De mannen van de laatste kolenmijn kloppen het zwarte stof van elkaars rug

Vrijdag sluiten de deuren van de 150 jaar oude Prosper Haniel-kolenmijn in het Ruhrgebied. Twee eeuwen steenkoolwinning in Duitsland komen ten einde. Fotografe Nanna Heitmann volgde de laatste kompels in Bottrop. ‘Ze moesten elkaar helemaal vertrouwen.’

De kameraadschap. Dat fascineerde fotografe Heitmann het meest toen ze door de modder en in het donker afdaalde in de kolenmijn. Hoe de mannen het zwarte koolstof van elkaars rug klopten, grappen maakten. ‘Iedereen hielp elkaar’, zegt ze. ‘Dat raakte me.’

De mijnbouwwerkers zijn traditioneel mannen van protesten en stakingen, maar deze strijd viel niet te winnen. De Duitse steenkoolindustrie kan niet overleven sinds de overheid de jaarlijkse subsidie van 1 miljard euro heeft ingetrokken. Rusland, de Verenigde Staten en Colombia leveren goedkopere steenkool.

Met het sluiten van de laatste kolenmijn eindigt een tijdperk. De steenkool droeg bij aan de Duitse industriële revolutie in de 19de eeuw en was een belangrijke factor bij de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Maar bovenal leverde de industrie werkgelegenheid: op het hoogtepunt in 1959 waren er meer dan 600 duizend mijnbouwwerkers in Duitsland actief.

De mannen in Bottrop verliezen niet alleen hun baan, maar ook hun universum. ‘Iemand vertelde mij dat hij zich comfortabeler voelt in de kolenmijn dan in de wereld daarbuiten’, zegt Heitmann. Daar, in het donker, zijn de mannen op elkaar aangewezen. ‘Een verkeerde stap van de een brengt het leven van de ander in gevaar. Ze moesten elkaar helemaal vertrouwen.’

De mijnwerkers van Prosper-Haniel worden heropgeleid voor ander werk, tenzij ze ouder zijn dan 50 jaar. In dat geval kunnen ze meteen met pensioen.