Direct naar artikelinhoud
ColumnAaf Brandt Corstius

Tijden zijn veranderd voor het woord karma; en dat is karma

De afgelopen, pak ’m beet, zeshonderd jaar had het woord karma vooral goede connotaties. Tuurlijk, je kon als mens slechte dingen doen en dan kreeg je slecht karma en werd je in je volgende leven een strontvlieg. Dat was altijd al zo. Maar als het in een gesprek over karma ging, ging het meestal over goed karma, over karmapunten verdienen en goede daden doen, zoals oude mensjes helpen met oversteken.

Vroeger hoorde je het vooral uit de mond van je yogaleraar, en dan op een zachte, fijne manier, vaak omhuld met pluimen wierook. Of het stond op tubes handcrème van de Rituals, met als subliminale boodschap: van deze handcrème krijg je goed karma.

Maar de tijden zijn veranderd voor het woord karma. Nu hoor ik het ineens op een heel andere manier, zoals deze week bij een telefonerende vrouw die ik noodgedwongen afluisterde op straat. Ze was nogal luid aan het bellen met een vriendin en zei: ‘Ik hoop dat ze doorheeft hoe erg het was wat ze deed. Dat zou echt karma zijn voor haar.’ Ze zei ‘karma’ op een agressieve, roddelige toon. 

Mijn kinderen roepen ook de hele dag karma op die agressieve manier, die het tegenovergestelde is van de yoga-achtige wijze waarop het woord jarenlang gebezigd werd. Stel, ze zijn op straat aan het voetballen en de tegenstander scoort, maar zij zijn het er niet mee eens dat het doelpunt telt. Vervolgens scoort hun team meteen een doelpunt. Dan roepen ze heel hard tegen de tegenstander: ‘Karma voor je!’ Of gewoon: ‘Karma!!!’ Ik sluit niet geheel uit dat de uitroep ‘karma, bitch!’ ook weleens gebezigd wordt.

Karma wordt door kinderen dus gebruikt op de manier waarop we in mijn jeugd ‘bok voor jou!’ tegen elkaar riepen, en dat betekende ‘afgang voor jou!’. Maar het is ook de vechtlustigere, hippe vorm van ‘boontje komt om zijn loontje’. Dat bekte al lekker, maar het korte en krachtige ‘karma!!!’ is natuurlijk nog een stuk fijner.

Ik vond het aanvankelijk nog wel zielig voor het woord karma; ben je eerst honderden jaren een woord dat wordt gebruikt als positieve puntentelling voor mensen die goeie daden verrichten en dientengevolge niet in een strontvlieg reïncarneren, verander je plotsklaps in een knalhard scheldwoord.

Maar toen dacht ik: het is eigenlijk karma’s eigen schuld. Want karma was al die tijd een dreigement: had je goed karma, dan liep het goed met je af, maar had je slecht karma, dan was je de sigaar. Karma was een dwingend geloof, en dwingende geloven, daar ben ik niet zo van.

Dat karma nu zo negatief gebruikt wordt, is eigenlijk gewoon karma voor karma.