olieveld woont. ‘Je kon er om 11 of 12 uur ’s ochtends langs komen, en dan zag je al mensen hun vaten hier vullen.’
Brandstoftekort
Om de diefstal tegen te gaan, heeft de Mexicaanse regering onder leiding van de linkse president Andrés Manuel López Obrador juist diverse leidingen en raffinaderijen gesloten en laat ze de brandstof in bewaakte tankwagens vervoeren. Die aanpak zorgt echter voor een tekort aan brandstof bij meerdere tankstations.
Toen de pijpleiding weer opende na enkele weken gesloten te zijn geweest, trok dat honderden mensen om illegaal emmers en jerrycans met benzine te vullen. Het leger slaagde er ondanks het gevaar niet in de mensen op afstand te houden.