Direct naar artikelinhoud
ReportageOpera Hoge Raad

Hoge Raad eert ‘heilzaam arrest’ met eigen opera

Honderd jaar na de revolutionaire Lindenbaum/Cohen-uitspraak wijdt de Hoge Raad er een heuse mini-opera aan. Het koor zingt letterlijke delen uit het ‘heilzame arrest’. 

Bladmuziek met 100 jaar arrest Lindenbaum/Cohen.Beeld Freek van den Bergh/de Volkskrant

‘Geef me een ie’, gebiedt de dirigente. ‘Ik wil een verticale, langgerekte ie. Niet ie-ie-ie, maar ieieieie.’

Het koor zingt: ‘Ieieieie’.

‘En een oo alsjeblieft.’

‘Ooooo’, zingen raadsheren, advocaten-generaal en wetenschappelijk medewerkers van de Hoge Raad, de hoogste rechtsprekende instantie.

‘Yo-yo-yo-yo-yooo.’

Hoofden maken draaiende bewegingen om halsspieren te ontspannen, armen worden gestrekt, benen losgeschud. Dan wordt prachtig, meerstemmig getoonladderd. Een solist zet in:

‘Voor die man was ’t vrees’lijk balen

de wet die zweeg in alle talen

over wat wel is te vergen

van een juf die zit te tergen.’

Het is zaterdagmiddag, medewerkers van de Hoge Raad repeteren in het markante glas-marmeren gebouw aan het Haagse Korte Voorhout hun mini-opera ‘NJ 1919, p. 161’. Donderdag 31 januari is het precies honderd jaar geleden dat de Hoge Raad een revolutionaire uitspraak deed: het Lindenbaum/Cohen-arrest, dat de rechtspraak voorgoed veranderde. Om dat te gedenken is die dag niet alleen een symposium georganiseerd, maar wordt het programma opgeluisterd met een zelfgeschreven opera. President Maarten Feteris componeerde de muziek, vice-president Ernst Numann nam het libretto voor zijn rekening. Het koor van de Hoge Raad zingt de partituren, versterkt met ‘geleende’ bassen, sopranen, tenoren en alten van de Raad van State aan de Kneuterdijk, even verderop, plus twee professionele solisten.

Lucky Luke

‘Wij zijn een muzikale club’, vertelt civiel raadsheer Carla Sieburgh, die de organisatie rond het koor leidt. ‘Wij hebben regelmatig muziekavonden samen met de Raad van State.’ Sieburgh en persrechter Edgar du Perron – kleinzoon van dichter en schrijver E. du Perron (‘niet dat dat er iets toe doet’) – bedachten dat het leuk zou zijn om ‘saaie’ lezingen op het symposium te combineren met ‘iets memorabels’: een mini-opera.

‘Kun jij een opera op het Lindenbaum/Cohen-arrest schrijven?’, vroeg Du Perron afgelopen najaar in de kantine aan president Maarten Feteris. ‘Ja hoor’, antwoordde de oud-conservatoriumstudent. Feteris schreef als puber al muziek op de strips van Lucky Luke. Om zijn woorden kracht bij te zetten, galmt zijn stem door de ruimte: ‘I’m a poor lonesome cowboy’. Anderen vallen hem roffelend met vingers op tafels bij: ‘And a long way from home.’ In de kantine werd destijds besloten: we gaan gewoon de tekst van dat arrest zingen.

Het Lindenbaum/Cohen-arrest – vindplaats NJ 1919, p. 161 – was baanbrekend in de rechtsgeschiedenis. Het bracht rechtvaardigheid in de rechtspraak. Voor het eerst werd het begrip ‘onrechtmatige daad’ nader gedefinieerd. Tot die tijd, januari 1919, was iets uitsluitend onrechtmatig wanneer de overtreding letterlijk in de wet stond.

Repetitie onder leiding van dirigent Marcela Obermeister.Beeld Freek van den Bergh / de Volkskrant

Onrechtvaardig

‘Dat kon heel frustrerend zijn’, benadrukt vice-president Numann. Dat blijkt uit het arrest uit 1910 over een Zutphense juffrouw die boven een lederwarenopslag woonde. Een waterleiding sprong, de leerwaren raakten beschadigd maar de juffrouw weigerde de hoofdkraan in haar appartement dicht te draaien – ze vond de koopman niet aardig. Ze won het proces dat de leerhandelaar tegen haar aanspande, zegt Numann, ‘want nergens in de wet staat dat je een hoofdkraan moet dichtdraaien als het lekt. Toch voelt iedereen aan z’n water dat dat onrechtvaardig is’.

Het debat over de rechtsvraag in het proces van de Zutphense juffrouw kreeg een vervolg met twee Amsterdamse drukkers: de concurrenten Lindenbaum (die nog steeds bestaat) en Cohen. De laatste kocht een medewerker van Lindenbaum om, die hem vervolgens stiekem bedrijfsgeheimen doorspeelde. Lindenbaum ontdekte dit, spande een proces aan en verloor: nergens in de wet stond destijds dat je medewerkers niet mag omkopen om bedrijfsgeheimen te onthullen. Lindenbaum procedeerde echter door tot aan de Hoge Raad, die op 31 januari 1919 oordeelde dat eenieder die een ander schade toebrengt door te handelen ‘in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid’, verantwoordelijk is voor vergoeding daarvan.

‘Iconisch’, stellen Numann en Feteris. ‘Je kon ineens van iemand schadevergoeding krijgen voor een handeling die niet in strijd was met de wet. Dat was revolutionair. Daarmee kwam het ongeschreven recht in de rechtspraak.’

Zaterdag

In de Grote Zittingszaal van het marmeren gebouw merkt dirigente Marcela Obermeister op dat er vandaag te weinig sopranen zijn; op de maandag- en dinsdagmiddagen komen aanmerkelijk meer zangers repeteren. ‘Het is zaterdag’, antwoordt president Feteris vanachter de elektrische piano, ‘ik kan de mensen in hun vrije weekend geen dienstbevel geven’.

Tussen de rechterstafels, schuin naast het portret van Willem-Alexander, zingen acht mannen en negen vrouwen hun ieieies en oooo’s. Op de advocatentafels liggen jassen, sjaals, handschoenen, rugzakken, brillenkokers, een ingeklapte muziekstandaard en een schotel met een zelfgebakken chocoladetaart van persrechter Du Perron, half bedekt met aluminiumfolie. Ertussen staat de elektrische KORG waarmee Hoge Raad-president Feteris de zangers begeleidt.

‘Ja, Cohen was onzorgvuldig

expliceerde men geduldig’

Het koor zingt letterlijke delen uit het Lindenbaum/Cohen-arrest, vice-president Numann schreef het verhaal over de Zutphense juffrouw, haar natte-lederwarenbuurman en de concurrerende drukkerijen uit Amsterdam. Tekstschrijver Numann zingt zelf mee in het koor.

‘Zelden’, zo schreef annotator Molengraaff in 1919 onder het Lindenbaum/Cohen-arrest, ‘wees ons hoogste rechtscollege een arrest waarvan zoo heilzame invloed op ons rechtsleven mag worden verwacht’. Deze Utrechtse hoogleraar handelsrecht bepleitte destijds al meer dan dertig jaar een ruimere uitleg van het toenmalige artikel 1401 van het Burgerlijk Wetboek, over de onrechtmatige daad. Het arrest was zo heilzaam, zegt Hoge Raad-president Feteris, dat het gerechtvaardigd is om dat na honderd jaar met z’n allen te vieren.

‘Denk aan je articulatie’, gelast de dirigente. ‘Jullie uitspraak van recht, aan het einde, is te geknepen. Geef me een volle – haar stem meandert gloedvol door de zittingszaal: – rèèèècht.’

Het koor zingt:

‘Laat ons ’t eeuwfeest memoreren

En onszelf feliciteren

Een eeuw al doet de Hoge Raad het écht:

Hij schrijft het ongeschreven rèèècht!’

Symposium
Het symposium ‘Honderd jaar Lindenbaum/Cohen wordt georganiseerd door de Universiteit Leiden, de Universiteit van Amsterdam en de Hoge Raad. Het is bedoeld voor rechters, advocaten en rechtswetenschappers. Het programma gaat over rechtsontwikkeling door de rechter en bescherming van bedrijfsgeheimen, mede in het licht van de Wet bescherming bedrijfsgeheimen, die onlangs in werking trad. Het jubileumfeest vindt 31 januari plaats op verschillende locaties. De mini-opera zal worden uitgevoerd in de Grote Zittingszaal van de Hoge Raad.