Direct naar artikelinhoud
NieuwsOnderzoek pulpnieuws

Pulp bereikt op Facebook meer mensen dan berichten van reguliere media, blijkt uit onderzoek van Leidse wetenschappers

Het is officieel: de pulp regeert. Berichten van obscure clickbaitsites met namen als Trendnieuws en Ongelooflijk krijgen op Facebook meer likes en reacties dan de berichten van erkende nieuwsmerken als de NOS, De Telegraaf en de Volkskrant. Een misstand, want terwijl nieuws van de reguliere media aan kwaliteitseisen voldoet, is zo’n controlemechanisme bij de pulpsites doorgaans afwezig.

Alexander Pleijter en Peter Burger, factcheckers.Beeld Erik Smits

Tot die conclusie komen Leidse wetenschappers in een omvangrijke analyse van ruim honderdduizend Facebookberichten tussen 2013 en 2017. Liefst de helft van alle ruim tien miljoen Nederlandse Facebookgebruikers deelde of likete in die periode wel eens een pulpbericht. Eén op de drie liet er een opmerking achter. Berichten van ‘gewone’ media – van NRC tot GeenStijl – werden gemiddeld maar half zo vaak gedeeld als de snackberichtjes.

Wilt u dit verhaal liever beluisteren? Hieronder staat de door Blendle voorgelezen versie.

De pulp bestaat vooral uit sensationele aandachttrekkertjes, slechts bedoeld om zoveel mogelijk kijkers en daardoor advertentie-inkomsten te krijgen: ‘Dit is de beste manier om je autoruit binnen enkele seconden schoon te maken’, ‘Agent in Rotterdam leert relschopper het op de harde manier’, ‘Gezin redt prachtige octopus; de dag erna komen ze terug en geeft het hun een herinnering voor het leven.’ Zulke clickbait (letterlijk: lokaas voor muisklikken) is niet per se onjuist, maar vormt wel een achterdeur waarlangs ook nepnieuws kan binnenkomen: ‘Paardenbloemthee honderd keer effectiever dan chemotherapie’, ‘Herten Oostvaardersplassen met bommen afgeslacht’, ‘Asielzoekers stalen puppy, stopten hem vol drugs en braken zijn benen’.

‘Natuurlijk is het heel goed mogelijk dat mensen genieten van af en toe een viraal berichtje, zoals je af en toe naar de snackbar gaat en daarna weer gezond eet’, zegt onderzoeker Peter Burger van het factcheckproject Nieuwscheckers. ‘Maar wat ons verbaast is hoe groot dit fenomeen is. Deze pulpsites genereren meer interactie dan jullie of de NOS. En op de stroom pulp drijven ook potentieel schadelijke berichten binnen, zoals misleidende gezondheidstips of kwaadaardige propaganda tegen bepaalde sociale groepen.’

Achter de sites zitten zowel buitenlandse bedrijven als binnenlandse ondernemers. Die komen aan inhoud door bijvoorbeeld buitenlands sensatienieuws te vertalen, of video’s van internet te plukken en ze te voorzien van een spannende kop en commentaar te posten. In andere gevallen haken de sites aan bij gewoon sensatienieuws, ‘zoals een aanslag of dat ongeluk met de stint in Oss. Daar proberen ze dan een graantje van mee te pikken’, zegt Burger. Hoeveel de initiatiefnemers precies aan het rondpompen van rommelnieuws verdienen, is ook voor hem een open vraag.

Advertenties

Opvallend is dat op de pulpsites erkende instellingen adverteren, zoals ministeries, KPN, KLM en ironisch genoeg zelfs nieuwsmerken zoals NRC en Vrij Nederland. ‘Die betalen zodoende mee aan deze bedrijfstak’, aldus het team in een toelichting. De adverteerders weten overigens van niets, omdat ze adverteren via geautomatiseerde pakketten zoals Google Adsense. Maar rare situaties geeft het wel: zo vond het team een advertentie van het Spaarne Gasthuis op een pulpsite over gezondheid, en zelfs een advertentie van het stimuleringsfonds voor de journalistiek op een van de rommelsites. ‘Dat was wel erg ironisch’, zegt Burger. Doel van het fonds is immers om de kwaliteit van de journalistiek te stimuleren.

Interessant en ‘min of meer in lijn met wat je al verwacht’, reageert nepnieuwsonderzoeker Jon Roozenbeek van de Universiteit van Cambridge desgevraagd. Zo wijst hij op eerder onderzoek dat uitwees dat nepnieuws op Twitter sneller en onder meer mensen rondgaat dan ‘gewoon’ nieuws.

Meer inzicht

Jammer vindt Roozenbeek het wel dat het Leidse team niet meer details geeft over welke berichten door wie zijn gedeeld: ‘Als je één keer een junknieuwsbericht hebt gedeeld, sta je nu al in de statistieken. Terwijl er ook een grote groep is die heel veel deelt, en sommige berichten veel meer worden gedeeld dan andere. Het zou goed zijn om daarin meer inzicht te hebben,’ vindt hij.

Deze wetenschappers onderzochten clickbait en toen zagen ze dit…

Medio 2015 waren er nog minder dan tien pulpsites actief op Facebook. Eind 2017 waren het er meer dan 50.

Een pulpbericht ontlokt gemiddeld 429 likes, 165 reacties en 158 ‘shares’ (keren gedeeld). Een gemiddeld mediabericht van een gevestigd nieuwsmerk komt op 363 likes, 80 reacties en 73 shares.

De pulppagina ‘Ongelooflijk’ heeft bijna een miljoen likes. Ter vergelijking: onder de gevestigde nieuwsmerken gaat de NOS op kop met 780 duizend likes. De Volkskrant heeft er 223 duizend.

In de zomer van 2017 nam het aantal shares, likes en comments op de pulppagina’s opeens scherp af. Volgens de onderzoekers doordat Facebook het toezicht heeft verscherpt.

Niettemin gingen er eind 2017 meer dan zesduizend pulpberichten per maand rond. Dat waren er begin 2016 minder dan duizend.

Tot de reguliere nieuwsmedia rekenen de onderzoekers ook nieuwsblogs GeenStijl en ThePostOnline. Opvallend, omdat die zich juist graag afzetten tegen ‘mainstream media’.

Wie zitten achter al die sites met futiele ‘nieuwtjes’?

Ze weten honderdduizenden internetgebruikers te verleiden tot clicks, maar zelf negeren ze iedere avance tot contact. Stuur een bericht aan de personen achter pak ‘m beet ViraalVandaag, Bekijkdezevideo of Trendnieuws, en je loopt gegarandeerd een blauwtje. Zo komt ook geen reactie van Ongelooflijk, met ruim 950 duizend volgers op Facebook een van de grootste sites voor futiele ‘nieuwtjes’ in Nederland. Achter Ongelooflijk gaat de internationale mediagigant Noted Media schuil, die in elf talen met 25 sites – van Unglaublich tot Incroyable en Incredibile – maandelijks 30 miljoen lezers trekt met, jawel, ‘ongelofelijke’ en ‘betrokken’ verhalen.

De meeste sites zijn niet zo professioneel en worden gemaakt door jonge internethobbyisten, die met name op basis van clicks – die doorgaans komen via Facebook-pagina’s met veel volgers – advertentie-inkomsten genereren. De onderzoekers uit Leiden hebben niet de indruk dat ze enige journalistieke achtergrond hebben, integendeel. ‘Het zijn de types die bijvoorbeeld ook veel gamen en daarnaast prima sites kunnen bouwen’, zegt ook hoogleraar nieuwe media Richard Rogers van de Universiteit van Amsterdam. ‘Vervolgens halen ze video’s en andere content van waar dan ook.’

Dit ‘jatten’ - al is het volgens Rogers van de UvA maar de vraag hoezeer er copyright rust op de rondzingende video’s - leidde vorig jaar tot grote ergernis bij Willem Groeneveld van de Groningse site Sikkom.nl. Zijn video van een bijna-aanrijding belandde onder meer op ViraalVandaag. Zijn woede was mede ingegeven door de verzonnen toevoeging dat de wegpiraat een Marokkaan was. ‘Waarom hebben jullie er een Marokkaan van gemaakt?’, wilde hij weten. Het antwoord bleef uit.

Pieter Hotse Smit

De slag om de waarheid
We spraken Peter Burger en mede-Nieuwschecker Alexander Pleijter al eerder – en hielden bij wat er nep is aan het interview zelf.

Wie zitten achter al die sites met futiele ‘nieuwtjes’?

Je hoort de term nepnieuws of fake news overal. Maar we moeten niet alles fake news noemen, want hoe meer we de term gebruiken, hoe minder die waard wordt.