Direct naar artikelinhoud
Verslaggeverscolumn

De weerbarstige houtstoker geeft het ‘fikkie stoken’ niet zomaar op

De weerbarstige houtstoker geeft het ‘fikkie stoken’ niet zomaar op

Haal de oermens en romanticus maar eens uit de houtkachelstoker.

De lol van fikkie stoken laat een beetje romanticus of type stoere houthakker zich niet zomaar afpakken. Het is dan ook geen makkie, de missie die Jos Merks uit Maarssen zichzelf zo’n drie jaar ­geleden heeft opgelegd. De 72-jarige gepensioneerde bedrijfsleider wil een landelijk ‘houtstookverbod’ en reist, mailt en redevoert daarvoor een onbezoldigde fulltimebaan bij elkaar. De man achter houtrook.nl en het Luchtfonds ­adviseert bij rechtszaken tegen ­stokers, lobbyt bij gemeenten en ministeries en voorziet gedupeerden van munitie.

Het lijkt een gevecht tegen de bierkaai, want in steeds meer huizen en tuinen worden houtkachels geïnstalleerd. 10 procent van de huishoudens stookt. ‘Elke keer als de krant schrijft dat de gasprijs omhoog gaat, rent weer een horde mensen naar de bouwmarkt voor een houtkachel.’

Wat goed is voor de portemonnee is slecht voor de kwaliteit van de lucht die we met zijn allen inademen, wil Merks maar zeggen. Terwijl hij zijn auto naar de gemeente Dodewaard stuurt, somt hij in rap tempo een lawine aan gifstoffen en statistieken op. Of ik, die vakantiehuisjes graag mag selecteren op de aanwezigheid van een vuurstookplaats, weet welke troep brandend hout uitspuugt? Fijnstof, roet, benzeen, koolmonoxide, azijnzuur, polycyclische aromatische koolwaterstoffen; kankerverwekkend, schadelijk voor hart- en bloedvaten en de luchtwegen. Deze sfeerverhogende luchtverontreiniging kan in omvang wedijveren met die van uitlaatgassen van ons wegverkeer, stelt hij. Maar onze lucht wordt wel schoner; de totale uitstoot van fijnstof daalt vrij spectaculair, ook van houtkachels, breng ik daar tegenin. Merks: ‘Als je buren vuurtje stoken heb je daar niks aan.’

Jos Merks: houtstookverbod

Heeft Jos Merks astma? Nee. Een andere longaandoening dan? Nee, ook niet. Het is niet altijd eigenbelang wat de mens drijft.

Merks bezoekt deze dag Jannie in Dodewaard. Ze belde hem op, ten einde raad. De astmapatiënt ligt al een paar jaar in de clinch met de buurt, in het bijzonder haar buurman die zich van september tot eind april van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat warmt aan zijn houtkachel. Voor Jannie betekent dat acht maanden huisarrest, met haar puffer binnen handbereik. Elke ochtend staat ze om kwart over vijf op om haar huis te luchten en een ommetje te maken. Zodra rond acht uur de eerste houtblokken in vlammen opgaan, sluit ze zichzelf weer op. Jannie heeft ‘niet zo veel schik meer’ in haar kluizenaars­bestaan.

Van achter het keukenraam wijst ze naar alle daken rondom. Negen kachelpijpen, zeven dateren van de afgelopen vijf jaar. Dagelijks dringt rook haar huis binnen. Ook al zijn alle ventilatieroosters verwijderd en houdt ze ramen en deuren potdicht. Een jaar geleden liep ze tijdens het stookseizoen drie maal een longontsteking op.

Van alle houtstokers in de buurt die ze heeft verteld over de schadelijke uitstoot, is één ermee gestopt. De buurman reageerde ‘met een grote bek’. Buurtbemiddeling ­leverde niks op. Op advies van Jos Merks diende ze een handhavingsverzoek in. Vuurtje stoken mag, maar het is verboden ‘op hinderlijke of schadelijke wijze rook, roet, walm of stank te verspreiden’, zo staat te lezen in artikel 7.22 van het gemeentelijke Bouwbesluit. Een ambtenaar die op huisbezoek kwam schrok van de toestand van de astmapatiënt (‘Ik lag lijkbleek, benauwd en met blauwe lippen in bed’), nam rook in huis waar, observeerde een aantal dagen de schoorsteen van de buren en kwam vervolgens met een strenge brief waarin de buurman werd opgedragen bij oostenwind niet te stoken op straffe van ‘wettelijke sanctiemiddelen’.

Ze fotografeert elke rookpluim.

De buurman deed het een tijdje kalmer aan, de longontstekingen bleven uit, maar sinds een paar dagen is het weer bal. De stress sloeg helemaal toe toen Jannie vorige week mannen op het dak van andere buren bezig zag. Houtkachel nummer tien is in aantocht. Jos Merks probeert haar te kalmeren. Het woord ‘verhuizen’ valt. Hij kent vier gemeenten die ‘houtstookvrije’ wijken willen aanwijzen. Maar Jannies gezin wil zich niet laten wegjagen. Uit zijn zwarte tas haalt Merks een stapel folders, voor de buurtbewoners. Over frisse lucht, gifstoffen en ziektes. De tekst verkondigt wat voorbarig zijn toekomstdroom: ‘Daarom is het einde van de houtkachel in zicht.’

Jos Merks kent de weerbarstigheid van de houtstoker als geen ander. Op Kerstavond drie jaar geleden klaagden familieleden over de stank in zijn huis. Ach ja, de achterbuurman met zijn houtkachel. Zou je niet eens gaan klagen, vroeg zijn broer. Idee. Merks trok zijn jas aan, liep de deur uit en belde aan. Na een snauw werd de deur in zijn gezicht ‘dichtgeflikkerd’. Sindsdien is de beer los.

Jannies 'nephaard’ op gas.