Direct naar artikelinhoud
Column

Sport biedt toegang tot onbekommerd genot

Sport biedt toegang tot onbekommerd genot

Zoals ze in Liverpool ‘You’ll never walk alone zingen’ voor de aftrap, zo zingen ze het nergens. Met diepe passie en loepzuiver, door decennia oefening. Zondagnamiddag, stadion Anfield, Liverpool – Manchester United. Een derby.

Het stadion siddert van genot en opwinding, om het energieke, overrompelende spel van Liverpool dat soms zorgt voor ademnood, zo intens als het is. In de rauwe arbeiderswijk rijst de rode tempel op, met de beroemde tribune de Kop. De trainers heten Klopp, geafficheerd als de Normal One, en Mourinho, steeds minder de Special One. Virgil van Dijk leidt, letterlijk, want hij is deze zondag aanvoerder. Hij wijst, kopt en passt. Rustig, altijd gebarend. De grote Belg Lukaku lijkt een ventje naast hem. Koploper Liverpool hunkert naar de eerste landstitel sinds 1990. Het verlangen is voelbaar in de zee van rood.

Sport biedt toegang tot onbekommerd genot. Kijk naar de lach op het gezicht van Ranomi Kromowidjojo na drie wereldtitels in een kort bad in China. Wie had dat gedacht, dat ze zo lang zo goed zou zijn? Zie de totale verbazing en ontroering in de ogen Paul, onze aanvoerder bij de liefhebbers van Terrasvogels, kort voor zijn zestigste verjaardag naar de kantine gelokt voor een voetbalfeest dat generaties en gevoelens bij elkaar brengt.

Vol gif is de woede van hockeykeeper Pirmin Blaak na de late treffer op het WK tegen Australië, 2-2 in de halve finale. Hij is net op tijd bij zijn positieven om de held van de shoot-outs te zijn. Aanstekelijk hoe hockeyers juichen, rennend over een blauw laken van kunstgras. De volgende dag is winnaar Blaak verliezer en huilen de Belgen van geluk na zinderende shoot-outs, met een fascinerend toefje videoscheidsrechter. België wereldkampioen, in hockey. Wie had dat durven dromen? In sport kan dat allemaal.

De emotie in het laatste kwartier van Ajax – Bayern is een documentaire waard, zoveel als gebeurde met telkens wisselende kansen en voetballers die bijna meer van zichzelf vroegen dan ze aankonden. Stel dat ze helemaal niet weggaan bij Ajax, Matthijs de Ligt, Frenkie de Jong, Hakim Ziyech en André Onana. Stel dat ze een verbond sluiten en allemaal bij elkaar blijven, dan zijn ze volgend seizoen nog beter dan nu. Maar ze blijven niet, want ze willen bij grotere clubs ook in het weekeinde serieuze tegenstand, op echte velden van glanzend gras. Dat is dan weer jammer: als de emotie eenmaal is gezakt, telt ook in de sport de zakelijkheid.

Anfield is een stadion uit duizenden. Een collega bewaarde jarenlang een geluidsopname van een schot op de lat, in een wedstrijd voor de Champions League tegen Barcelona. Het was een schot van heel ver en je hoorde de ‘pling’ op de lat, want al die duizenden hielden hun adem in toen de bal onderweg was. De reactie van het publiek leek op de schreeuw van een kudde leeuwen door een megafoon. ‘Oeeeeaaaaaaahhh.’ Zondag, na de zege van Liverpool, klonk weer zo’n oerkreet van vreugde, als dankbetuiging van het publiek voor topsport.