Direct naar artikelinhoud
Column

In de polder is een wereldleider opgestaan, champagne!

In de polder is een wereldleider opgestaan, champagne!

Zondag was in Parijs de herdenking van het einde van de Eerste Wereldoorlog. Onze correspondent Daan Kool zag dat president Trump eerst de handen schudde van Macron en Merkel ‘en meteen daarna die van Mark Rutte’. Even daarvoor zag ik Rutte al prominent meewandelen in de stoet regeringsleiders. Wie was die lange die Trump daar de hand schudde en wie liep daar zo zelfbewust te shinen? De premier van Nederland of de toekomstige president van Europa? Wist Trump dingen die wij nog niet weten?

Afgelopen zaterdag hadden Frank Hendrickx en Raoul du Pré het er in de krant ook al over. ‘Rutte weg? Dat gaat zomaar niet’, luidde de kop boven hun stuk over de speculaties over een vertrek van Rutte naar Brussel. ‘Brussel lonkt’, stond er onder een foto van de premier. Ook elders kwam de optie van Rutte als EU-baas voorbij. Dat hij zelf zei niet geïnteresseerd te zijn, was het definitieve bewijs dat de zaak bijna in kannen en kruiken is.

Eind volgend jaar moet iemand Donald Tusk opvolgen. Mark Ruttes naam ‘zingt rond’, hij ‘wordt genoemd’, EU-officials achten hem ‘een serieuze kandidaat’, het ‘hangt in de lucht’, er ‘wordt gefluisterd’. Macron en Merkel willen ‘naar verluidt’ Mark aan het roer. Rutte is de Frenkie de Jong onder de Europese leiders. Frenkie wordt in verband gebracht met Barcelona, zijn naam zingt keihard rond. Daarmee is het nu al een feit geworden: daar gaat-ie.

Zodra er voor een Nederlander ergens een hoge internationale positie in het vat lijkt te zitten, raken we opgewonden, vooral in Den Haag. Het betreft meer dan het betreffende individu, het gaat over ons. Als onze man of vrouw lijkt te worden opgetild in de vaart der volkeren, worden we allemáál tien centimeter langer. In de polder is een wereldleider opgestaan, champagne! Het is toch alsof WA koning van Europa wordt of Philippe Remarque hoofdredacteur van The New York Times. Holland spreekt een woordje mee is ons geliefde credo, je zag het mooi toen Glennis Grace America’s Got Talent wel even zou gaan winnen.

Vroeger hadden we Stikker, Luns en De Hoop Scheffer als secretaris-generaal van de NAVO en Mansholt als voorzitter van de Europese Commissie. Ooit was ene Van Karnebeek voorzitter van de Volkerenbond en Duisenberg was de eerste president van de ECB. Behoorlijk mager, als je het mij vraagt. Om Ruttes kansen niet om zeep te helpen moeten we daarom voorzichtig zijn. Ik herinner me dat Jan-Peter Balkenende ook op zeker president van Europa zou worden, maar het werd Van Rompuy. Eerder kon Lubbers het voorzitterschap van de Europese Commissie evenmin mislopen, maar was Santer hem te snel af.

We hebben nu Rutte in stelling gebracht, en Frans Timmermans als kandidaat voor het voorzitterschap van de Europese Commissie. Volgend jaar treedt Mario Draghi af als president van de ECB - ik nomineer Jeroen Dijsselbloem. Het wordt ook tijd dat die Stoltenberg van de NAVO ophoepelt (Jeanine Hennis) en mij is het niet duidelijk waarom we nog nooit een secretaris-generaal van de VN naar voren hebben geschoven (Bert Koenders is er klaar voor).

Misschien ligt aan ons wensdenken een Calimerocomplex ten grondslag, maar wat zou het? Het is zoals Dries van Agt zaterdag zei: ‘Nederland kan daar een klosje garen bij spinnen jongens, een van onze eigen mensen op zo’n toppositie. Dat is zó mooi!’ Wat we er precies aan hebben weet niemand, maar het is fantastisch prachtig. We rule this world, mits we een beetje strategisch opereren.