Direct naar artikelinhoud
AnalyseHockey

Belgen blijven koel bij zinderend slot finale WK hockey

Vol vertrouwen begonnen de Nederlandse hockeyers in de finale van het WK aan de shoot-outs. Daags ervoor waren ze in de halve finale Australië in die discipline te snel af geweest. Ze kwamen van de koude kermis thuis: weer geen wereldtitel. 

Teleurstelling bij Thierry Brinkman na de verloren WK-finale tegen België.Beeld ANP

Op een WK hockey met in totaal 157 doelpunten eindigde de finale tussen Nederland en België in 0-0. Een zeldzaamheid in het hockey. De wedstrijd in het uitverkochte Kalinga Stadion in Bhubaneswar moest worden beslist met shoot-outs, de opvolger van de klassieke strafbal. De misser van Jeroen Hertzberger, in de zesde doelpoging van Nederland, betekende een tweede plek voor Nederland, net als vier jaar geleden op het WK in Den Haag.

Laat die shoot-outs maar komen, dacht doelman Pirmin Blaak in het laatste kwart van het duel. Hij zag de tijd teruglopen op de stadionklok. De wedstrijd tegen België kabbelde voort. Beide ploegen waren bang om een doelpunt tegen te krijgen, de bal werd vooral achterin rond gespeeld. Blaak was er klaar voor: op zaterdag had Nederland de halve finale gewonnen van Australië. Ook na shoot-outs.

Tot 2011 werd een hockeywedstrijd na een gelijkspel beslist met een strafballenserie, vergelijkbaar met penalty’s in het voetbal. Om de sport aantrekkelijker te maken werd het steekspel tussen keeper en speler geïntroduceerd. Een hockeyer loopt vanaf de 23-meterlijn met de bal aan de stick naar de doelman. Hij heeft acht seconden om te scoren. Dat kan door te schieten, de doelman te omspelen of met schijnbewegingen in de war te brengen. Beide teams hebben vijf pogingen, als een beslissing uitblijft, krijgt elk team een nieuwe kans totdat een speler mist.

Florent van Aubel wint de beslissende shoot-out en maakt België wereldkampioen. De Nederlandse doelman Pirmin Blaak werd uitgeroepen tot beste keeper van het toernooi.Beeld Getty Images

Geen vaste patronen

Het Nederlands elftal had er in aanloop naar het WK eindeloos op geoefend. De vijf weken dat ze samen trainden, had de selectie dagelijks shoot-outs genomen. Om niet in vaste patronen te vervallen, was er getraind met keepers van de nationale selecties van Schotland en Oostenrijk.

Doelman Blaak had zondagochtend voor de wedstrijd tegen België nog bijna een uur met assistent-trainer Taco van den Honert beelden bekeken van de Belgische spelers. Van den Honert had de wedstrijden teruggekeken van de afgelopen internationale toernooien. Samen speurden ze naar patronen in shoot-outs van de Belgen. Wat doet een speler als hij in moeilijkheden komt? Heeft hij een voorkeur voor de forehand of backhand?

Het huiswerk pakte bij de eerste nemer van België direct goed uit. Op een briefje had Blaak staan dat de Belg Arthur Van Doren vaak met een actie over rechts had gemist. ‘Ik probeerde hem daarom die kant op te sturen’, zei Blaak die ondanks het verlies van Nederland tot beste keeper van het toernooi werd uitgeroepen.

Als een muntje opgooien, zo omschreef aanvoerder Billy Bakker shoot-outs. Dat muntje leek aanvankelijk de kant van Nederland op te vallen. Het nam een 2-0-voorsprong. Het was aan Seve van Ass om de 3-1 te maken. Hij kreeg de Belgische keeper op de grond, maar pushte de bal tegen de zijkant van het doel. ‘Als hij die had gemaakt, waren we wereldkampioen geworden. Ik ging er ook van uit dat hij zou scoren’, zei Blaak.

Nederland won de wereldtitel voor het laatst in 1998.

De Belgische keeper Vincent Vanasch stopt de shoot-out van Thijs van Dam.Beeld ANP

Anticlimax

Na de misser van Van Ass volgde een bizar tafereel. De jonge Belg Victor Wegnez maakte 2-2, Thijs van Dam kreeg de bal er niet in. Met een doelpunt kon Arthur De Sloover de serie voor België beslissen met 3-2. Dat leek hij ook te doen, de bal verdween in het doel en de Belgen vlogen elkaar in armen van geluk over de winst van hun eerste wereldtitel.

Maar Blaak was zeker van zijn zaak: De Sloover had de bal met zijn voet geraakt. De videoscheidsrechter keek de beelden terug en inderdaad: de treffer telde niet, balcontact met de voet is streng verboden. De vreugdemuziek ging weer uit. Ongeloof in de ogen bij de Nederlanders, zij hadden hun verlies al genomen.

Na de serie mochten de Belgen beginnen. Waren ze van slag, door de beslissing van de videoscheidsrechter? Het antwoord kwam van Florent Van Aubel. Die bleef koel, oog in oog met Blaak en scoorde. Topspits Hertzberger wist dat hij geen fout mocht maken, maar ging toch de mist in. De wereldtitel was daadwerkelijk voor België.

Keeper Blaak kon zichzelf weinig verwijten, vond hij. In de oefenwedstrijden en op de trainingen pakte hij 70 procent van alle ballen, had hij berekend. In de serie tegen België was het gemiddelde iets lager: drie uit zes. Maar het persoonlijke succes van de 30-jarige doelman telde zondag niet. Liever dan beste doelman van het toernooi was hij wereldkampioen geweest. ‘Ik had natuurlijk liever WK-goud.’