Direct naar artikelinhoud
AnalyseOudejaarsgeweld

Nederlands Oudejaarsgeweld is van alle tijden. Ook in 1939 trad de politie al ‘forsch’ op

Oudejaarsnacht in het Brabantse dorp Veen: op de beruchte kruising van de Witboomstraat met de van der Loostraat zijn in de nacht van Oud op Nieuw twee auto's in brand gevlogen.Beeld Jack Brekelmans / Novum ANP

Politiechef Akerboom wil graag een rustiger jaarwisseling. Of zoiets met een vuurwerkverbod lukt, is de vraag. Er speelt meer mee bij de jaarlijkse chaos met nu en dan fatale gevolgen. Alcohol bijvoorbeeld.

Net zoals er geen Oudejaarsavond voorbijgaat zonder oliebollen en vuurwerk, meldt zich in de eerste januariweek standaard een politiechef die in de media zijn beklag doet over het rumoerige verloop van de nieuwjaarsnacht. Dit jaar luidde landelijk korpschef Erik Akerboom de noodklok. Volgens hem neemt het geweld tegen de politie rond oudjaar almaar toe. ‘Een feest waarbij zoveel doden en gewonden vallen, waarbij zoveel schade wordt aangericht en de politie wordt bekogeld, is een mislukking’, zei Akerboom in Nieuwsuur. Hij pleit voor hogere straffen op geweld tegen hulpverleners, een uitgebreid vuurwerkverbod en een meldplicht voor notoire raddraaiers.

Niet alleen de politie eist maatregelen om de excessen van de oudejaarsviering te beteugelen. De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) adviseerde het kabinet vorig jaar een verbod op knalvuurwerk en vuurpijlen in te stellen. De coalitie negeerde dat advies. Vooral CDA en VVD zijn tegen zo’n verbod, omdat daar onder de bevolking geen draagvlak voor zou zijn. ‘De meerderheid die van legaal vuurwerk geniet, wordt dan de dupe van een paar idioten die met vuurwerk de boel terroriseren’, zei VVD-Kamerlid Arno Rutte toen het OVV-rapport uitkwam.

Uit peilingen blijkt dat Nederlanders hierover sterk verdeeld zijn. Een geheel vuurwerkloos Oud en Nieuw zien de meeste Nederlanders niet zitten. Onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat hun gemeente jaarlijks op 31 december een grote vuurwerkshow organiseert, accepteert een kleine meerderheid mogelijk wel een verbod op consumentenvuurwerk.

Onbetrouwbare statistieken

De roep om een vuurwerkverbod en zwaardere straffen stoelt op een aantal aannamen, die deels niet kloppen. Akerbooms suggestie dat het geweld tegen politieagenten blijft toenemen, wordt niet gestaafd door de cijfers. Daar komt bij dat statistieken over ‘geweld tegen hulpverleners’ erg onbetrouwbaar zijn. Ze worden sterk bepaald door de bereidheid incidenten te melden. Die bereidheid kan van jaar op jaar variëren, bijvoorbeeld doordat een nieuwe korpsleiding meer nadruk legt op het registreren van incidenten. Bij de term ‘geweld’ denken de meeste mensen dat er klappen zijn gevallen, maar zo ernstig zijn de gemelde incidenten meestal niet. 60 procent van het gerapporteerde geweld is verbaal, dus schelden en bedreigen. Onderzoeksjournalisten die in 2013 tientallen concrete casussen van geweld tegen hulpverleners onder de loep namen, concludeerden dat agenten dat verbale geweld nogal eens over zichzelf afroepen door onnodig hard en rigide op te treden in confrontaties met mondige en kritische burgers.

Dat neemt niet weg dat ordehandhavers en hulpverleners in de Oudejaarsnacht meer risico lopen dan gewone burgers, ook omdat sommige raddraaiers vuurwerk als wapen gebruiken. Niemand krijgt graag een vuurpijl of rotje naar zijn hoofd. Dit jaar vielen er tijdens de jaarwisseling twee vuurwerkdoden. Beiden stierven door zwaar vuurwerk dat nu al verboden is, maar desondanks volop verkrijgbaar in het illegale circuit en in buitenlandse webwinkels. De opsporingsdiensten namen vorig jaar meer illegaal vuurwerk in beslag dan ooit, maar door de open grenzen is het dweilen met de kraan open. Wat heeft een uitgebreider verbod op ‘rotjes’, vuurpijlen en ander siervuurwerk dan voor zin? OVV-voorzitter Tjibbe Joustra zei eerder in de Volkskrant dat zo’n verbod beter is te handhaven dan het huidige. Bij elke harde knal weet de politie dan: hier overtreedt iemand de wet. Door een verbod op de gevaarlijkste typen consumentenvuurwerk (inclusief vuurpijlen) zal het aantal gewonden bovendien drastisch verminderen.

Tierende lawaaischoppers

Garandeert een vuurwerkverbod een rimpelloze jaarwisseling? Dat niet, leert het verleden. De vuurwerktraditie met Oud en Nieuw is vrij jong: tot in de jaren zestig hadden de meeste Nederlanders geen geld voor vuurwerk en was er weinig verkrijgbaar. Toch was het ook toen al vaak bal. In 1939 moest de politie ‘forsch’ optreden in Den Haag, berichtte het Algemeen Handelsblad. ‘Het rumoer nam zoo grooten omvang aan, dat de politie met den gummistok tusschenbeide moest komen. Er werd met stenen naar agenten gegooid.’ Begin jaren zestig hielden ‘redeloze woestelingen’ huis in Heerenveen, schreef de Friese Koerier op 2 januari 1964. ‘Jongelui molesteerden brandweerlieden, die tegen deze overmacht van tierende lawaaischoppers het veld moesten ruimen.’ In de Haagse volksbuurten vochten oproerkraaiers en politie begin jaren tachtig complete veldslagen uit in een inferno van brandende kerstbomen en rokende autobanden.

De hoofdoorzaak voor de onrust tijdens de jaarwisseling is niet het vuurwerk, maar alcohol- en drugsgebruik. Uit onderzoek blijkt dat bijna alle oudejaarsincidenten worden veroorzaakt door mensen die beschonken of gedrogeerd zijn. De aanstichters zijn ook opvallend vaak bekenden van de politie. Oudjaar is, veel meer dan bijvoorbeeld Koningsdag, voor veel Nederlanders hét moment waarop de remmen los mogen. De combinatie van massale openbare dronkenschap en (gevaarlijk) vuurwerk is vragen om ongelukken, constateren Akerboom en Joustra. Maar een vuurwerkverbod is geen tovermiddel tegen onrust. Zwaarder straffen is dat evenmin, want een dronkelap denkt en handelt niet rationeel en laat zich daardoor dus niet afschrikken. Een openbaar alcoholverbod zou vermoedelijk wel helpen, maar dat is niet te handhaven.

Toen het in de jaren tachtig helemaal uit de hand liep in de Hofstad, deelden gemeente en politie gele en rode kaarten uit aan jongeren die in de Oudejaarsnacht over de schreef waren gegaan. Wie twee gele kaarten opliep, moest de volgende jaarwisseling verplicht binnenblijven. Dat hielp wél: de overlast en de schade halveerden onmiddellijk. Het derde voorstel van Akerboom, een meldplicht (of huisarrest) voor bekende overlastplegers, heeft dus in elk geval de geschiedenis aan zijn zijde.

Lees verder

Vreugdevuurbouwers en burgemeester spreken elkaar tegen: er is (g)een waarschuwing uitgegaan

Twee dagen nadat het vreugdevuur op het Scheveningse strand ontaardde in vuurtornado’s die een regen van as en brandende splinters over het vissersdorp verspreidden, ligt de schuldvraag op tafel. Burgemeester Krikke wijst naar de bouwers, die op hun beurt stellen dat nooit verteld is dat het vuur te hoog zou zijn.