Direct naar artikelinhoud
ProfielStille nacht

Haastig gecomponeerde Stille nacht al twee eeuwen de kersthit

Al 200 jaar is Stille nacht de kersthit. Calliope Tsoupaki, Componist des Vaderlands, en Dave von Raven van The Kik ontleden het Oostenrijkse lied. 

Haastig gecomponeerde Stille nacht al twee eeuwen de kersthit
Beeld Studio V

‘Was Stille nacht een haastklus? Dat verbaast me niks’, zegt Dave von Raven, frontman van de Nederlandse beatgroep The Kik. ‘Het schrijven van een succesnummer hoeft helemaal niet lang te duren. Kijk naar John Lennon en Paul McCartney. Die hebben een heleboel hits gemaakt in de toerbus. Op weg naar een optreden kon er zomaar een nieuw liedje ontstaan.’

Ook Stille nacht heeft zijn Lennon en McCartney. Ze dragen de Oostenrijkse namen Joseph Mohr en Franz Gruber. Precies 200 jaar geleden, op kerstavond 1818, hielden ze hun Weyhnachts-Lied ten doop in de Sankt-Nikolaikerk van Oberndorf, een dorp in het Zillertal bij Salzburg. Nooit hebben de twee geweten dat ze het leven schonken aan de grootste kersthit aller tijden.

Zie hoe ze zich bij kaarslicht opstellen naast de kerststal. De man met de gitaar is Joseph Mohr, de 26-jarige hulppriester die de tekst heeft geschreven over een goddelijk knaapje met krulhaar. Naast hem staat Franz Gruber, de 31-jarige koster en organist die de muziek een paar uur tevoren heeft gecomponeerd. Mohr tokkelt akkoorden en zingt de melodie, Gruber neemt de tweede stem voor z’n rekening. Sti-hil-le Nacht! Hei-heil’ge Nacht!

Twee eeuwen later kan iedereen de noten dromen. Maar wat is hun geheim? Welke toverkunst maakt dat Stille nacht zich heeft genesteld in het collectieve geheugen? We ontleden de evergreen met twee kenners. Vanuit de pophoek kijkt Dave von Raven mee, hij is een expert in het revitaliseren van jaren-zestighits. Vanuit de klassieke hoek deelt Calliope Tsoupaki haar visie. De Grieks-Nederlandse is sinds kort Componist des Vaderlands en schrijft bij uitstek toegankelijke muziek.

De melodie

‘Op papier oogt de melodie hoekig’, zegt Tsoupaki. ‘Ik zie korte fragmenten en veel herhaling. Maar juist daarin schuilt een deel van het geheim. De melodie is zó eenvoudig, dat iedereen er zijn gevoel in kwijt kan. Het overzichtelijke schept ruimte voor ontroering.’ ‘De melodie is flut en slim tegelijk’, zegt Von Raven. ‘Ik hoor er een smartlap in. Een goede smartlapmelodie kruipt in je, of je het nou leuk vindt of niet. Je onthoudt hem meteen en zingt hem je leven lang mee.’

Bij de première in 1818 zongen Mohr en Gruber tweestemmig, ze zaten aan elkaar vastgeklonken met het interval van een terts of een sext. ‘Dat is een herkenbare aanpak’, zegt Dave von Raven. ‘Bij The Kik doen we niet anders.’ Tsoupaki kent deze basale vorm van tweestemmigheid sinds haar kindertijd. ‘Het past in de Griekse volkstraditie, mijn moeder en mijn tante zongen precies zo.’

Fijn dat de Componist des Vaderlands het zegt. Want de verbreiding van Stille nacht begon met zingende families. Dat de Von Trapps uit de musical The Sound of Music niet de eersten waren, bewijzen de kinderen van handschoenenmaker Lorenz Strasser uit Tirol. In 1831, op de decembermarkt in Leipzig, baren Anna, Amalie, Caroline en Joseph opzien met hun meerstemmige Stille nacht. En de familie-Rainer, bestaande uit vijf broers, voert het kerstlied in de jaren 1820 en 1830 met succes langs zalen en paleizen in Europa.

Ritme en tempo

Het mocht dan een haastklus zijn, componist Franz Gruber dacht er wel degelijk bij na. Voor de maatsoort en het ritme van Stille nacht greep hij terug op de Siciliano, een oude dans met een schommelende beweging. Die werd voor slaapliedjes en herdersscènes wel vaker van stal gehaald, zelfs Bach was er in het Weihnachts-oratorium niet vies van.

Von Raven: ‘Dat schommelende valt meteen op. Het geeft een lome swing die me doet denken aan gospelmuziek.’ Tsoupaki: ‘Stille nacht heeft zeker trekken van een christelijk wiegelied. Maar ik hoor er ook een heidens genre in dat al duizenden jaren bestaat: een ode aan de nacht. Het is muziek vol verwondering en mysterie.’

Als tempo koos Gruber Largo, de Italiaanse aanduiding voor ‘breed, langzaam en gedragen’. Hoe langzamer hoe beter, vindt Dave von Raven. ’Het is een sereen liedje. Als je op kerstmuziek wilt huppelen kun je beter De herdertjes lagen bij nachte kiezen.’ Tsoupaki: ‘Het trage tempo draagt bij aan de ontroering. En de schommelbeweging bevordert saamhorigheid. Kijk naar mensen die hun geliefde lang hebben moeten missen. Als ze elkaar om de hals vallen, bewegen ze vaak langzaam heen en weer.’

Op 19de-eeuwse migratiegolven spoelt Stille nacht aan in Amerika. De eerste opname van wat dan Silent Night heet, stamt uit 1905. Hij wordt in Philadelphia ingezongen door een vierkoppige close-harmonygroep. Als Bing Crosby zich er in 1935 mee bemoeit, scoort de zoetgevooisde zanger en acteur een monsterhit. Sindsdien zijn de arrangementen en parodieën niet te tellen. En vorige week donderdag zong Mariah Carey het nog in de Ziggo Dome, een hoogtepunt, volgens poprecensent Robert van Gijssel.

De climax

Wie de akkoorden van Stille nacht op gitaar speelt, legt de basis voor het eerste het beste popliedje. ‘Schema I-IV-V-I, zo simpel als wat’, zegt Von Raven. ‘Door die harmonische eenvoud komt de climax des te beter uit’, zegt Tsoupaki. ‘Het hart van het lied ligt vier maten voor het eind, bij ‘Schlaf in himmlischer Ruh!’. Op het woord ‘Ruh!’ klimt de melodie naar z’n hoogste punt en komt de ritmische schommel tot stilstand.’ Von Raven: ‘Je hangt even in het ongewisse. Het is alsof de muziek een vraag stelt die in de slotmaat wordt beantwoord.’ Tsoupaki: ‘En dan vloeit de melodie vanaf het hoogste punt snel naar beneden. Bij de slotnoot krijg je het fijne gevoel dat je thuiskomt.’

Von Raven: ‘Als iemand een arrangement van Stille nacht wil, zit ik klaar. Ik beloof dat ik er geen rock-’n-roll van zal maken. Zo’n mooi liedje moet je niet in de maling nemen.’ 

Stille nacht, een mythe ontkracht

Raadsel rond Stille nacht: waarom werd bij de eerste uitvoering op kerstavond 1818 een gitaar gebruikt, en geen kerkorgel? De standaardverklaring luidt dat muizen de blaasbalg van het dorpsorgel in Oberndorf hadden aangevreten. De Nederlandse dirigent Dick van Gasteren dook in de historie en vond een aannemelijker verklaring. ‘Stille nacht past in de traditie van het Anklopfelen. In de adventstijd en op kerstavond gingen ‘aankloppers’ langs de deur, groepjes mannen die verkleed als herder de geboorte van Jezus verkondigden. Met een gitaar ging dat uiteraard handiger dan met een orgel. De tweestemmige melodie en het wiegende ritme van Stille nacht wijzen eveneens in die richting.’

Sfeervolle kerstconcerten

Het Haagse Ciconia Consort en dirigent Dick van Gasteren vieren een Biedermeier Kerst met Schumann, Humperdinck en andere romantici. Twee zangers met gitaar vertolken bovendien de authentieke versie van Stille nacht. Naarden 20/12, Emmeloord 21/12.

Holland Baroque trekt de feestdagen tegemoet met Les Cloches de Noël. Het repertoire loopt uiteen van barokmuziek tot Jacques Brel. Leiden 19/12, Utrecht 20/12, Nijmegen 21/12, Den Bosch 22/12, Den Haag 23/12.

Bach vertelt het kerstverhaal in zes cantates die samen het Weihnachtsoratorium vormen. Het Nederlands Kamerkoor, Collegium 1704 en vocale solisten zijn ermee op tournee. Utrecht 19/12, Arnhem 20/12, Naarden 21/12, Leiden 22/12, Amsterdam 23/12.

Dat Bach ook in andere cantates overweg kon met Maria en het Christuskind, laat De Nederlandse Bachvereniging horen in het programma Kerst met Bach. Kampen 19/12, Den Bosch 21/12, Maastricht 22/12, Tilburg 23/12.

De close-harmonygroep Frommermann presenteert de vijfde editie van Frommerkerst. Schrijver Tommy Wieringa levert er een bronzen vertelstem bij. Alphen aan den Rijn 21/12, Nieuwegein 22/12, Oosterhout 23/12, Haarlem 26/12.

Het Nederlandse ensemble Música Temprana speelt en zingt barokke kerstmuziek uit Quito, Ecuador in het programma Muy hermosa es María. Groningen 22/12, Helmond 23/12, Den Haag 26/12.

Koor en orkest van De Nieuwe Philharmonie Utrecht duiken in Händels beroemde oratorium Messiah, met als pièce de résistance het Hallelujah!. Rhenen 19/12, Zwolle 20/12, Leiden 21/12.