Direct naar artikelinhoud
SerierecensieBandersnatch

Bandersnatch trekt de kijker naar binnen, maar al die beslissingen kunnen ook aardig frustrerend zijn (drie sterren)

De eerste keuze waar de kijker mee wordt geconfronteerd: Sugar Puffs of Frosties voor ontbijt?

Stel dat er aan het slot van Chinatown, Roman Polanski’s meesterwerk uit 1974, een keuzeknop in beeld komt waarmee ­kijkers kunnen kiezen uit twee mogelijke eindes: een waarin Faye Dunaway een kogel door haar oog krijgt. En een waarin ze Jack Nicholsen in de armen valt en ze nog lang en gelukkig ­leven. Zou er ooit nog een film noir worden ­gemaakt als we er een referendum van maken? Zo ja, waar blijft het ‘noir‘ dan?

Er zijn al vaker interactieve films gemaakt, of scenario’s die spelen met door het toeval gestuurde lotsbestemmingen. ­Sliding Doors bijvoorbeeld, een film uit 1998 waarin we twee verhaallijnen volgen, die afsplitsen op het moment dat de hoofdpersoon wel of niet de trein haalt.

Maar in Bandersnatch, dat op Netflix is gelanceerd als onderdeel van de serie Black Mirror (van bedenker Charlie Brooker), wordt de kijker nadrukkelijk in de zetel van God getild. Wie Black Mirror volgt, weet dat Brooker met akelige scherpte en een aan het sadistische grenzend gevoel voor humor de dilemma’s van de ­moderne technologie in kaart brengt.

Deze episode van Black Mirror is gesitueerd in 1984, aan de vooravond van de gamerevolutie, als een jonge programmeur (een retro-nerd hors catégorie) de opdracht krijgt om ‘voor de feestdagen’ zijn favoriete fantasyroman Bandersnatch om te vormen tot een computerspel. Met enige regelmaat verschijnen er keuzes in beeld die de kijker kan maken, waarbij het verhaal zich in tweeën splitst. Laat dat nu ook net de opzet zijn van de game waaraan onze held werkt: hoe meta wilt u het hebben?

Het begint ogenschijnlijk banaal als de kijker moet kiezen tussen twee soorten cornflakes, maar de beslissingen krijgen al snel het karakter van op-leven-en-dood. Zo splitst het verhaal zich op in vele lijnen, die uitlopen op talloze eindes − die overigens stuk voor stuk variaties op slecht nieuws betekenen, zoals het een aflevering van Black Mirror betaamt.

Het verhaal gaat in een nog hogere versnelling als de programmeur paranoïde trekken krijgt en vermoedt dat iemand zijn leven manipuleert. Het is ‘de schuld van Netflix’, meldt zijn computer. ‘Wat is Netflix?’, schreeuwt hij tegen het groene scherm. (Althans in sommige versies van het verhaal, als u het nog kunt volgen.)

Het is duidelijk dat Brooker hiermee de kijker zijn film binnentrekt en misschien zelfs iets wil zeggen over de almacht van de algoritmes, die op basis van de keuzes die we maken beslissen wat we krijgen voorgeschoteld – of misschien wel moeten denken. De dystopische samenleving heet hier dus Netflix.

Overigens: voor de kijker is Bandersnatch behoorlijk frustrerend. Als je na uren kijken in de zoveelste afsplitsing van een verhaal zit ­ –  over iemand die zijn deadline niet haalt, ruzie heeft met zijn vader of moord dan wel zelfmoord overweegt (zegt u het maar) – verschijnt er weer een andere optie in beeld: Verder Kijken of Iets Anders Gaan Doen?

Ondertussen kijken we toch maar uit naar het aangekondigde vijfde seizoen van Black Mirror, waarin Charlie Brooker weer alle keuzes zelf maakt en de kijker naar de hel en terug sleept. Graag zelfs. 

Black Mirror: Bandersnatch

Drie sterren

Een serie van Charlie Brooker

Met Fionn Whitehead, Will Poulter

Te zien op Netflix