Direct naar artikelinhoud
InterviewPolitieman Lute Niewerth

Portefeuillehouder diversiteit bij de politie: ‘We moeten leren luisteren naar de minderheid die zegt: dit doet pijn’

Lute Nieuwerth is de nieuwe portefeuillehouder diversiteit bij de politie. Nog niet alles gaat goed, erkent hij, ‘maar we doen wel ons stinkende best’. 

Lute Nieuwerth: ‘Subtiele, discriminerende opmerkingen komen overal in de maatschappij voor.’Beeld Kiki Groot

‘Als mensen mijn accent horen gaan ze harder praten, ja echt waar. Of ze gaan in overdreven simpel Nederlands uitleggen wat het probleem is, alsof ik het anders niet begrijp.’

Politieman Lute Nieuwerth (60) ‘weet een klein beetje wat het is om gediscrimineerd te worden’. Met een Twents accent waarop Herman Finkers jaloers zou worden, spreekt de voormalig districtschef Gelderland-Zuid – die binnenkort zijn tweede academische studie afrondt – over zijn nieuwe functie als portefeuillehouder diversiteit, het toezien op meer kleur en verscheidenheid binnen de politie.

Aanleiding is de documentaire Verdacht, die maandagavond op tv wordt uitgezonden. Dat is een pijnlijke aaneenschakeling van negatieve ervaringen door burgers die veelvuldig zonder reden door de politie worden gecontroleerd. ‘Iemand wordt er natuurlijk goed ziek van als ’ie steeds opnieuw door de politie wordt staande gehouden terwijl er niets aan de hand is’, zegt Nieuwerth. ‘We hebben agenten actief gestimuleerd ernaar te gaan kijken, om te leren wat onze blinde vlek is. Als daarbij onbewust een vooroordeel een rol speelt, moet je je daarvan bewust worden. Dat is pijnlijk, maar noodzakelijk. En als je dat bewust doet, is dat discriminatie. En dat is strafbaar.’

Wat doet de politie om etnisch profileren te voorkomen?

‘We bespreken alle meldingen en incidenten. Ik was zelf op een bijeenkomst in Nijmegen waar een jonge, donkere student van een accountantsopleiding vertelde: ik word dertig, veertig keer per jaar gecontroleerd. Ervaren dienders die dat horen schrikken en zeggen: wij realiseren ons dat niet.

‘Het was voor onze organisatie erg confronterend toen onderzoeker Wouter Landman eind 2016 constateerde dat etnisch profileren best veel voorkomt. Wij zijn doeners, dus hebben we een cursus ontwikkeld, PAS – Pro Actief Surveilleren – om dat tegen te gaan. In de eenheden komt op locatie een trainer die met je mee gaat surveilleren en dat verbetert. Allereerst heb je een veel grotere pakkans als je mensen op de juiste gronden controleert. Maar ik vind het vooral belangrijk dat we mensen niet onterecht lastigvallen. Het is niet goed als je de relatie met jonge Marokkanen verstoort doordat je ze het gevoel geeft dat je constant op ze jaagt. Aan de andere kant: als agenten een melding krijgen dat twee getinte jongens op inbrekerspad zijn, verwacht je wel van de politie dat we wat doen hè. Iemand controleren is altijd een afweging, een dilemma. Dus dit blijft een lastig vraagstuk.’

Ook wil de politie een afspiegeling van de multi-etnische samenleving zijn. Korpschef Akerboom zei begin 2017 te streven naar een nieuwe instroom van agenten met een migratieachtergrond van 25 procent. Met 29 procent zou die ambitie ruimschoots zijn gehaald, maar daarin blijkt het aandeel mensen met een niet-westerse achtergrond slechts 19,9 procent. Voor het overige gaat het om aspiranten met bijvoorbeeld een Nederlandse vader en een Britse moeder.

Dus het streven van de politie is niet gehaald.

‘De politie doet z’n stinkende best om het aandeel agenten met een niet-westerse achtergrond te vergroten. Het is even iets ingewikkelder om die dienders naar ons toe te krijgen. Dus wij doen heel veel aan recruitment. In elke eenheid zijn recruiters aangesteld juist om deze doelgroepen te benaderen.’

Zijn woordvoerder vult aan: ‘Het begrip diversiteit is voor de politie breder dan alleen niet-westers. Met diversiteit bedoelen we ook vrouwen, lhbt’ers, bèta’s en zijinstromers met een eigen netwerk en een heel andere stijl van leidinggeven.’

Diversiteitsexpert Ramon Arnhem van de Amsterdamse politie zei eerder in de Volkskrant: ‘Bij de politie denken we vaak onterecht dat we kennis van culturen binnenhalen zodra we etniciteit hebben binnengehaald. Maar de meeste niet-westerse agenten die je binnenhaalt zijn hier geboren en geschoold.’

‘Deels heeft hij gelijk, maar er zit een denkfout in: ook de meeste Marokkanen die hier in Nederland wonen komen niet fris uit Marokko. De meeste Marokkanen waar wij ofwel contact mee moeten onderhouden ofwel problemen mee hebben, die zijn al drie, vier generaties in Nederland.’

Portefeuillehouder diversiteit bij de politie: ‘We moeten leren luisteren naar de minderheid die zegt: dit doet pijn’

Hoe hou je die nieuwe instromers vast?

‘We zijn gericht bezig met scherpe exitgesprekken. Als mensen zeggen: ik word badmeester maar ik hou achteraf gezien niet zo van de chloorlucht en een zwembroek, dan moet je niet in een zwembad gaan werken hè. De politie is een hard 24/7-bedrijf met onregelmatige werktijden, daar moet je tegen kunnen. Maar er zijn ook mensen die zeggen: ik voel me hier niet thuis, ik word gepest of steeds op een vervelende manier geprofileerd. Dat moet veranderen.’

Hoe?

‘We doen al van alles. Over voeding bijvoorbeeld: daar werden bagatelliserende grappen over gemaakt. Als iemand vroeg waarvan de gehaktballen zijn gemaakt, werd geantwoord: eet je geen varkensvlees? Nou, dan zijn ze van rund. Maar op de Politieacademie en in de meeste korpsen is fors geïnvesteerd en wordt nu expliciet aangegeven wat rund, varken, kip, halal of koosjer is. Als de belastingbetaler dit leest denkt-‘ie: jeetje! Maar dit is wel de prijs die we moeten betalen en met liefde betalen voor diversiteit.

Jullie denktank Pharresia publiceerde vorig jaar een zwartboek met harde vormen van discriminatie.

‘Laat ik duidelijk zijn: dat komt voor. Ik hoop dat mensen zich daarover durven uit te spreken en weet dat de leiding dan stevig doorpakt, soms tot strafontslag aan toe. Dat is in een aantal gevallen gebeurd. Wat moeilijker is zijn die kleine grapjes, dat subtiele, schrijnende proces van uitsluiting. Als je daar vaak mee wordt geconfronteerd en je denkt: dat doen ze alleen maar omdat ik zwart ben, is dat heel slecht voor de sociale verhouding. Daar maak ik me zorgen over.’

Hoe ga je daarmee om?

‘Wat in het hoofd zit, zit nog niet in het hart en wat in het hart zit, zit nog niet in de buik. Dat klinkt vast cryptisch, maar neem de zwartepietdiscussie. Hoeveel Nederlanders zeggen: maar dat bedoel ik niet racistisch, waar maak je je druk over? Daar zit een blinde vlek. Als het jou geen pijn doet, en je kunt je andermans pijn niet voorstellen, dan bagatelliseer je dat. We moeten leren luisteren naar de minderheid die zegt: dit doet me echt pijn. Bij mezelf heeft het twee, drie jaar geduurd, sinds het begin van die discussie, voordat dat van mijn hoofd in mijn hart zakte, en naar mijn buik. Ik zag mezelf niet als racist, ik zag Zwarte Piet als onschuldig, ik was ermee opgegroeid. Pas in het derde jaar keek ik in mijn oude sinterklaasspullen en dacht: die stereotypen, dat is uit de jaren zeventig, dat kan echt niet meer.

‘Je krijgt steeds meer signalen. Dat is ook de reden waarom we op het sinterklaasfeest van de politie Zwarte Piet hebben ontdaan van alle racistische kenmerken zoals kroeshaar, dikke lippen en gouden oorringen. We zeiden: dat doen we op termijn. Maar de meeste eenheden zeiden: nee, dat doen we nu meteen. En dat is gebeurd.’

Niet bij iedereen zal het besef van stigmatisatie vanzelf naar z’n buik zakken.

‘Die subtiele, discriminerende opmerkingen komen overal in de maatschappij voor. Vast ook op de redactie van de Volkskrant en in de Tweede Kamer. Dat gaat nog veel frictie geven, dat geef ik je op een briefje. Hoe meer diversiteit, hoe meer spanning in de samenleving. Want je moet meer begrip en tolerantie opbrengen voor de ander, en daar is niet iedereen even goed in. Je moet dus blijven herhalen dat het niet goed is. De aandacht erop vestigen. Daarom willen we dat onze mensen naar zo’n documentaire als Verdacht kijken.’

Politiewetenschapper Guus Meershoek schreef in NRC dat alleen bij de werving van agenten hun etniciteit duidelijk is; tijdens de loopbaan wordt dat niet meer geregistreerd. Er zijn dus geen cijfers waarop de portefeuillehouders zich kunnen laten afrekenen.’

‘Dat klopt. We zijn bezig met een project met verschillende ministeries om afkomst toch weer te registreren. Dat is tricky op juridisch gebied, op definitiegebied en als het gaat om duiding van de cijfers. Waarom doen we het toch? Ook als politie zijn we er con amore ingestapt om juist hier managementinformatie over te krijgen.’

U doet dus iets wat niet mag.

‘Nee, we zoeken de grenzen op van wat wél mag.’

‘We willen goed inzicht krijgen in diversiteit, dat bedoel ik met definitieprobleem.’Beeld Kiki Groot

Waar ligt dan die grens?

‘Dat we geen naar personen herleidbare gegevens gebruiken, maar in de abstractie blijven. Je kunt je de vraag stellen in hoeverre dat mag. Als sommige collega’s dit horen zullen ze zeggen: wat gebeurt er allemaal met mijn gegevens? Ik weet hoe gevoelig dit ligt. Maar wij vinden dit belangrijk, dus dan moet de politiek het antwoord maar geven. We willen goed inzicht krijgen in diversiteit, dat bedoel ik met definitieprobleem. Als je zegt: ik ben in Somalië geboren is dat hartstikke leuk voor onze diversiteitsstatistieken, maar als je daar bent geboren omdat je de zoon of dochter bent van een Nederlandse diplomaat, zegt dat dus niks. Daarom is goed inzicht belangrijk. Die cijfers van in- en uitstroom worden in januari bekendgemaakt. Ik ga daar nu nog niet op vooruitlopen.’

Korpschef Akerboom reageerde op de column van Meershoek: diversiteit moet, maar het leidt tot heftige discussies.

‘De politie is een maatschappij in het klein. Met een breed spectrum aan politieke voorkeuren en een breed spectrum aan gevoelens. Laat ik één gevoel voorop stellen: als je een witte agent van een jaar of vijftig, zestig bent, dan kan ik me voorstellen dat je je door die focus op jong en divers haast wat overbodig voelt.’

Hoe kanaliseer je die gevoelens?

‘Ik denk dat we ietsje achterlopen op dit punt. Ik vind dat we heel snel een goed seniorenbeleid moeten hebben. En er moet meer evenwicht in de discussie. De focus ligt nu zodanig op jong en niet-westers, dat de indruk gewekt zou kunnen worden dat dit land louter en alleen bestaat uit jonge mensen van niet-westerse afkomst. Dat klopt niet. Nederland vergrijst in een hoog tempo. Ik roep weleens naar collega’s die zich miskend voelen: we hebben juist ouderen nodig, want die voelen de oudere doelgroep goed aan.’

Is het een bewuste keuze van de politie om de portefeuillehouder diversiteit niet-divers te laten zijn?

‘Dat weet ik niet. Ze zochten naar iemand met ervaring, draagvlak en affiniteit met het onderwerp. Toen zijn ze bij mij uitgekomen.’

Was het moeilijk om voor uw voorganger, die deze zomer vertrok, een opvolger te vinden?

‘Dat moet je aan de korpsleiding vragen.’

Ik vraag het aan u. Hoe graag wilde u deze functie?

‘Graag.’

Uw aanstelling liet lang op zich wachten.

‘Het heeft wat langer geduurd en dat vind ik jammer, want nu wordt de aandacht gevestigd op een vacuüm, wat niet had gehoeven. Het is niet altijd de sterkste kant van de politie om meteen te anticiperen op iemands vertrek. Maar het thema vinden we allemaal belangrijk en noodzakelijk, laat daar geen misverstand over bestaan.’

Documentaire etnisch profileren

De documentaire Verdacht van Nan Rosens - in samenwerking met het landelijk initiatief Controle Alt Delete tegen etnisch profileren - wordt maandagavond 21.05 uur uitgezonden op NPO2.