Direct naar artikelinhoud
Nashville-pamflet

De Nashville-verklaring wekt in protestants Nederland vooralsnog meer afkeer dan enthousiasme op

Naar aanleiding van de Nashville-verklaring hangen verschillende instellingen in Amsterdam de regenboogvlag buiten, zoals hier bij de Keizersgrachtkerk.Beeld Simon Lenskens

De Nashville-verklaring, gericht tegen ‘postchristelijke dwalingen’, brengt tegenstellingen tussen gelovigen aan het licht. De ondertekenaars gaan niet alleen in tegen de opvattingen van de seculiere meerderheid, maar ook tegen de recente overeenkomst van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN).

De verklaring

Dat was even schrikken voor seculier Nederland: er zijn nog orthodox-protestantse gelovigen in hun midden. En die gaan ook nog eens demonstratief in tegen de tijdgeest met de ondertekening van de Nashville-verklaring tegen andere relaties dan die van man en vrouw. Juist omdát zij zich ervan bewust zijn dat ze in een toenemend ‘postchristelijke’ wereld leven, voelen de ongeveer 250 ondertekenaars zich geroepen om de bedoeling van God met Zijn schepping nog eens in herinnering te roepen.

De initiatiefnemers van de Nederlandse vertaling zijn Arjan Baan en Piet de Vries. Baan is directeur van de stichting Heart Cry, die zich de verheerlijking van ‘de naam van Jezus in Nederland in al zijn rijkdom’ ten doel stelt. De Vries is docent aan de predikantenopleiding van de Hersteld Hervormde Kerk in Amsterdam, een aan de Vrije Universiteit gelieerde instelling. Voor de vertaling was een achtkoppige commissie verantwoordelijk.

Die commissie bediende zich ongeremd van de Tale Kanaäns – de taal van de calvinistische orthodoxie. ‘Zal de kerk van de Heere Jezus Christus haar Bijbelse overtuiging, duidelijkheid en moed verliezen en opgaan in de tijdgeest? Of zal zij (...) zonder schaamte Zijn weg verkondigen als de weg des levens?’

De vraag stellen is haar beantwoorden. In veertien stellingen gaan de opstellers frontaal in tegen moderne opvattingen, dwalingen in hun ogen, over ‘homoseksuele, polygame of polyamoureuze’ relaties. In artikel 10 bevestigen zij ‘dat het zondig is om homoseksuele onreinheid of transgenderisme goed te keuren’. Daarover zouden ‘getrouwe christenen’ onderling niet van mening mogen verschillen. Tezelfdertijd onderschrijven de ondertekenaars ‘dat de genade van God in Christus zondaren in staat stelt om tegen transgender-zelfverstaan te strijden en dit verkeerde zelfverstaan te verloochenen’. 

De Protestantse Kerk in Nederland

Met deze bekrachtiging van orthodoxe geloofsopvattingen gaan de ondertekenaars van de Nashville-verklaring niet alleen in tegen de opvattingen van de seculiere meerderheid, maar ook tegen het recente besluit van de synode – de kerkvergadering – van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) om het aan lokale gemeenten over te laten hoe zij met homoseksualiteit en met het homohuwelijk omgaan. 

De afgelopen jaren is het standpunt van de PKN-kerken tegenover homoseksualiteit gaandeweg versoepeld. En tijdens de laatste synode, in november 2018, wilde eenderde van de leden het bestaande onderscheid tussen het kerkelijk huwelijk van heteroseksuelen en homoseksuelen helemaal ongedaan maken. Om te voorkomen dat de orthodoxe PKN-leden zich zouden afscheiden, is ervoor gekozen de bestaande reglementen te handhaven. Dit betekent dat een huwelijk van een man en een vrouw wordt ingezegend, terwijl een homohuwelijk kan worden gezegend. Een semantisch onderscheid zonder consequenties in de praktijk.

De ondertekenaars van de Nashville-verklaring willen noch van een inzegening, noch van een zegening van het homohuwelijk weten. Weliswaar zijn slechts zo’n 30 van hen verbonden aan een gemeente die bij de PKN is aangesloten, maar met hun handelwijze gaan zij toch in tegen de zwaar bevochten (in 2004 beklonken) eenheid van hervormde, lutherse en gereformeerde kerken in Nederland. 

‘Hun standpunt is theologisch en pastoraal onverantwoord’, zegt predikant René de Reuver, scriba (secretaris) van de PKN dan ook. ‘Theologisch omdat seksuele geaardheid als zonde wordt aangemerkt. En pastoraal omdat mensen erdoor in de kou worden gezet.’ 

Hij erkent dat binnen de PKN – ‘zoals binnen de hele christenheid’ – divers over homoseksualiteit wordt gedacht, maar daarbij gaat het niet over zondigheid maar over de vraag hoe je als gemeente met diversiteit omgaat. De ‘harde orthodoxie’ van de Nashville-verklaring is vreemd aan die benadering.

Ook de Oranjekerk hangt de regenboogvlag buiten.Beeld Simon Lenskens

De ondertekenaars

De meeste ondertekenaars zijn verbonden aan protestantse kerken die niet bij de PKN zijn aangesloten. Zo is initiator Piet de Vries, net als ondertekenaar Bart Jan Spruyt, lidmaat van de Hersteld Hervormde Kerk – een uit 2004 stammende afsplitsing van de Nederlands Hervormde Kerk met zo’n 60 duizend leden. Het gros van de overige ondertekenaars is lid van de uit 1907 stammende Gereformeerde Gemeenten (108 duizend leden) en de in 1892 gestichte Christelijk Gereformeerde Kerken (72 duizend leden).

Initiatiefnemer Arjan Baan komt uit de evangelische hoek van de ‘jubelchristenen’, die hun orthodoxie zingend en swingend belijden. Tot die stroming behoort ook ondertekenaar Orlando Bottenbley, voormalig voorganger in de kerk van de Bethelgemeente in Drachten, die wekelijks duizenden gelovigen van heinde en verre wist te trekken. In een interview met de Volkskrant zei Bottenbley in 2016: ‘We hebben een symbiose tot stand gebracht tussen de blijmoedigheid van de evangelische stroming en de theologische degelijkheid van de reformatorische stroming binnen het protestantisme. In vorm zijn we los, in inhoud zijn we Bijbelvast’. 

Dominee Maarten Klaassen, een andere initiatiefnemer, zei maandag tegen de NOS dat de verklaring overigens ‘in eerste instantie niet als antihomo bedoeld is’. Klaassen zegt dat er ‘helaas de onduidelijkheid is ontstaan over het stuk dat homoseksualiteit kan worden genezen’. ‘We willen opkomen voor het klassiek-christelijke standpunt over het huwelijk tussen man en vrouw.’ Volgens hem is homoseksualiteit niet iets wat je kunt veranderen of waarvan je moet genezen. ‘Homoseksualiteit is een gegeven, net zoals heteroseksualiteit.’

Het weerwerk

Religieonderzoeker Joep de Hart, verbonden aan het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), verwacht dat deze stroming binnen het Nederlandse protestantisme aan betekenis zal winnen: twijfelende gelovigen vertrekken, de harde kern blijft achter. Vooralsnog lijkt de Nashville-verklaring in protestants Nederland echter meer afkeer dan enthousiasme te hebben gewekt. Het college van bestuur van de VU liet bij wijze van protest de regenboogvlag hijsen. Het zal ‘in gesprek gaan’ met twee ondertekenaars – docent Piet de Vries en de hoogleraar Willem van Vlastuin – die aan de VU verbonden zijn. Ook bij verschillende kerkgebouwen van de Protestantse Kerk Amsterdam (PKA) is de regenboogvlag uitgehangen. Het Nederlands Bijbelgenootschap wijst de verklaring af, de directeur en voorzitter noemen het maandag tegen persbureau ANP dat ‘anachronistisch en simplistisch’ om de bijbel ‘als kant-en-klare gids’ rond dit onderwerp in te zetten. Verschillende ondertekenaars van de Nashville-verklaring hebben hun handtekening inmiddels ingetrokken – al dan niet op aansporing van boze of teleurgestelde geloofsgenoten. Het Openbaar Ministerie bekijkt of de ondertekenaars zich aan een strafbaar feit schuldig hebben gemaakt.

De Nashville-verklaring

Met het ondertekenen van de Nashville-verklaring lijkt SGP-voorman Kees van der Staaij ineens zijn ware aard te laten zien. Een soort omgekeerde coming out als iemand die homoseksualiteit veroordeelt. In werkelijkheid zijn de opvattingen van de partij nooit anders geweest. Maar waarom komen de ‘aaibare’ gereformeerden er nu zo nadrukkelijk mee naar buiten?

Politiek Den Haag reageerde vol afkeuring op de ondertekening van de Nashville-verklaring door SGP-voorman Kees van der Staaij. Onder anderen minister Van Engelshoven (D66, Emancipatie) sprak op Twitter van ‘stappen terug in de tijd’. Van der Staaij blijft echter achter de verklaring staan.

Het Openbaar Ministerie (OM) gaat de Nashville-verklaring beoordelen op eventuele strafbaarheid. Op basis daarvan wordt bekeken of er een strafrechtelijk onderzoek komt.

De Nashville-verklaring, het pamflet tegen het homohuwelijk waarin wordt gesuggereerd dat homoseksuele gevoelens te ‘genezen’ zijn, komt oorspronkelijk uit de zuidelijke Amerikaanse staat Tennessee en werd twee jaar geleden al gelanceerd.

‘Het is verschrikkelijk, we zijn echt weer terug bij af’, zegt transvrouw Jolanda Molenaar (63), lekenpreker en predikant in opleiding bij de Doopsgezinde Kerk in Steenwijk, over de Nashville-verklaring. ‘Het is een keiharde, typisch Amerikaanse verklaring die eigenlijk helemaal niet past in de Nederlandse situatie, waarin we toch vooral naar elkaar willen luisteren en elkaar de ruimte willen geven.’