Nederlanders hebben lichte voorkeur voor permanente wintertijd
In de strijd om de tijd boeken de liefhebbers van de wintertijd een overwinning. Uit de flitspeiling die minister Ollongren van Binnenlandse Zaken liet uitvoeren, blijkt dat 41 procent van de Nederlanders een voorkeur heeft voor permanente wintertijd, de tijd die nu in de winter van kracht is. Permanente zomertijd is de keuze van 27 procent. Handhaving van het huidige systeem van klok verzetten is geliefd bij 24 procent van de respondenten.
Het kabinet liet de peiling uitvoeren nadat de Europese Commissie eerder dit jaar liet weten dat het afgelopen moet zijn met het halfjaarlijks verzetten van de klok. De lidstaten is verzocht te laten weten hoe laat zij het in eigen land willen hebben. Het streven is om daarover dan wel overeenstemming te bereiken met de buurlanden, teneinde een lappendeken van tijdzones binnen de EU te voorkomen.
De peiling benadrukt hoe omstreden het onderwerp nog kan worden zodra het kabinet een besluit neemt. Geen van de drie opties kan rekenen op de steun van een meerderheid van de bevolking. Altijd wintertijd is volgens voorstanders beter voor het bio- en slaapritme. De optie ‘altijd zomertijd’ heeft meer tegenstanders vanwege de donkere ochtenden in de winter. De keuze voor het huidige systeem, het verzetten van de klok, wordt als onhandig ervaren en slechter voor het ritme van mens en dier.
In haar reactie op de uitkomsten, benadrukt Ollongren dat de peiling één van de bouwstenen is waarop het kabinet haar keuze gaat baseren. Uit de interviews die intussen ook zijn gehouden met vertegenwoordigers van betrokken sectoren blijkt dat het huidige systeem van zomer- en wintertijd nauwelijks problemen oplevert. Vanuit praktisch en economisch oogpunt zit men niet te wachten op een aanpassing want aanpassingen kosten geld en verhogen de kans op fouten.